8 SEPTEMBER 2019

Alles achterlaten voor Jezus

O mijn God, ik aanbid U en ik hou van U als mijn Schepper, o Vader, als mijn Schepper en mijn Verlosser, o Vader, o Zoon, mijn Heiligmaker en Redder, o Vader, o Zoon, o H. Geest!

Ik wil dat mijn hart geheel vervuld wordt door uw licht van waarheid, door uw machtige hoop, door uw vurige liefde. En terwijl ik me herinner dat ik slechts stof ben, een aardworm, een ellendeling, een pelgrim op weg naar een oordeel en de eeuwigheid, stel ik mij in op onthechting en onthouding, niet gevoelsmatig, maar reëel. Ik verzaak aan Satan, aan zijn drijverijen en aan zijn werken en ik wil mij voor altijd binden aan Jezus Christus.

Wanneer ik mijn godsdienst vergelijk met de cultus van de Mens van vandaag, wil ik mijn ziel, mijn verstand, mijn hart losmaken van dat humanisme, o God, want «waartoe dient het de wereld te winnen als het is om mijn ziel te verliezen!»

Ik zal me herinneren dat het beter is om blind, kreupel, gehandicapt de Hemel binnen te gaan dan op aarde geëerd, rijk, als zondaar te leven; dat hij die zijn leven verliest het winnen zal in de eeuwigheid, dat hij die zijn leven wint het in eeuwigheid zal verliezen. Ik zal me de strenge woorden van Jezus herinneren: «Als iemand zijn kruis niet draagt en Mij volgt, kan hij mijn leerling niet zijn.»

De aardse dingen zijn dus niets in het licht van dat eeuwig leven. Gegrepen door Christus, wat kan ik anders verlangen dan Hemzelf vast te grijpen, de ogen op Hem gericht, daarbij het zicht verliezend op al de rest; en wat is dan nog het humanisme, de wereld, tenzij misleiding, illusie, valstrik van de duivel, verlies van zichzelf, vijand, valse schijn, verloren tijd, ijdelheid. Zeker, ik zal een houding aannemen van luisterbereidheid, nederigheid, trouw om me door uw Kerk, Jezus, te laten onderrichten. Ik zal strikt elk humanisme afwijzen om niet in de valkuilen terecht te komen waarin zovelen zijn beland die uiteindelijk prat gingen op hun hoogmoed.

Wat ons, Kleine broeders en Kleine zusters van het H. Hart betreft, uitgekozen alvorens te kiezen, wij hebben ons aan Jezus gehecht door banden. Vanuit deze radicale wil mogen we dus niet aarzelen om de rug te keren naar elke vorm van humanisme, met het voornemen alles te verliezen om Christus te vinden.

Maar zelfs de gedoopte, gevormde christen, die de tempel van de H. Geest geworden is, wordt door Christus geroepen om Hem als echte leerling te volgen: «Ga heen, verkoop al je goederen en volg mij»en «dat hij die mijn leerling wil zijn elke dag zijn kruis draagt en Mij volgt.»

O Jezus, o Maria, ik vraag U mijn hart te doen ontvlammen, mijn verstand te verlichten, opdat ik enkel tot deze beschouwing kom door U de hand te reiken, door me in uw zeer uniek Hart te nestelen, enkel voor uw glorie en dienst, o mijn God, voor de redding van de zielen, voor de dienst aan en de vrijheid van de heilige Kerk, haar groei en haar uitstraling tot aan de uiteinden van de wereld.

abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de meditatie van 30 oktober 1983