BRIEF AAN DE FALANX NR. 111
24 maart 2020

Jezus-Maria! Jozef!

De verlossende epidemie

Mijn liefste broeders, zusters en goede vrienden

De rechtvaardige hand van «God, de almachtige en barmhartige Vader» in wie wij geloven, weegt plots zwaar op een wereld “in lockdown”, dat wil zeggen een wereld die omgevormd is tot een klooster, waarvan wij de “clausuur” en alle artikels van de “Regel” strikt moeten respecteren. Volgens de meest gezaghebbende medische adviseurs is het een kwestie van leven of dood! We moeten bijgevolg de nederigheid betonen gehoorzaam te zijn aan de richtlijnen en voorschriften van de overheid, zoals een monnik of een moniale binnen hun communauteit gehoorzamen aan hun overste.

Op 15 maart trok de Paus «met wankele tred» door een verlaten stad Rome, onder meer om te gaan bidden aan de voet van het miraculeuze kruisbeeld dat in de kerk van San Marcello al Corso bewaard wordt. Tijdens de grote pestepidemie die Rome teisterde in 1522 werd het kruisbeeld in processie door de stad gedragen, waarna de ziekte plots ophield.

Het virus uit China is het buitengewone zinnebeeld van de grote, universele geloofsafval of apostasie die de Kerk en de wereld overvallen heeft «sedert verschillende decennia», meer in het bijzonder sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), een apostasie die leidt naar de eeuwige dood, de «tweede dood», als wij ons niet bekeren. Als wij echter vergeving vragen niet alleen voor onze eigen zonden, maar ook voor hen «die niet geloven, niet aanbidden, niet hopen op de barmhartigheid en niet houden van» het Onbevlekt Hart van Maria, ons aller Moeder voor altijd, zullen wij erbarmen verkrijgen. Dat erbarmen werd door onze H. Vader Paus Franciscus afgesmeekt over zijn grote, verlaten stad waar hij op zondag 15 maart doorheen getrokken is, zoals we hebben kunnen zien, met «wankele tred»; hij liet de kerken terug openen om aan de Maagd Maria, Salus populi, de redding te vragen die hij eerst tevergeefs gevraagd had aan «God», overeenkomstig de “interreligieuze” aanroeping die «alle godsdiensten» gemeenschappelijk hebben – Allah in het Arabisch, Jehovah in het rabbijns Hebreeuws. Maar God bleef doof voor dat verzoek, want Hij wil dat de Plaatsvervanger van zijn Zoon zich richt tot Jezus’ Moeder.

Ja, wij moeten erkennen dat deze pandemie een verschrikkelijke straf is, omdat Onze-Lieve-Vrouw van Fatima ons al honderd jaar vruchteloos verwittigt dat onze God in de wereld de devotie tot haar Onbevlekt Hart wil instellen en dat Hij werkelijk «al te zeer beledigd» is door onze weigeringen, onverschilligheid en beschimpingen. Onze Vader is boos, maar zijn woede verbergt zijn verdriet, dat in Fatima geopenbaard werd en dat de herdersjongen Francisco zo van zijn stuk bracht. De goddelijke barmhartigheid drukt zich uit doorheen de mond en de hand van de Plaatsvervanger van zijn Zoon, die ons uitnodigt tot de geestelijke communie van Jezus Christus, Onze Heer, die ontvangen is van de H. Geest en geboren uit de Maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd is, gestorven en begraven, de derde dag verrezen uit de doden, die opgevaren is ten Hemel en zit aan de rechterhand van God de almachtige Vader, vanwaar Hij zal komen oordelen de levenden en de doden.

Dat is ons geloof, waarin onze H. Vader Paus Franciscus ons «bevestigt» sinds hij «bekeerd» is, als opvolger van Petrus die van de Heer het bevel kreeg: «Simon, Simon, zie, de Satan heeft u allen willen ziften als tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet zou bezwijken. En gij, wanneer ge u bekeerd hebt, bevestig dan uw broeders» (Lc 22, 31-32).

Paus Franciscus tijdens het opdragen van de Mis in Santa Marta (21 maart 2020).

Dat is wat Franciscus gedaan heeft aan het einde van de rechtstreeks uitgezonden Mis die hij opdroeg in de Casa Santa Marta op 21 maart. Hij nodigde zijn door het coronavirus Covid-19 in hun eigen huis opgesloten broeders en zusters uit om een «geestelijke communie» te doen. In aanbidding neergeknield voor het uitgestalde H. Sacrament sprak hij volgend gebed uit: 

«O mijn Jezus, ik geloof dat Gij werkelijk aanwezig zijt in het Allerheiligste Sacrament des altaars. Ik hou van U, meer dan van wat ook, en mijn ziel verlangt naar U. Vermits ik U momenteel niet op sacramentele wijze kan ontvangen, kom dan tenminste geestelijk in mijn hart.

«En omdat Gij gekomen zijt, omhels ik U en verenig ik mij volledig met U.

«Sta niet toe dat ik ooit van U gescheiden word.»

Daarop heeft de Paus de barmhartige hand uitgestrekt van Hem die gezegd heeft: «En u zal Ik de sleutels geven van het rijk der hemelen. Al wat gij op aarde zult binden, zal ook in de hemel gebonden zijn; en al wat ge op aarde zult ontbinden, zal ook in de hemel ontbonden zijn» (Mt 16, 19).

«Een grote mantel van erbarmen is open gespreid voor iedereen die hem wil ontvangen», aldus kardinaal Piacenza, de groot-penitencier van de katholieke Kerk. Paus Franciscus heeft van die macht gebruik gemaakt door het decreet op de volle aflaat, geschonken aan de zieken, hun verzorgers en alle gelovigen, op 20 maart 2020: «aan alle patiënten getroffen door het coronavirus die zich in de kliniek bevinden of thuis in quarantaine», aan het verzorgend personeel, «aan de gezinsleden en hen die de zieken helpen» en tenslotte aan iedereen die bidt voor het einde van de pandemie, voor de mensen die lijden en voor de overledenen.  

Wij van onze kant zijn begonnen met een noveen voor de verheerlijking van onze vader, abbé de Nantes; wij vragen zijn tussenkomst opdat de “eerste orde” van de Kleine broeders van het H. Hart, de “tweede orde” van de Kleine zusters en de “derde orde” van de falangisten van de Onbevlekte gespaard zouden blijven «als getuigenis van de waarheid die hij zo moedig heeft verdedigd en opdat alles zou bijdragen tot de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria en tot de redding van de Heilige Kerk.»

GEBED OM DE VERHEERLIJKING VAN ONZE VADER TE BEKOMEN

Allerheiligste Drie-eenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, in deze tijd van duivelse verwarring hebt Gij uw Heilige Kerk niet overgelaten aan de ketterij en het schisma, die zoveel zielen op de weg naar de geloofsafval hebben gebracht. Gij hebt haar als verdediger uw priester Georges de Nantes gegeven, stichter van de Kleine broeders en de Kleine zusters van het Heilig Hart, in het klooster broeder Georges van Jezus-Maria.

Zijn vurig geloof in de Kerk, zijn grote godsvrucht tot de Heilige Eucharistie, zijn liefde voor de Heilige Harten van Jezus en de Onbevlekte Maagd Maria, zijn ijver voor de zielen en voor zijn vaderland hebben het geloof van een groot aantal mensen gered en de verrijzenis van de Kerk voorbereid.

Uw dienaar heeft nu zijn levensweg beëindigd en de strijd hier beneden gestreden. Er rest hem nu enkel om voor uw troon zijn roeping van «lof van uw Glorie» te vervullen. Daarom vertrouwen wij aan zijn bemiddeling toe: (vermeld hier uw intentie). Hij die de beproevingen van zijn geestelijke kinderen en van zijn vrienden zozeer ter harte nam, zal niet doof blijven voor ons smeken.

Gewaardig u de gebeden van uw dienaar te verhoren, zo smeken wij, opdat hij zou verheerlijkt worden als getuigenis van de waarheid die hij zo moedig heeft verdedigd en opdat alles zou bijdragen tot de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria en tot de redding van de Heilige Kerk.

Amen.

Paus Franciscus nodigde alle christenen uit om op woensdagmiddag 25 maart het Onzevader te bidden, «allemaal samen», als een «unaniem gebed» tegen de pandemie van het coronavirus. Een interconfessioneel Onzevader om de Boodschap van de engel Gabriël aan Maria te vieren! Zou een Weesgegroet dan niet beter op zijn plaats geweest zijn?

Aan de herdertjes die haar vroegen om een einde te maken aan de oorlog, in 1917, antwoordde Onze-Lieve-Vrouw van Fatima: «Bid elke dag het rozenhoedje», waarbij elke Onzevader gevolgd wordt door tien Weesgegroeten! Dat herhaalde ze bij elk van haar zes verschijningen, van 13 mei tot 13 oktober 1917. Daarna heeft zij aan iedereen die de eerherstellende devotie van de vijf eerste zaterdagen van de maand zou volbrengen de belofte gedaan dat zij hen zou bijstaan in het uur van de dood, met alle genaden die noodzakelijk zijn voor de redding van hun ziel.

God wil in de wereld de devotie tot het Onbevlekt Hart van Maria instellen. «Aan wie deze devotie omhelst, beloof ik de redding. Deze zielen zullen welgevallig zijn aan God als bloemen door mij geplaatst om zijn troon te versieren» (13 juni 1917).

Wat ons betreft, op 27 maart zullen wij de 72ste verjaardag vieren van de priesterwijding van onze vader, abbé de Nantes (27 maart 1948). De Paus zal ons en alle gelovigen die dag uitzonderlijk zijn zegen Urbi et orbi geven, waaraan een volle aflaat verbonden is:

«Ik nodig iedereen uit om geestelijk deel te nemen via de communicatiemiddelen. We zullen luisteren naar het Woord van God en onze smeekbede tot Hem verheffen. We zullen het H. Sacrament aanbidden waarmee ik op het einde de zegen “Urbi et orbi” zal geven. Wij willen antwoorden op de pandemie van het virus door het wereldwijde karakter van het gebed, het medelijden en de tederheid. Laten we verenigd blijven en onze nabijheid betonen aan de meest eenzame en beproefde personen.»

De voorwaarden voor deze aflaat zijn: de geestelijke vereniging met de Mis, het rozenhoedje, de kruisweg of andere vormen van godsvrucht dankzij de moderne communicatiemiddelen, of minstens het bidden van het Credo, een Onze Vader en een aanroeping tot de Maagd Maria «waarbij we deze beproeving opofferen in een geest van geloof in God en naastenliefde tegenover onze medebroeders, met de vaste wil om de gewone voorwaarden te volbrengen van zodra dat mogelijk is.»

Op zaterdag 4 april, eerste zaterdag van de maand, heeft Onze-Lieve-Vrouw voor ons een dringende uitnodiging, terwijl zij ons haar Hart toont dat omgeven is met doornen die de ondankbare mensen er op elk moment insteken door hun godslasteringen en ondankbaarheid. Ieder van ons, mijn liefste broeders, zusters en goede vrienden van de Falanx, nodigt ze uit zoals eertijds Lucia:

«Probeer jij tenminste me te troosten en zeg dat iedereen die, gedurende vijf maanden, op de eerste zaterdag te biechten gaat, de H. Communie ontvangt, het rozenhoedje bidt en me gedurende vijftien minuten gezelschap houdt door te mediteren over de vijftien mysteries van de Rozenkrans, in een geest van eerherstel, dat ik beloof die personen bij te staan in het uur van de dood met alle genaden die noodzakelijk zijn voor de redding van hun ziel.»

Amen.

broeder Bruno van Jezus-Maria
brief aan de Falanx nr. 111, 25 maart 2020