3. In den beginne, de Onbevlekte Ontvangenis
1. « God is Liefde » en het voorwerp van die liefde is de Persoon van de Onbevlekte, bij de aanvang van de eeuwen door God in zijn Heiligheid geconcipieerd. Het is aan haar dat Hij het eerst heeft gedacht, zelfs vooraleer Hij Adam en Eva schiep en de daarna volgende geslachten. Zij werd “uitgedacht” door God, Vader en Zoon, in hun H. Geest en van in alle eeuwen.
2. Het Onbevlekt Hart van Maria, gloeiend brandpunt van “rondom omgaande liefde”, is de bron van een onafgebroken beweging van wederzijdse affectie en toewijding, een liefde die overloopt van het leven binnen de Drie-ene God in het Hart van Maria en er weer naar terugkeert. Elke ziel die verlangt daar deel van uit te maken, wordt er door aangetrokken. De vrucht van die liefde is de verhoopte oogst van alle menselijke wezens of tenminste toch hen die God onze Vader voorbestemd heeft om kinderen van Maria te worden. Want het is aan haar dat God heel de orde van de barmhartigheid toevertrouwd heeft.
3. De geïnspireerde schrijvers, auteurs van de Wijsheidsboeken van het Oude Testament, hebben die vrouwelijke aanwezigheid bij God opgemerkt, als voorbereiding op de komst van zijn Zoon en van de H. Geest op de aarde. Zij is vóór alle eeuwen geschapen en bestond op een mysterieuze manier vooraf bij God de Schepper: « Toen er nog geen oceanen waren, was ik al geboren » (Spr 8, 24).
4. Daarom wil de goede God, van wie de oneindige Liefde zich van in alle eeuwigheid op de Onbevlekte gevestigd heeft, dat wij beginnen met ons aan haar toe te wijden als wij Hem willen behagen: wij moeten binnentreden in wat zijn voorkeur wegdraagt. Dit mysterie is van een oneindige en verlossende wijsheid!
De totale toewijding van de falangist aan de Onbevlekte is bijgevolg de noodzakelijke en voldoende voorwaarde voor een bekering tot de godsdienst in zijn geheel, uit liefde tot de Onbevlekte. Het is een liefde die grenzeloos is, omwille van volgende raadgeving van de H. Maximiliaan-Maria Kolbe: « Als je iets wil doen, dan moet je jezelf toewijden aan de H. Maagd, aan de Onbevlekte, want zij is het die heerst over het Hart van God. » Zij heeft de opdracht gekregen om de laatste uitingen van goede wil te mobiliseren en ze zal ze vullen met licht en kracht. Zij is het die alles zal verwezenlijken.