29 SEPTEMBER 2019

Lazarus en de slechte rijke

MEN mag niet zeggen dat deze parabel een uitvindsel of fictie is. Door een dergelijk verhaal openbaart Jezus het best, het meest waarheidsgetrouw, het meest nauwkeurig wat het leven op aarde en het leven in de hemel is. In tegenstelling dus tot wat we in de moderne catechismussen vinden, bestaat ons leven er niet in op aarde te blijven om er de stad van de toekomst te bouwen. De aarde is slechts een overgangsplaats, een periode van beproeving en van voorbereiding op het eeuwig leven.

Men zou werkelijk geloven dat Jezus in deze parabel slechts in menselijke en heel eenvoudige bewoordingen de ervaring van zijn leven te Nazareth vertolkt. Maar deze ervaring van de Mensenzoon is terzelfdertijd die van de Zoon van God. Bijgevolg staat niets ons toe voorbij te gaan aan het onderricht van deze parabel, die duidelijk zegt dat we op aarde slechts op doortocht zijn, dat de enen er zorgen voor hun heil en de anderen zichzelf verdoemen, de enen door arm te zijn en slecht behandeld te worden, de anderen door rijk te zijn en de armen te onderdrukken. Ziedaar wat bijzonder belangrijk is.

Er is om te beginnen die rijke. Nu kennen we die slechte rijke goed, hij is een exemplarische figuur geworden : hij is rijk, hij miskent de ongelukkige man in de straat, hij staat hem zelfs de resten van zijn maaltijd niet af. Deze rijke sterft en men begraaft hem, men legt hem in de aarde. Het woord is gekozen alsof hij geen ziel had. Men begraaft hem ! Maar daarginds, aan de andere kant van het gordijn, in de hel, is hij ten prooi aan folteringen. Deze man maakt zich vanuit de diepte van de hel zorgen over zijn vijf broers die nog op aarde zijn en vraagt Abraham dat iemand vanuit de hemel hen gaat verwittigen, om te voorkomen dat ze zijn vreselijk lot ondergaan : <Als er een uit de doden naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren ! > Neen ! Neen, ze zullen zich niet bekeren ! Waarom niet ? Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, dan nog minder naar een ziel die zou terugkeren uit de hemel om hen te verwittigen.

Jezus openbaart dat er een kloof is tussen hen die in de hemel en hen die in de hel zijn ; er is geen overtocht mogelijk. Wat hen die in de hel zijn betreft, ze zijn daar opgesloten, zonder enige hoop de anderen, de uitverkorenen in de Hemel, te kunnen vervoegen. Dat is wat ons moet waarschuwen.

Wat de arme Lazarus betreft, hij heeft vast en zeker een vreselijk leven gehad ; honden kwamen zijn zweren likken, zoals bij de man Job. Hij bekwam zelfs niet de kruimels die van de tafel van de rijke vielen. Na zijn dood echter is hij in de schoot van Abraham, een figuur uit het Oude Testament, maar die de schoot van God oproept. Hij is er volmaakt gelukkig ! Van zijn kant zou hij niet liever vragen dan de rijke in de hel ter hulp te komen als hem dat toegestaan werd, maar dat valt niet meer binnen Gods gerechtigheid, er is geen overtocht mogelijk.

Jezus weet dat en waarschuwt ons dat, als we niet in staat zijn te luisteren naar de H. Schrift en het Evangelie zelf, we de hel riskeren. Zelfs wanneer we de verrezen Jezus zouden zien die tot ons zou spreken ! We moeten Onze Heer Jezus Christus geloven en zijn parabels overwegen opdat we zouden weten welke de grote vereisten van ons leven zijn. De absolute waarheid is te beseffen dat we hier op aarde slechts passanten, reizigers zijn en dat we zullen geoordeeld worden op basis van ons gedrag, hetzij om binnen te gaan in de eeuwige zaligheid van de Hemel, hetzij om naar dat oord van foltering en vuur te gaan dat hel genoemd wordt.

Mochten we door deze parabel gesticht worden. zijn. De woorden van Christus zijn waarachtig, ze zullen nooit hun geldigheid verliezen.

abbé Georges de Nantes
uittreksel uit de conferenties over de parabels