22 MAART 2015

Goed sterven om voor altijd te leven

« Voorwaar, voorwaar, ik zeg het u: als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen; als hij sterft brengt hij veel vruchten voort. Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het; en wie zijn leven in deze wereld haat, zal het behouden voor het eeuwig leven » (Jo 12, 24-25).

« Denk eraan dat je moet sterven als martelaar, ontdaan van alles, uitgestrekt op de aarde, naakt, onherkenbaar, bedekt met bloed en wonden, gewelddadig en pijnlijk gedood… en verlang ernaar dat het vandaag is ! Wees trouw in het waken en in het dragen van het kruis om die oneindige genade te verkrijgen. Bedenk dat heel je leven op die dood moet uitlopen; besef daardoor het geringe belang van heel wat zaken. Denk dikwijls aan deze dood om er je op voor te bereiden en om de dingen naar hun werkelijke waarde te schatten » (Charles de Foucauld, 6 juni 1897).

DE dood, o Jezus die gestorven en verrezen is, is de eerste mis van de arme christen en het is de laatste mis van de priester. Om die reden wil ik dagelijks met de H. Pius X dit gebed bidden dat hij verrijkte met een heel bijzondere volle aflaat: « Mijn Heer en mijn God, vanaf vandaag aanvaard ik uit uw hand, graag en van ganser harte, het soort van dood die U voor mij voorziet, met al zijn angsten, al zijn pijn en al zijn lijden. » De dood is de erfenis van de zonde en ik moet ze aanvaarden. Maar U die de menselijke natuur op bewonderenswaardige wijze geschapen hebt, op de zesde dag, om onsterfelijk te zijn, U hebt haar op de laatste dag, na de zondeval, op een nog meer bewonderenswaardige manier hersteld. Door de dood in leven te veranderen hebt U van de straf de bron van de zalige eeuwigheid en de drempel van de glorie gemaakt.

Hoe meelijwekkend is het om in onze tijd te zien dat de christenen zelf dit mysterie uit het oog verliezen om zich alleen nog te hechten aan het huidige leven. Vrijwillig beroven ze zich van het enige licht dat de talrijke beproevingen die ze moeten doorstaan zou kunnen verlichten en de ultieme beproeving waaraan niemand ontsnapt, zonder de dag te kennen of de manier waarop: de verschrikkelijke ineenstorting van heel het lichamelijk wezen, onze dood. Ze vestigen al hun hoop en hun vreugde op de vergankelijke goederen, ze beweren de fundamenten te leggen van een stralende Stad waarvan zij en hun verwanten enkel met zekerheid de kerkhoven zullen vullen. Ze zeggen het leven te verkiezen boven de wet, maar het is uw Wet die Eeuwig Leven betekent wanneer het huidige leven reeds in de ban is van de dood ! Ze verkiezen de aardse taken boven de eredienst aan God en gaan niet meer naar de Kerk voor het H. Misoffer, maar voor de samenkomst en het delen van het brood, terwijl dit alles slechts een draaikolk is waaraan de dood een einde zal maken. Gevangen in hun dromen, geteisterd door de sprookjes waarmee ze zich dronken voeren, werpen ze zich in de dood als bij een zelfmoord, waarbij ze van de grootste daad van hun leven de meest ijdele maken. Sterven is voor hen slechts sterven…

Voor ons betekent het eindelijk leven. De arme christen die ik ben denkt daar dikwijls aan. Soms is hij beducht voor deze onbekende dood, dikwijls aanvaardt hij ze sereen, maar in vurige momenten verlangt hij haar bedeesd voor wat ze is en voor wat ze uiteindelijk zal geven: het eeuwig leven. O Jezus, doorheen heel uw Evangelie waarschuwt U ons om niet gehecht te zijn aan wat voorbijgaat. Enkel wat altijd, altijd, altijd zal blijven, verdient onze liefde.

En de arme christen die ik ben, weet dat krachtens biecht en boetedoening zijn zonden uitgewist worden, kwijtgescholden door uw vergiffenis. De schaduwen, de vlekken verdwijnen net zoals de voorbijgaande vreugde; van ons ellendig wezen blijven slechts lichaam en ziel over. Zonder dat iets het weerhoudt zal dit lichaam sterven, en in die dood zal mijn ziel ontsnappen om U tegemoet te snellen, O Roemrijke Verrezene, U die leeft doorheen de eeuwen der eeuwen. De arme christen die dit alles weet, wordt er niet door geraakt elke dag te sterven; hij wil zichzelf op die manier onderrichten, beetje bij beetje, in wat hem zal te doen staan in zijn laatste uur: nogmaals leven in de verzaking aan de aardse dingen en de liefde voor de hemelse werkelijkheid waartoe hij nadert. Besef daardoor het geringe belang van heel wat dingen…

Van dit alles heeft U ons het voorbeeld gegeven, O geliefde Meester, opdat ook wij zouden handelen zoals U gehandeld heeft. En de priesters, trouw aan uw gebod, hernieuwen dagelijks door hun dienstwerk deze dood en dit leven van hun Heer, die ook voorafgaat aan hun eigen overgang. Geen enkele viering van de dood, noch door de eeuwen heen noch ergens anders, zal ooit dit feest van de Mis benaderd hebben. Elke dag, telkens opnieuw, is het uw dood die zich hernieuwt als de meest wonderlijke, de meest bewonderenswaardige en de meest vertrouwelijke daad van het leven. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet de dood van mijn Verlosser vier als het meest vruchtbare van alle levenswerken.

Hoe zou ik deze dagelijkse les kunnen vergeten die mij er op voorbereidt om op mijn beurt te sterven ? Er is onder ons, christenen, slechts sprake van de Priester die offert en van het opgedragen Slachtoffer. O mijn Verlosser, U bent onze Soevereine Priester en ons Heilig Offer, dat is waar, maar U bent niet alleen, U zal nooit alleen zijn ! U bent hier de oudste van een menigte van broeders, het Hoofd van een immens Lichaam, een legerkorps, een mystiek lichaam dat U leidt langs dezelfde engten van angst en van lijden naar de poort van het Leven dat niet meer sterft. Kan de priester deze dood vieren zonder op zijn eigen dood te anticiperen ? Kan de gelovige, die het Heilig Offer niet aanraakt met zijn handen en evenmin de woorden van het goddelijk Priesterschap uit zijn mond laat komen, deelhebben aan deze mysteries zonder te denken aan de dag waarop hem gevraagd zal worden zelf de priester te zijn van het offer waarvan hij het stervende slachtoffer zal zijn ? Zou hij tenslotte niet in staat zijn om zijn eigen Mis te vieren, zijn Offer van lid van het Mystieke Lichaam, waarbij ook hij geofferd wordt op het Kruis en verheerlijkt ? UNA CUM CHRISTO HOSTIA, COR UNUM… Eén enkele Hostie met Christus, één enkel Hart !

Zo ziet de afloop eruit die aan de dingen hun juiste waarde geeft, dit is de les over wat de wezenlijke grootheid van het huidige leven uitmaakt. En als de gelovigen elke dag een geestelijk offer met een aangename geur moeten brengen, wat zou dat dan anders zijn dan het repeteren van en het anticiperen op de dood, waarbij de mens alles verliest om met Christus het Eeuwig Leven te verwerven ? Verlang ernaar dat dit vandaag gebeurt, mijn ziel… Denk dikwijls aan deze dood om je erop voor te bereiden. Bereid je voor door het kruis te dragen en door er over te waken dat je niet op de bekoring ingaat. Mijn ziel, waak en bid voor deze Liturgie die je zal moeten volbrengen…

abbé Georges de Nantes
« Pages mystiques » nr. 24, juli 1970