16. De Maagd Maria, teken van tegenspraak
1. Vanaf de leerlingen van Nestorius tot aan de hervormers van Vaticanum II « wordt geregeld tweedracht gezaaid binnen de christelijke familie met betrekking tot u, Moeder Gods! » Het is blijkbaar voor elke sekte een onontwijkbare noodzaak en een doem om die steen des aanstoots aan te vallen en er te pletter tegen te lopen! Alle mogelijke voorwendsels zijn goed: in de 5de eeuw ging het om het verdiepen van het mysterie van de Menswording; in de 16de eeuw om een betere kennis van de grootheid van God en zijn gratuite gaven; vandaag komt het er op aan een duidelijker licht te werpen op het mysterie van de Kerk en de beginselen van haar apostolaat. Maar altijd werd het “christocentrisme” als argument ingeroepen tegen de eredienst van Onze-Lieve-Vrouw.
Want de opstandige geesten keren zich steeds tegen de Maagd, Zetel van Wijsheid, die precies de sleutel in handen heeft van de mysteries die haar tegenstanders proberen te begrijpen! Geleerden bekritiseren haar mooiste titels, geestelijken trekken de paternosters uit de handen van de kinderen. Elke “hervorming” begint met een oorlogsverklaring aan Maria.
2. De Onbevlekte Maagd is waarlijk een teken van tegenspraak; in haar openbaren zich de harten. In zijn Voorzienigheid heeft God haar aangesteld tot bewaakster of beter nog beschermster van de Kerk en de christenen. Het is de Allerheiligste Maagd Maria die ons redt van de zinsbegoochelingen van de Antichrist door hem de kop te verpletteren. Daarom wordt er gezegd: « Zij alleen zal de ketterijen in de hele wereld overwinnen. »
Van het dogma van het goddelijk Moederschap, afgekondigd door het Concilie van Efese in 431, tot dat van de Onbevlekte Ontvangenis, gedefinieerd door de Z. Pius IX in 1854 en bevestigd door de Onbevlekte in persoon in Lourdes op 25 maart 1858, zijn veertien eeuwen verlopen. In die periode hebben kerkvaders, theologen en dichters als om strijd in Maria het volmaakte én reële ideaal begroet van maagd, bruid en moeder, gezegend onder alle vrouwen, voorbestemd door de liefdevolle wil van God die haar wou scheppen, huwen en vruchtbaar maken.
Sommigen kunnen van mening zijn dat zij nu teveel belang krijgt; dat bewijst alleen maar dat haar mysterie en devotie een hinderpaal vormen voor hun uitvindsels en plannen. Als ze in de Kerk voldoening en verzadiging zouden vinden, zouden ze zich volop verheugen in de glorie van Maria.
De falangist verbaast zich niet over de razernij van Satan tegen de Onbevlekte. Hij van zijn kant loopt over van liefde voor Onze-Lieve-Vrouw, zijn Moeder en Koningin, de vruchtbare Maagd bij wie zovelen komen schuilen: de nederigen en de berouwvollen, de goede christenen en zij die het willen worden, de menigten van alle rassen en talen die in de Verlosser geloven en op zijn genade hopen, alle mensen van goede wil. Laat ondertussen het tumult van de door Satan opgehitste wereld maar razen tegen haar en tegen Jezus! Het is onder de banier van de Onbevlekte dat de Falanx strijd voert en onophoudelijk de hersenspinsels ontmaskert die de duivel de eeuwen door en vandaag tot in de H. Kerk zelf uitdenkt.