26 OKTOBER 2025
Jezus houdt van wie nederig is
Ik hou van dit Evangelie van de Farizeeër en de tollenaar. Ik zie de scène alsof ik erbij ben. Laat ons luisteren naar Jezus, de Zoon van God, de mensgeworden Wijsheid. Hij spreekt met eenvoud, helderheid en barmhartigheid, Hij, de Barmhartige bij uitstek:
Met het oog op sommigen die overtuigd van eigen gerechtigheid de anderen minachtten, vertelde Hij de volgende gelijkenis:
“Twee mensen gingen op naar de Tempel om te bidden; de een was een Farizeeër en de andere een tollenaar.
“De Farizeeër stond met opgeheven hoofd en bad bij zichzelf als volgt: ‘God, ik dank U dat ik niet ben als de rest van de mensen, rovers, onrechtvaardigen, echtbrekers, of ook als die tollenaar daar. Ik vast tweemaal per week en geef tienden van al mijn inkomsten.’
“Maar de tollenaar bleef op een afstand en wilde zelfs niet zijn ogen opheffen naar de Hemel. Hij klopte zich op de borst en zei: ‘God, wees mij, zondaar, genadig.’ Ik zeg u: deze ging gerechtvaardigd naar huis en niet die andere, want al wie zich verheft, zal vernederd worden, maar wie zich vernedert, zal verheven worden.”
Hoe eenvoudig! Hoe mooi! Toen ik op vakantie was in Glux of in Chônas, ontmoette ik in onze dorpen mensen die nederig waren. Hun hele leven speelde zich af rondom de parochie. Zij hadden nooit veel geluk gehad: arm geboren, arm gebleven en zonder veel relaties of ontspanning.
Gelukkig waren daar de kerk, het rozenhoedje, de bezoeken aan het Allerheiligste. De pastoor was voor hen als een vader aan wie zij alles kwamen toevertrouwen. Hun leven was onopvallend, maar zij bleven in de waarheid, op hun plaats. Zij waren de lievelingen van Christus, omdat zij zich niet vergisten over zichzelf.
Jezus is zo goed geslaagd dat Hij met die twintig lijnen tekst de wereld veranderd heeft. Vandaag weet men overal wat het betekent om iemand een “Farizeeër” te noemen: een trotse mens die zichzelf overschat. En dat alleen dankzij het Evangelie, omdat Jezus daarvan een onvergetelijk beeld heeft getekend.
Zoals mijn moeder zei: “Je hebt geluk dat ik er nog ben, maar als ik er niet meer ben, vraag ik me af of er nog iemand zal zijn om je in je gezicht de waarheid te zeggen.” Ik ben dat nooit vergeten. Tot over het graf herinnert ze me eraan waar het op staat. Niet prettig om te horen, maar het is de waarheid. Hoe goed is Jezus! Wie zegt dat men in het Evangelie het Hart van Jezus niet ontwaart, kan niet lezen.
Er staat dat Jezus zich richtte tot hen die zichzelf volmaakt waanden. Waarom? Omdat Hij hoopte hen te veranderen. Zoals mijn moeder of onze onderwijzeres die me op de gang apart namen om me de les te spellen: het was om me te veranderen, om me te doen inzien dat ik mijn omgeving het leven onmogelijk maakte. Gelukkig dat ik hen heb gehad! Gelukkig dat de Joden Jezus zo over hen hebben horen spreken! Het was een genade die Jezus de Farizeeën schonk, zodat zij zich zouden bekeren vóór zij, eenmaal boven, door God geoordeeld en gestraft zouden worden.
Op dezelfde manier richt Jezus zich tot de tollenaar om hem te zeggen: “Jij denkt dat je een dief bent, een losbandige kerel zonder geweten. Maar je tranen hebben Mij geraakt, omdat je om vergeving vroeg. Ik heb je vergeven. Je hebt geluk dat je een arme stakker bent, want die ander, daar op de eerste rij, die grote gebaren maakt om mijn aandacht te trekken, die zal teruggaan met al zijn zonden, zonder vergeving.” En dat is werkelijk verschrikkelijk!
Daarom mijn conclusie: elke keer dat ik een klap kreeg, dat ik tegen de grond werd geslagen, leefde mijn omgeving mee alsof het een groot ongeluk was. Maar door de genade van God en dankzij mijn moeder én mijn heilige Moeder, de Maagd Maria, denk ik dat ik elke keer heb ervaren dat het me goed deed, dat het heilzaam was om een trapje lager opnieuw te beginnen. Het deed me begrijpen dat de interessante mensen niet de hoogmoedigen zijn, maar de nederigen.
Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 9 augustus 1998