18 APRIL 2019

Het mysterie van het Hart van Jezus,
Slachtoffer van Liefde

OP deze Witte Donderdag worden we uitgenodigd om door te dringen tot de intimiteit van het Laatste Avondmaal, waar Jezus zijn Hart opent voor zijn apostelen. Niet alleen opent Hij hen zijn hart om hen al zijn vriendschap te geven en hen de geheimen te openbaren waarvan zijn Hart brandt en overvloeit, maar nog veel meer om hen zijn eigen Vlees te eten te geven en zijn eigen Bloed te drinken.

Jezus stelt, zeer zichtbaar, de H. Eucharistie in en Hij stelt, op profetische wijze, het sacrament van de priesterwijding in. Hij geeft zich aan ieder van zijn apostelen en Hij gaat zich deze avond aan ieder van ons geven, dankzij de handeling van de priester, die een herdenking is van wat zich op Witte Donderdag heeft afgespeeld. Omdat Jezus die avond de Eucharistie heeft ingesteld en gezegd heeft die handelingen opnieuw te stellen, heeft Hij terzelfdertijd het sacrament van het priesterschap tot stand gebracht: Hij heeft aan zijn apostelen gezegd zijn gebaren te herhalen, zijn woorden terug uit te spreken, Hemzelf te doen herleven te midden van de massa van zijn gelovigen, en dat door de tijden, door de eeuwen heen, tot aan zijn terugkeer op de dag van het Laatste Oordeel.

Dát is wat we herdenken en we bevinden ons aldus mystiek vergaderd rondom deze zelfde eerste tafel waarrond Jezus zijn apostelen had vergaderd om hen zijn liefde te openbaren door zich aan hen te geven in de gave van zijn Vlees en zijn Bloed.

Maar ik voeg eraan toe: dat is niet alles. Ziedaar wat ons er zal toe brengen met Hem te blijven in dat H. Uur van zijn doodsstrijd, met veel liefde en dankbaarheid, terwijl zovele andere mensen ondankbaar geweest zijn en opstandig, kil tegenover dat Offer! En wij, hoe dikwijls zijn wij dat geweest? Jezus geeft zijn Lichaam, maar Hij voegt er één woord aan toe: «Mijn Lichaam overgeleverd voor u.» Wanneer Hij de mystieke en mysterieuze beker, die de beker is van zijn Bloed, Bloed van het nieuwe en eeuwige Verbond, doorgeeft aan zijn apostelen zegt Hij: «Dit is mijn Bloed, vergoten voor u

Dus moeten we deze avond doordringen tot in het Hart van Jezus. Het Hart van Jezus is vol liefde, zoals wij liefde hebben voor onze naaste. Als we veel houden van iemand, zouden we ons aan hem willen geven, ons helemaal geven. Maar pas op! Hier gaat het om een liefde vol medelijden, vol barmhartigheid, het is een liefde van de Verlosser, van de Heiland. Dat wil zeggen dat Jezus zich geen illusie maakt over hen die Hem omringen, niet meer over ons dan over hen die Hem omringd hebben tijdens dat laatste maal, namelijk zijn apostelen te midden van wie zich een verrader bevond, te midden van wie zich de hoogmoedige Petrus bevond die zei dat hij Hem zou volgen tot aan de dood als dat moest en die Hem ging verloochenen zelfs nog voor die nacht ten einde was. Maar wij zelf, wij zijn nog steeds op datzelfde punt.

We zijn lammen, blinden, kreupelen die Jezus gaan zoeken is, men vraagt zich af waarom, om deel te hebben aan die mystieke bruiloft, maar die het niet verdienen, niet méér dan de apostelen die avond, we zijn niet beter dan zij. Laten we ons geen illusie maken! Toch houdt Jezus van ons in de toestand waarin Hij ons kent.

Om die reden geeft Jezus aan de zieke wezens, aan de hulpbehoevende wezens die we zijn, niet eenvoudigweg zijn Lichaam en zijn Bloed zoals een vriend zich geeft aan zijn vriend, zoals een echtgenote zich geeft aan haar echtgenoot; Jezus geeft zich aan ons in zijn vooraf geofferd Lichaam, in zijn vooraf vergoten Bloed, dat wil zeggen dat Hij sterft voor ons.

Daarom is het met vreugde dat we op Witte Donderdag de Eucharistie vieren. Met vreugde en liefde gaan we Jezus in ons hart ontvangen, maar vergeten we niet dat we die gave slechts in ons hart kunnen ontvangen omdat ons vergeving geschonken is ten koste van zijn leven, ten koste van zijn aan de folteringen van de beulen overgeleverd Lichaam en zijn vergoten Bloed en door zovele wonden die Hij aanvaard heeft, de doornenkroon en de geseling.

Dat is wat het Laatste Avondmaal zo ontroerend maakt, maar ook zo helder en waar. Er bestaat geen grotere liefde dan zijn leven te geven voor hen die men bemint. Wanneer Jezus zich geeft aan zijn apostelen is dat geen romantiek, geen symbolisch gebaar zoals de protestanten denken, waarbij Jezus brood geeft dat men broederlijk gaat delen als teken van zijn vriendschap en Jezus een beker laat rondgaan waarvan iedereen zal drinken om samen te klinken als teken van hun verbondenheid die avond.

Neen! Het is een deelname aan zijn geofferd leven, aan zijn vergoten Bloed, aan zijn dood, aan zijn moord! Hij zal zich overgeven aan zijn beulen omdat Hij zich vooreerst heeft wíllen geven aan zijn vrienden. De Mis die we deze avond meemaken is werkelijk de anticipatie op het drama dat we morgen zullen beleven, namelijk het drama van het lijden van Christus, van zijn vernederingen, de nabijheid van die mensen vol haat, geweld, sadisme. Jezus aanvaardt dat alles omdat Hij slechts één doel heeft: voor ons sterven om ons het leven van God te geven.

Ziedaar die bundel van sacramenten die we deze avond herbeleven. Laten we aandachtig zijn, laten we ons leiden door de liturgie tot aan die vereniging met Jezus in de Communie en in de dankgebeden die we tot Hem zullen richten: «Heer, omdat Gij uw leven, uw Lichaam en uw Bloed voor mij gegeven hebt, beloof ik U in ruil een grote dankbaarheid en beloof ik van me eerlijk aan U te geven en uw wil te doen als die zich uit, zelfs als dat het offer betekent van iets in mijn leven, en zelfs het offer van mijn leven in zijn geheel.»

Hoe zouden geen dergelijke liefde kunnen geven aan Hem die ons zozeer bemind heeft?

abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de homilie van 3 april 1980