Quo vadis ?
PAUS Franciscus is er absoluut van overtuigd dat Vaticanum II het werk van de H. Geest is en dat zijn voorgangers allemaal “ heiligen ” zijn. Daarom zet hij vastbesloten de Hervorming van de Kerk verder.
EEN RAMPZALIG INITIATIEF : DE SYNODE OVER DE SYNODALITEIT
In het spoor van de Duitse Synodale Weg getuigen ook de voorstellen die vanuit de andere plaatselijke Kerken ingediend worden van een echt duivelse desoriëntatie : meer democratie en dus meer macht aan de leken in de Kerk ; wijding van de vrouwen en huwelijk van de priesters ; einde van de discriminatie van homoseksuelen ; “ evolutie ” van de kerkelijke moraal die homoseksualiteit en alles wat er uit voortvloeit moet integreren ; enz.
De Franse zuster Nathalie Becquart, adjunct-secretaris in Rome van de Synode over de synodaliteit, noemt dat « de verrassingen van de H. Geest ». In werkelijkheid gaat het om een diabolische geest die Jezus in het Hart treft door te eisen : « Eindelijk missen waarin de lectuur van de Bijbel het aandeel van iedereen zou accentueren, terwijl het sacrament van de Eucharistie zou geminimaliseerd worden, want het wordt beschouwd als discriminerend voor homoseksuele personen en hertrouwde echtgescheidenen » (Le Figaro van 17 juni 2022).
Waarom maken de paus en de bisschoppen geen gebruik van hun apostolische, leerstellige en dwingende macht om in de naam van God een einde te maken aan al deze eisen die ketters, schismatiek en schandalig zijn en beledigend voor God ?
Wat Franciscus niet beseft, omdat hij zelf getroffen is door de “ ziekte ”, is dat de Kerk ziek is door een breuk in de traditie. De H. Pius X (1903-1914) had een zuivere doctrine en zette uitstekende katholieke hervormingen in gang op alle gebieden : Bijbelse, liturgische, canonieke enz. Maar sindsdien heeft de sekte van de modernisten en progressisten haar wil in de Kerk opgelegd en is de geest van de protestantse Reformatie er in doorgedrongen. Jean-Marie Guénois, op dit ogenblik de beste katholieke kroniekschrijver in Frankrijk, legt de vinger op de wonde : de voorstellen voor de Synode gaan allemaal in de richting van « een protestantisering van het katholicisme » (Le Figaro, 16 juni).
Guénois noemt paus Franciscus « niet bepaald een politiek genie » : « In plaats van de hervorming van bovenaf te lanceren, denkt hij dat het efficiënter is heel de Kerk in “ synodale modus ” te plaatsen... » Maar hoe zijn we zover gekomen, meneer Guénois ? Wie heeft onze bisschoppen zo machteloos en ridicuul gemaakt ? Paus Franciscus is zeker geen “ politiek genie ”, maar was Benedictus XVI dat dan wel ? Bij wie heeft Franciscus zijn inspiratie gehaald ? Bij Paulus VI, zoals u ongetwijfeld weet, en bij de pastorale constitutie Gaudium et spes. Om de waarheid en de oorzaken van het drama van de huidige geloofsafval te kennen, moeten we te rade gaan bij onze vader, abbé de Nantes, die al lang geleden aan de kaak stelde hoe het Tweede Vaticaans Concilie de macht van de plaatselijke bisschoppen uitgehold heeft. We citeren uit punt 29 van De 150 punten van de Falanx van de Onbevlekte :
« De falangist koestert alleen maar twijfel en wantrouwen tegenover alle collegiale, bureaucratische en parlementaire organismen die inbreuk maken op het persoonlijke gezag van de bisschop, waardoor dat in diskrediet wordt gebracht en zelfs vernietigd. Van bovenaf gebeurt dat door bisschoppenconferenties en diocesane commissies, van onderuit door raden van priesters en militanten, op gelijk niveau door de centrale besturen van de bewegingen van de Katholieke Actie. Al die parasitaire organisaties eisen een recht van advies op, om zich op te werpen als spreekbuis van de volksmening, en vervolgens een recht op overleg dat ze zich onrechtmatig toe-eigenen, om het bisschoppelijk beleid te controleren. Die anonieme, onverantwoordelijke oligarchieën ontpoppen zich tot door en door revolutionaire krachten, bij wie alle ketterijen en schisma’s onderdak en aanmoediging vinden. De falangist blijft buiten die organisaties. Hij erkent enkel de traditionele rechtsorganen : de bisschoppelijke raad, de diocesane, regionale of algemene synodes en de concilies. »
Het zijn die « parasitaire organisaties », dat parallelle wereldje dat in de bisdommen de lakens uitdeelt, waaraan de Kerk sterft en waaraan paus Franciscus nu het lot van de Kerk toevertrouwd heeft.
HET CONCILIAIRE PACT
In de jaren 1950 waren het lichaam en het hoofd van de Kerk, ondanks de uiterlijke schijn, zo ziek dat Pius XII zelf altijd geweigerd heeft om een concilie samen te roepen, zo bevreesd was hij dat het Romeinse oppergezag de controle erover zou verliezen. Dat is precies wat gebeurd is onder de pontificaten van Joannes XXIII en Paulus VI. Als de ketterij zich heeft kunnen opdringen aan Vaticanum II, dan is dat aan hen te wijten, vooral aan Paulus VI. In 1978 kon de onlangs zaligverklaarde Joannes-Paulus I alleen maar met afgrijzen vaststellen : « De duivel huist in het Vaticaan ». En hij stierf eraan, als martelaar voor zijn broeders...
Satan en diegenen die hem zijn toegewijd zijn volop aan het werk in de Kerk, zoals uit de synodale voorstellen duidelijk blijkt. Paus Franciscus zal vroeg of laat verplicht worden de realiteit onder ogen te zien en « te gaan waar hij niet heen wil » (Jo 21, 18) : de goddelijke kracht van zijn onfeilbaarheid gebruiken opdat de poorten van de hel onze heilige, katholieke en hiërarchische Kerk niet zouden overweldigen. Maar het zal moeilijk zijn voor hem, om een reden die abbé de Nantes als enige begrepen heeft :
« Vanaf 1962 was ik in felle oppositie tegen die rage van hervormingen, veranderingen en nieuwlichterijen die zich op het Tweede Vaticaans Concilie deed gelden en die al gauw de essentie zou worden van het conciliaire pact waarvan de Kerk nu de gevangene is. Ik voorzag en verkondigde wat de gevolgen zouden zijn nadat het Concilie in een quasi volledige eensgezindheid beëindigd was : op alle domeinen zouden zich geweldige, wanordelijke wijzigingen voordoen zonder enige weerstand van het geheel van de hiërarchische Kerk. Ze was uitgeleverd aan de hervormers, hun uitvindsels en hun experimenten, waarbij de meest dwaze en slechte het fataal zouden halen op de betere. Het afgekondigde ideaal was dat van de permanente hervorming » (CRC nr. 120, augustus 1977, p. 3).
Het conciliaire pact is dus « een belofte van solidariteit en onderlinge verdediging die de concilievaders verenigt » in eenzelfde doelstelling : de Kerk in die staat van “ permanente hervorming ” houden. Het pact is niet zozeer gericht tegen de extreme reformisten, « zij die te snel gaan », de onvoorzichtige doordrijvers, want het zijn vrienden. Men kan hen afkeuren, zeggen dat zij overdrijven, maar haast nooit krijgen zij een proces aan hun been om hen te veroordelen. Omgekeerd echter vormt het pact een gemeenschappelijk front tegen hen die, zoals onze vader, steunen op het onfeilbare onderricht van de Z. Pius IX in de Syllabus en die, in de lijn van dit document, een veroordeling uitspreken over « de stelling dat de Kerk zich moet openstellen voor de vooruitgang omdat de moderne wereld zogezegd vooruitgaat in denken, moraal, beschaving en godsdienst » (De Kerk is ziek van het Concilie, 1983).
PAUS FRANCISCUS EN DE TRADITIONALISTEN
Joannes-Paulus II en zijn alter ego kardinaal Ratzinger voelden aan dat de katholieke jeugd in zijn geheel neigde naar de traditie. Ze wilden drie dingen tegelijk : die jongeren weghouden van het schisma van Mgr. Lefebvre, verhinderen dat zij de invloed van De katholieke Contrareformatie zouden ondergaan en ook de schismatieke beslissing van Paulus VI doen vergeten die de oude ordo missae had verboden. De pauselijke commissie Ecclesia Dei (1988) onthaalde dus de gemeenschappen die weigerden deel te nemen aan het schisma van de Lefebvristen en abdijen als Fontgombault die de oude ordo wilden handhaven... op één voorwaarde uiteraard : de officiële en niet te onderhandelen aanvaarding van Vaticanum II.
Het motu proprio Summorum Pontificum (2007) van Benedictus XVI breidde de mogelijkheid tot het gebruik van de tridentijnse ritus – de zgn. “ buitengewone vorm ” – uit tot heel de Kerk, terwijl de novus ordo van Paulus VI de “ gewone vorm ” bleef. Paus Franciscus, leerling van Paulus VI en gedreven door het verlangen om Vaticanum II tot voltooiing te brengen, keerde logischerwijze terug tot het nagenoeg volledig verbieden van de Mis van de H. Pius V zoals ten tijde van paus Montini. In die context moet het motu proprio Traditionis custodes van 18 december 2021 gezien worden.
Zij die de oude Mis opdragen, worden door Franciscus verdacht, niet zonder reden overigens, van aanhankelijkheid aan het katholieke geloof van het Concilie van Trente en dus van een radicale oppositie tegen de protestantse Hervorming ; zij zijn gehecht aan een priesterlijke, eucharistische en mariale Kerk die niet genoeg openstaat voor de inspiratie die de “ Geest ” verspreidt onder de leken... Het is een feit dat de tridentijnse ritus objectief gesproken de drager is van alles wat Paulus VI wou uitroeien met zijn Concilie en zijn opening naar de wereld – de wereld van de Reformatie, de Verlichting, de Franse Revolutie en het hedendaagse atheïsme.
Onze H. Vader beschouwt de traditionalisten als « nostalgieke mensen » die « bezeten zijn van restauratie » en absoluut « achteruit willen lopen ». Hij verstaat helemaal niet dat jongeren zo zijn : « Ik probeer altijd te begrijpen wat zich verbergt achter personen die te jong zijn om de preconciliaire liturgie meegemaakt te hebben en haar toch opeisen. Die rigiditeit verbergt altijd iets, als we maar voldoende blijven graven : een gevoelen van onveiligheid [?], soms zelfs meer [de paus denkt in de verste verte niet aan het geloof of aan de eucharistische vroomheid !]... De rigiditeit is defensief. De ware liefde is niet rigide... » (Le Figaro van 18 januari 2022).
GEEN INTEGRISME, GEEN PROGRESSISME,
MAAR EEN “ DERDE WEG ”?
Toch mogen we ons niet laten misleiden door die liturgische kwestie. Waar het werkelijk om gaat, is de confrontatie tussen enerzijds het dogma van het katholieke geloof en anderzijds de protestantse vervorming ervan door progressisten en modernisten tijdens Vaticanum II.
Abbé de Nantes is de enige van zijn generatie die niet in de val getrapt is en zich niet blindgestaard heeft op de zaak van de liturgie. Hij heeft « gemikt op het hoofd » door de ketterij, het schisma en de schandalen te ontmaskeren in de woorden en daden van paus Montini en later van paus Wojtyla, net zoals in de teksten van het Tweede Vaticaans Concilie en de Catechismus van de katholieke Kerk. Het resultaat waren drie aanklachtendossiers, die geen oordeel uitspreken, maar vragen om geoordeeld te worden door een beroep te doen op de onfeilbaarheid van de Roomse Opperherder. Het feit dat hij zo’n oordeel ex cathedra nooit heeft kunnen verkrijgen, is het bewijs zelf van de onfeilbaarheid van de Kerk – wat niet niets is !
De drie canonieke stappen ondernomen door onze vader laten onze huidige prior, broeder Bruno, toe om het werk van de Contrareformatie verder te zetten, een werk dat er tegelijkertijd een is van katholieke renaissance, vol prachtige vooruitgang en schitterende toekomstprojecten. Dat kan gebeuren zonder dat wij ons geloof moeten afzweren of ons moeten aansluiten bij Vaticanum II, terwijl wij zelfs het beste van de hedendaagse theologie in onze arbeid integreren.
Dit intelligente traditionalisme ontbreekt vandaag jammerlijk bij nagenoeg alle behoudsgezinden. Allemaal blijven ze meer dan ooit aanhangers van Joseph Ratzinger, spilfiguur van Vaticanum II en grijze eminentie van Joannes-Paulus II. Zij vereren Benedictus XVI als was hij een heilige kerkleraar en willen niets weten van de overduidelijke bewijzen die de katholieke Contrareformatie vanaf het begin tegen hem aangedragen heeft : wat hij in werkelijkheid leert, is een subtiel progressisme en modernisme, dat hij verkoopt onder het verleidelijke voorkomen van een katholiek traditionalisme, met magnifieke citaten uit de Bijbel en de kerkvaders en met het goud en de wierook van grootse liturgische plechtigheden... De keuze tussen Benedictus en Franciscus is een valse keuze !
Onze huidige Opperherder hoopt dat het synodale proces dat hij in gang heeft gezet een derde weg zal openen, een ware verrassing van de H. Geest. Hij maakt zich illusies. De échte derde weg zal dogmatisch én pastoraal zijn en zal het werk zijn van een Derde Vaticaans Concilie. Alleen zo zal de Kerk haar grote missionaire opdracht van bekering en heiliging van de zielen over de hele wereld kunnen hernemen.
In afwachting daarvan mogen we niet vergeten dat onze allerliefste hemelse Vader ons vandaag een heel specifieke en aantrekkelijke derde weg aanbiedt : de devotie van eerherstel tot het Onbevlekte Hart van Maria. Bestaat er iets beters om de rechtgelovige zielen van goede wil te verenigen, ongeacht hun “ gevoeligheid ”? Die devotie is de ware « verrassing van de H. Geest » die door Christus aan paus Franciscus wordt voorgesteld om zijn Kerk te herbouwen !
broeder Philippe van het Gelaat van God
Hij is verrezen ! nr. 120, november-december 2022