EEN MIRAKEL OP VOORSPRAAK
VAN ZUSTER LUCIA
« Na haar dood zal zuster Lucia gekend en bemind zijn in de hele wereld, zoals met de H. Bernadette van Lourdes het geval was. De ganse wereld zal kennis nemen van de buitengewone feiten en de bekeringen verricht door Onze- Lieve-Heer en de Madonna door toedoen van het gebed van zuster Lucia. »
Die woorden werden in 1977 uitgesproken door kardinaal Luciani, de latere paus Joannes-Paulus I, tot zuster Vincenza.
Zuster Lucia stierf op 13 februari 2005. Al wat zij zei en neerschreef wordt tot op vandaag door het Vaticaan bewust in de doofpot gestopt, omdat de boodschap van Onze-Lieve-Vrouw – waarvan zij haar hele leven lang de trouwe vertolkster is geweest – niet past in de “ hervormde ” godsdienst ingeluid door Vaticanum II.
Maar de mens wikt en God beschikt. De karmelietes van Coïmbra ligt aan de basis van de onverklaarbare genezing van een vierjarig meisje. Zal Lucia, misprezen en doodgezwegen door de wereld en door de kerkelijke gezagsdragers die zich naar de normen van de wereld schikken, op die manier toch « gekend en bemind » worden ?
De feiten deden zich voor in Argentinië in juni 2005, amper enkele maanden na de dood van zuster Lucia. Ze worden ons verhaald door prof. Américo Pablo López-Ortiz, internationaal voorzitter van het Wereldapostolaat van Fatima :
« Van 5 tot 11 mei 2011 had ik de gelegenheid om op officieel bezoek te gaan in Argentinië om de boodschap van Fatima kenbaar te maken en de lokale gemeenschappen van het Wereldapostolaat van Fatima te bezoeken. Mijn programma was goed gevuld en bestond uit een onafgebroken opeenvolging van debatten en voordrachten in parochies en [religieuze] instellingen, radio-uitzendingen, tv-optredens, conferenties in het Mariaheiligdom van Schönstatt bij Buenos Aires en aan de katholieke universiteit van Salta, alsook een persconferentie in de kantoren van het aartsbisdom Salta. »
Dat betekent dat de toenmalige kardinaal Bergoglio, sinds 2013 paus Franciscus, er zeker over horen spreken had.
« Op 9 mei 2011, toen ik net klaar was met mijn predicatie over de boodschap van Fatima in de parochie Onze-Lieve-Vrouw van Fatima in Salta, kwam een sympathiek gezin mij opzoeken in de sacristie : een meisje van tien jaar genaamd Rosario, haar oudere broer, haar moeder Alexandra Maria en haar vader Eduardo José André. Het gezin nodigde mij bij hen thuis uit, want ze waren er erg op uit om de boodschap van Fatima beter te leren kennen. Bovendien wensten zij me een mooi getuigenis te geven van de buitengewone genezing waarmee Rosario begunstigd was toen ze nog maar vier jaar was, een genezing die zij toeschreven aan de tussenkomst van zuster Lucia dos Santos van het Onbevlekt Hart van Maria, karmelietes en zieneres. [...]
« Rosario was vier jaar toen bij haar het hemolytisch-uremisch syndroom (HUS) werd vastgesteld, een aandoening die leidt tot een vervorming van de nieren en die het centrale zenuwstelsel aantast. Het is een zeldzame ziekte met een zeer hoge sterftegraad bij de personen die erdoor getroffen zijn. Rosario onderging gedurende tien dagen een intensieve behandeling in het ziekenhuis en men begon met nierdialyse. Alles leek gunstig te verlopen, tot ze in de kliniek een infectie opliep. Om de bacteriën te doden, moesten de dokters een therapie met antibiotica toepassen, maar haar nieren hadden niet voldoende weerstand meer tegen de kracht van de antibiotica. Rosario was te zeer verzwakt. Ze had koorts, diarree en moest braken. Haar overlijden was nog slechts een kwestie van tijd.
« Op 13 juni 2005 legde haar moeder Alexandra Maria op de borst van het stervende meisje een exemplaar van de “ Herinneringen van zuster Lucia ”. Ze omhelsde het kind en bad vurig tot zuster Lucia om de genezing van Rosario, opdat ze in goede gezondheid zou kunnen leven zonder medische complicaties. Ze waren altijd al een godvruchtig gezin en baden elke dag samen.
« Enkele ogenblikken later verdwenen de symptomen van koorts, diarree en braken. De dag daarop toonden de labotesten aan dat er geen infectie meer was en dat de bacteriën gedood waren zonder dat er van antibiotica sprake was geweest. Rosario was ook volledig genezen van het HUS-syndroom. De geneesheren konden er geen enkele verklaring voor geven.
« De vader van het meisje, Eduardo José, had het boek van de “ Herinneringen ” meegebracht naar de kliniek ; zijn vrouw gebruikte het om te bidden voor Rosario. Voor Alexandra Maria maakte het feit dat haar man dit boek had meegebracht deel uit van het plan van de Voorzienigheid, net als hun beslissing indertijd om zich in Salta te vestigen, dat in Argentinië een belangrijk centrum van de devotie tot de H. Maagd van Fatima bleek te zijn en de zetel van het Wereldapostolaat in dat land. »
Rosario bleef volkomen gezond. Een maand na haar genezing betuigden de dokters officieel dat ze geen wetenschappelijke verklaring konden geven. Hun verslag werd aan de kerkelijke autoriteiten overhandigd.
Hij is verrezen ! nr. 89, september-oktober 2017