19. Tegen het liberaal-katholicisme

1. De geheime genootschappen zouden tegen de Kerk van Christus een volkomen vruchteloos gevecht geleverd hebben als zij in die Kerk geen verraders gevonden hadden om de poorten te openen en haar over te leveren: de liberaal-katholieken.

Zij zijn weliswaar katholiek en ze beweren zelfs dat ze het méér zijn dan de anderen, omdat zij in de naam van het Evangelie weigeren de vijanden van Jezus Christus te bekampen. Het gevolg is dat ze hun vijanden van vroeger tot vriend en bondgenoot maken, maar hun eigen huisgenoten, hun katholieke broeders, tot vijand. Al bijna twee eeuwen gaan ze tegen die laatsten fel tekeer.

2. Door een eigenaardige afwijking van geest en hart, waarop ze zich niettemin beroemen als op een bewijs van grote intelligentie en edelmoedigheid, willen de liberaal-katholieken bij de tegenstander nooit fanatisme of blinde haat zien. Ze hebben de neiging om de zienswijze van de ander over te nemen en doen hun best om aan die visie dezelfde geloofwaardigheid en kracht toe te kennen als aan hun eigen katholiek standpunt. Op die manier drijven ze een koehandel met de waarheid. Het resultaat is dat onder het voorwendsel van naastenliefde alle vormen van geloof gelijkgeschakeld worden.

3. Bijgevolg eisen zij van de Kerk een verzoenende houding, het einde van de banvloeken (anathema’s), de dialoog met de aanhangers van alle geloofsovertuigingen en een gemeenschappelijke zoektocht naar de waarheid. Daarop vooruitlopend kondigen zij alvast een eenzijdige wapenstilstand af, die de katholieke gemeenschap openstelt voor de invloed van haar gezworen vijanden en haar aan hen uitlevert, allemaal met het excuus van algemene verzoening en gelijke naastenliefde voor iedereen.

Omdat de liberaal-katholieken gewonnen zijn voor het vrijmetselaarsprincipe van de verdraagzaamheid, beschouwen ze ons geloof, dat onvoorwaardelijk zeker is van de waarheid, als een onverdraaglijke vorm van integrisme, fanatisme en geestelijke bekrompenheid die moet worden veroordeeld en uitgesloten. Zo veranderen die apostelen van de tolerantie in aanklagers en lasteraars, in inquisiteurs en vervolgers van hun broeders. Die willen ze uit de Kerk bannen of doen wegkwijnen in een of andere uithoek, opdat uiteindelijk de liefde hand in hand met de vrijheid zou heersen!

4. Hun eerste grote inspanning bestond er in de hiërarchische Kerk officieel en daadwerkelijk liberaal te maken. Hun tweede streefdoel is het bekomen van de uitschakeling en verwijdering van de beginselvaste katholieken. Als dat kon worden verwezenlijkt, zou hun verraad volkomen zijn en zou Jezus opnieuw door Judas aan zijn vijanden worden uitgeleverd om veroordeeld en gekruisigd te worden.

5. De falangist van de Onbevlekte verzet zich met klem tegen het liberaal-katholicisme. Want wie houdt van Christus en de Onbevlekte Maagd Maria kan niet anders dan in botsing komen met wie niet van hen houden. Sommigen van die laatsten noemen zich openlijk atheïstisch, wat verschrikkelijk is; anderen verontschuldigen het atheïsme of prijzen het, wat een nog vreselijker godslastering is, een regelrechte belediging van God onder valse voorwendselen. De dwaling bij anderen aanvaarden als een geoorloofde opinie of een toegestane vrijheid leidt er onvermijdelijk toe dat men er zichzelf aan uitlevert. Samen met de H. Pius X zal de falangist door zijn cultus en verdediging van de waarheid het masker afrukken van die “slechte katholieken”, die de H. Bernadette meer dan wie of wat ook vreesde.