23 AUGUSTUS 2015
Het Onbevlekt Hart van Maria,
onze enige hoop
WAAROM is de Maagd Maria in 1917 in Fatima willen afdalen naar de aarde? Om als een zorgzame moeder te leven met haar Kerk, met haar kinderen en hen te beschermen voor alle kwaad. Als een lerares vol wijsheid en voorzichtigheid onthult ze ons in 1917 het mysterie in zijn geheel, en vervolgens in stappen (Pontevbedra in 1925; Tuy in 1929).
In 1917 lijken de zaken ons, op afstand, vrij eenvoudig. De wereld van de katholieke Contrareformatie van de zestiende eeuw duurde nog voort, men leefde nog volgens het elan van het Concilie van Trente. De prachtige explosie van mystiek leven, van priesterlijke discipline, van vurig geloof onder het volk kwam tot stand na de Revolutie van 1789, met een zeer grote vurigheid in alle Europese landen, in het bijzonder in Frankrijk en Portugal. Ze bleef vruchten voortbrengen in de religieuze ordes, de seminaries, de missies, bij de arme kinderen in de scholen, in de ziekenhuizen. De wereld was nog heel stabiel. Nochtans was het kwaad sinds de Revolutie zeer diep doorgedrongen in de moderne samenleving, in haar burgerij, haar elites, haar volk: het rationalisme, de voltairiaanse stroming, met daaruit voortspruitend immoraliteit en ongeloof. Het was ter bestraffing van zoveel goddeloosheid dat God toegestaan had dat de machten van het kwaad Europa meesleurden in die Grote Oorlog van 14-18, die in zekere zin zo verschrikkelijk was en die anderzijds zo vol heldhaftigheid was, waarin zovele antiklerikalen de weg naar het geloof teruggevonden hebben en gestorven zijn om het Paradijs binnen te gaan.
Aan het einde van die uitputtende oorlog is de Maagd Maria verschenen en heeft zij gevraagd om te bidden tot haar Onbevlekt Hart opdat men de vrede zou bekomen, wat heel eenvoudig was. Eerste stap van deze boodschap: om de vrede te bekomen moet men bidden, en als men bidt, redt men zijn ziel, redt men haar van de hel en terzelfdertijd van het aardse kwaad.
Dan is het interbellum gekomen en de immoraliteit werd nog erger. Omdat de Maagd Maria heel goed wist dat de “vrede” na de Eerste Wereldoorlog een valse vrede was, heeft ze gevraagd, om de volgende oorlog te vermijden, dat men Rusland zou toewijden aan haar Onbevlekt Hart en ook dat men de eerherstellende devotie van de vijf eerste zaterdagen van de maand zou verspreiden en beoefenen. Deze devotie en deze oefeningen liggen haar zo nauw aan het hart omdat ze allereerst aan het hart liggen van God, Vader, Zoon en H. Geest. Welnu, nagenoeg niemand van de leiders van de Kerk heeft er aandacht aan geschonken. De Maagd Maria heeft ons gewaarschuwd voor de gevaren, maar de wereld heeft zich afgesloten van haar woorden. Men heeft er totaal geen rekening mee gehouden. Ondanks de Maagd Maria, ondanks de waarschuwingen van zuster Lucia, is de Kerk afgestevend op de oorlog, als het ware met gesloten ogen!
Het resultaat was de Tweede Wereldoorlog. In de wanhoop van de mensen in 1942, toen deze oorlog op vreselijke wijze uitbreidde en verschrikkelijke vernielingen aanrichtte, heeft de Maagd Maria zich laten horen door Lucia toe te staan de meest angstwekkende geheimen te onthullen: het visioen van de hel en de aankondiging dat Rusland zijn dwalingen over de hele wereld zou verspreiden, dat naties zouden verdwijnen, dat de christenen vervolgd zouden worden. Dat betekende dan toch een reddende gongslag!
Door de wereld en in het bijzonder Rusland toe te wijden aan het Onbevlekt Hart van Maria heeft Pius XII werkelijk bekomen dat de vreselijke oorlog tot een einde kwam – geen definitief einde weliswaar, vermits er nog steeds geen vredesverdrag gesloten is, en evenmin een beslissende overwinning van de Kerk op het communisme, de citadel van Satan, omdat de paus niet alles gedaan heeft wat Maria wilde en omdat de christenen niet wakker geschoten zijn. Maar we hebben tenminste een wachttijd gekregen, we zijn een beetje op adem kunnen komen zoals tussen twee stormen. Niettemin is het kwaad verder blijven woekeren.
We zijn dan aangekomen op een punt waarop het kwaad tot in de Kerk is doorgedrongen, tot in de vezels van de Kerk. Alles leek verloren voor de christenen, alles leek verloren voor de zaak van God; het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria werden bespot. Nochtans blijft er nog een laatste geheim over, een manoeuvre van de Voorzienigheid om de mensen terug op het goede pad te brengen: het gaat om het fameuze Derde Geheim. We kenden er de draagwijdte niet van, totdat pater Alonso s.j., de grote specialist van Fatima, nauwkeurig de verklaringen van de enen en de anderen heeft bestudeerd: die van hen die het Geheim gelezen hebben en het niet willen bekend maken, vervolgens die van zuster Lucia die het kent en die zou willen dat het gepubliceerd wordt en aan wie, waarschijnlijk met de toestemming van God, sommige woorden ontsnapt zijn, zoals « Portugal zal het dogma van het geloof bewaren.»
We leven nu in volle actualiteit. Ik weet niet of jullie dezelfde immense opluchting als wijzelf ervaren hebben bij het bestuderen van die dingen: het besef dat we niet meer alleen zijn, dat we niet langer enkele geïsoleerde personen zijn die strijd leveren, enkele verspreide groepen in een maatschappij van geloofsafval en binnen een Kerk waar men ons de rug toekeert, waar onze geloofsovertuiging nog slechts tegenstand, vijandigheid en vervolging teweeg brengt.
We waren werkelijk overgeleverd aan onze eigen krachten en we zeiden tot elkaar: «We zijn verloren!» God weet dat men het ons langs alle kanten zei: « Maar jullie leveren een strijd die op voorhand verloren is, een wanhoopsstrijd, men laat jullie verdwijnen en na jullie zal er niets meer zijn. Men zal nooit meer een stap terug kunnen zetten!» En ook wijzelf, theologen, kloosterlingen, priesters, hebben zo’n woorden gehoord uit de mond van onze eigen herders, bisschoppen, andere theologen en medebroeders in het geloof: « Het Concilie, het grootste concilie in de geschiedenis, heeft vernieuwing gebracht in de Kerk, het heeft een nieuwe godsdienst gevestigd. Jullie zijn nu vreemdelingen, jullie zijn nu de schismatieken! Jullie traditionalisten worden eruit gegooid, zie jullie nederlaag in! Sluit jullie terug aan bij de rest! Het gaat niet alleen om een Concilie, maar om één, om twee, om drie, om vier pausen! Men gaat niet in tegen een dergelijke stroming!» We voelden ons werkelijk de meest verlaten mensen...
Als men ons sprak over het geheim van Fatima en als ik er zelf over sprak, leefden we met de gedachte dat Onze-Lieve-Vrouw van Fatima sterk staat als een leger in slagorde, zoals de liturgie het uitdrukt. Niettemin voelden we ons ten diepste verloren. Als men ons sprak over het Derde Geheim als zijnde de aankondiging van nieuwe catastrofes, van een nieuwe (atoom)oorlog, een uitroeiingsoorlog, deed dit ons uiteindelijk wanhopen, want op die manier werd niets geregeld. Honderden miljoenen mensen doden bekeert de mensheid niet!
Dus? We stonden daar met onze tegenstand tegen de wereld en de Kerk, niet met betrekking tot randkwesties waar onze gevoeligheid ons tradities deed handhaven tegen de evolutie van de dingen en van de maatschappij in. We zeiden onder elkaar: waarom spreekt men ons steeds over de dingen van de aarde en spreekt men nooit meer over de Hemel? Waarom is er geen devotie meer in de Kerk? Waarom wordt de liturgie afgeraffeld? Waarom heeft de eredienst geen dienaars meer? Waarom worden de kerken op slot gedaan? En de priesters treden uit om te gaan werken, hun soutane uit te trekken, op een dag te huwen en mensen te worden zoals de anderen? Waarom is de eredienst verdwenen? Hoe komt het dat alles wat de mens aanbelangt – huwelijk, economisch en sociaal leven, materiële toekomst van de mensheid – in een dergelijk optimisme baadt? Waarom worden de mensen nooit meer opgeroepen tot boete, tot plicht van staat, tot zelfbeheersing? Waarom dringt het hedonisme waarvan de wereld overloopt door tot in de Kerk en de meest heilige kloosters?
Politiek gesproken: vanwaar die opening naar het Oosten? Vanwaar die verlokking om goede vriendjes te willen zijn met de ergste vijanden van het menselijk ras, met de ware verantwoordelijken van de volkerenmoorden en de vervolgingen? Waarom is er die voortdurende haat tegen katholieke regimes die proberen in te gaan tegen de stroming en een beetje orde op zaken willen stellen, die wat vrede en voorspoed willen brengen onder hun volkeren? Vanwaar die aanklachten tegen elke vorm van geweld, ongeacht van welke kant die komt, alsof de politieagent en de dief, de verdediger van de orde en de subversieveling op gelijke voet moeten worden behandeld? Trouwens, de subversieveling heeft de bovenhand op de handhaver van de orde, en het is de moordenaar die bevoordeligd wordt ten opzichte van het slachtoffer!
Vanwaar dat oecumenisme waarbij iedereen terzelfdertijd gelijk en ongelijk heeft? Of juister: zij die de waarheid in de Kerk blijven voorstaan, hebben ongelijk omdat ze zich verzetten tegen deze oecumene, tegen deze universele broederlijkheid, tegen dit pluralisme zonder reuk, kleur en smaak. We zijn niet meer thuis in de Kerk omdat men niet ophoudt ons te vertellen over de deugden van protestanten, orthodoxen, boeddhisten en moslims!
Waarom zegt men ons onophoudelijk dat vrede mogelijk is? Dat wij in deze maatschappij rechtvaardigheid door gelijkheid kunnen tot stand brengen, terwijl het evident is dat dit hersenschimmen en zelfs dodelijke hersenschimmen zijn, hersenschimmen die het beetje orde en beschaving dat nog bestaat vernielen, hersenschimmen die ons slechts vernietiging en ongeluk kunnen brengen! Waarom? Waarom die onverschilligheid tegenover de zaken van God die tot in onze gezinnen doordringt? Of men nu de catechismus onder ogen neemt die men onze kinderen onderricht, of het nu gaat om liturgische bijeenkomsten, om de gemeenschap van de priesters, alles leidt naar geloofsafval, doet de geloofsafval kiemen. We weten niet meer aan wie onze kinderen toe te vertrouwen, we weten niet meer waar naar de Mis te gaan, welk boek of tijdschrift te openen of welke krant elke ochtend te lezen! Vreselijke afwezigheid van God en vreselijke afwezigheid van de H. Maagd Maria in wie wij zoveel vertrouwen hebben! Men rukt de paternoster uit de handen van de kinderen op de dag van hun Vormsel: « Wat voor geschenk is dat daar? Je zou beter aan je meter een horloge of een radio vragen!»
Dat alles is de reden dat we ons niet meer thuis voelden in heel die beweging die zogezegd door de H. Geest geïnspireerd is. We herkenden ons niet in dat alles, we waren vreemden. Hoevelen hebben niet gezegd: « De zaak is verloren, want wie zal ons hieruit redden?» We hebben onze hoop gesteld in een andere paus [Joannes-Paulus I], maar hij is plots verdwenen... We hebben gehoopt in weer een andere paus: hij stelt ons teleur, hij doet niets van datgene waar we van houden! Hij glimlacht en boezemt ons vertrouwen in, maar niets goeds, niets moois, niets waarachtigs wordt in onze Kerk hersteld! Wie zal ons de waarheid bieden? Wie zal ons redden?
Er is slechts één antwoord: de H. Maagd Maria. Dát is het wonder van het Derde Geheim: zij die schrikwekkend is als een leger dat in slagorde opgesteld staat tegen de communistische vijand, ginds, in het diepe binnenland van Siberië. Zij is almachtig om de barbaren terug te dringen tot diep in hun steppen – gedaan ermee! Ze is zelfs in staat om beter te doen: hen te bekeren.
Maar Zij is in staat tot veel sterkere, veel belangrijkere, veel aanzienlijkere dingen voor ons geestelijk leven. Ze is in staat om in de Kerk te verschijnen en er terug de waarheid te introduceren, de dogma's van het geloof. Dat is wel degelijk wat ons het Derde Geheim zegt: zij zal het dogma van het geloof handhaven in haar geliefde Portugal omdat het zich aan haar heeft toegewijd en omdat het gedaan heeft wat ze vroeg. De rest van de wereld heeft zij overgelaten aan de wegen van perversie omdat men haar niet gehoorzaamd heeft. Maar op een dag zal de rest van de wereld gehoorzamen en zal zij alles in de Kerk herstellen met haar wonderlijke macht.
Ziedaar het geheim, het wonderbaarlijke Derde Geheim van Fatima. Men zal zich opnieuw toewijden aan het Onbevlekt Hart van Maria en zo zullen de zielen ontsnappen aan de hel. Zo worden wij getroost!
Wat onszelf betreft, verenigd in de geestelijke familie die de naam draagt van Katholieke Contrareformatie en Contrarevolutie: onze strijdbaarheid vindt, op een heel nederig niveau, haar weerklank in de zending van zuster Lucia en haar opperste leer in de boodschap van Fatima. Hoe wonderbaar!
abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de homilie van 31 mei 1981