23 NOVEMBER 2025

Mijn hoop is de H. Kerk

O mijn God, Vader, Zoon en H. Geest, mijn zo goede hemelse Vader, onze Vader die in de Hemel zijt, o Zoon van God, mijn Meester en mijn Verlosser, o H. Geest, heiligmaker van onze zielen, vlam van goddelijke liefde uitgestort in onze harten, ik aanbid U en ik heb U lief. Ik ken U als mijn Schepper, mijn wetgever, mijn rechter, maar ook als mijn heel tedere Vader, als mijn uitverkoren Bruidegom, als mijn intieme Vriend, Gij die mij hebt geschapen en verlost om mij in eeuwigheid te redden.

Op dit hoogfeest van Christus Koning word ik mij bewust van dit heilsplan, dat uw hoogste wil is over mij zoals over elk menselijk schepsel. Ik denk aan de toekomst en voel een zekere vrees, die ik moet bedaren in het gebed, vanwege de onevenredigheid tussen het te verrichten werk en mijn povere krachten. Dit zou een bron van angst zijn als niet juist uw H. Geest in onze harten de theologische deugd van de hoop had gelegd.

Ik wil mediteren over het mysterie van de strijdende, lijdende en triomferende Kerk, om in de Kerk, mijn Moeder, de grondslag, de kracht en de overvloed van mijn hoop te vinden. Zoals de heiligen mij leren, zal ik mijn hoop en mijn hulp vinden in de H. Rooms-katholieke Kerk, want buiten haar is er geen redding voor de wereld, voor mijzelf en voor allen die ik liefheb. Men moet de Kerk binnengaan, in de Kerk blijven en haar toelaten haar moederlijke heerschappij over ons uit te oefenen.

O mijn God, verlicht mij door de voorspraak van de H. Maagd Maria, vergroot in mij het inzicht en de liefde voor de Kerk, het vertrouwen in de H. Kerk, opdat ik haar eenheid, heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit zou kunnen ervaren, zelfs te midden van de chaos van de huidige tijd.

Laten we ons herinneren dat zij zich door de eeuwen heen op deze wijze heeft gehandhaafd, dat zij zich ook vandaag nog steeds handhaaft en bestaat, ondanks alles wat deze helderheid verduistert, en dat zij zich zal handhaven tot het Laatste Oordeel. Want zij zal het werk volbrengen dat U haar hebt opgedragen, zodat alle volken hun enige liefde aan de Vader, de Zoon en de H. Geest zullen uitroepen en dat de gehele verzoende mensheid de woonplaats van haar God zal zijn.

O H. Teresia van het Kindje Jezus, giet in onze harten dit verlangen dat het uwe in vuur en vlam zette: het verlangen om in de tijd van de Apocalyps te leven. Wij bevinden ons daar middenin en ontvangen deze gevoelens van u, opdat een gevoel van uitverkiezing in ons hart zou branden en wij ons bewust zouden worden dat wij door onze hemelse Vader met een bijzondere liefde zijn uitgekozen om het licht van het geloof door te geven aan de volgende generaties.

Verhef onze hoop en onze moed in deze sombere en drukkende tijden. Geef ons in onze bijeenkomsten het vermogen om dat aanstekelijke enthousiasme te ervaren dat ingaat tegen de tegenovergestelde gevoelens van eenzaamheid, zwakheid en machteloosheid, gevoelens die al te vaak onze natuurlijke gesteldheid zijn wanneer wij alleen zijn. De waarheid ligt niet in de wanhoop. De absolute, goddelijke waarheid ligt in onze hoop.

O H. Aartsengel Michaël, overwinnaar van de duivel in dat mysterieuze hemelse gevecht, toon ons de weg. Wees onze kracht. Bemiddel voor ons die zo’n strijd voeren tegen de vijandige machten, waarvan het heil of het verderf van de mensheid kan afhangen.

O grote heiligen van Hemel en aarde, o Allerheiligste Maagd Maria, o H. Jozef en H. Johannes de Doper, o ontelbare heiligen die ons de weg hebben gewezen: geef ons op dit feest van Christus Koning het diepe gevoel van bovennatuurlijke hoop, opdat wij ons zouden wijden aan onze werken en plechtigheden in de zekerheid van de uiteindelijke overwinning van onze God en van de uitbarsting van barmhartigheid over de wereld.

O Christus Koning, o Onze-Lieve-Vrouw, onze Koningin en Koningin van de wereld! Als wij daarvan niet zeker zijn, kunnen wij niet op een realistische wijze werken. Onze woorden zouden leeg, ijdel en louter retorisch zijn.

Zo vluchten wij, allerliefste Heer, mijn God, mijn Vader, opnieuw onder uw majestueuze, barmhartige en goedgunstige gezag, opdat de vreugde, de vrede en de lof van de heerlijkheid, die de Kerk en elk van haar kinderen te allen tijde moeten bezielen, op ons gelaat zouden mogen stralen.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 29 september 1980