12 JUNI 2016
Maria Magdalena, een voorbeeld
voor ons allemaal
WIE is deze zondares die vergeving bekomen heeft bij Jezus nadat ze een zo volmaakt berouw over haar zonden had getoond dat de goddelijke Meester haar tot voorbeeld heeft willen stellen voor de Farizeeërs van zijn tijd en voor de christenen van alle tijden ? Wat onszelf betreft – rechtvaardigen die zich er maar al te goed bewust van zijn zondaars te zijn – laten we van haar leren hoe we Jezus moeten beminnen en door Hem bemind worden.
Sint-Lucas, die altijd bijzonder nauwkeurig is over de identiteit van personen, plaatsen en omstandigheden, houdt zich hier eerder op de vlakte. Misschien zit hij ermee verveeld de identiteit te onthullen van deze vrouw die Jezus zo geprezen heeft en tot wiens hart Hij ten diepste lijkt te zijn doorgedrongen : « Als haar zonden, haar talrijke zonden vergeven worden, dan is dat omwille van haar grote liefde. » Maar als men de evangelist goed leest, dan zijn de meest betrouwbare auteurs het eens om te zeggen dat hij haar identiteit niet verborgen maar omfloerst heeft toen hij haar ten tonele voerde, wat blijkt uit volgende verzen.
« In de tijd die daarop volgde trok Hij door steden en dorpen om de blijde boodschap van het koninkrijk van God te verkondigen. De twaalf vergezelden Hem, en ook enkele vrouwen, die van boze geesten en ziekten genezen waren – Maria, bijgenaamd Magdalena, uit wie zeven demonen waren weggegaan, Johanna... »
Terwijl hij het rijtje afgaat van heilige vrouwen die Jezus volgden, vermeldt Lucas Maria Magdalena, zij die Jezus zal volgen tot aan het Kruis... Zou deze Maria van Magdala, deze vrouw die zo’n belangrijke plaats bekleedde dat de evangelisten gedwongen werden haar liefdevolle aanwezigheid bij de Meester te verhullen, zou zij niet dezelfde persoon zijn als die uitgelezen Maria van Bethanië, vrouw van hoge afkomst, bloedverwante van Jezus ?
Vermits ze van Magdala afkomstig was, kon Maria uiteraard niet terzelfdertijd van Bethanië zijn ! Om echter de eenheid en de ware persoonlijkheid van deze onvergelijkbare vrouw te herstellen, volstaat het te begrijpen dat Maria vertrokken was uit het huis van haar familie te Bethanië om vervolgens in de heidense en losbandige steden aan het meer van Tiberias haar zedeloos leven te leiden.
Zo wordt het mysterie rond deze vrouw onthuld. Want afgezien van de Maagd Maria is er in het Evangelie maar één vrouw die dusdanig onderscheiden geweest is door de Meester, die zo’n uitzonderlijke geschiedenis gekend heeft, zo ongelofelijk, dat de evangelisten – vooral Lucas – met veel fijnzinnigheid en schroom geprobeerd hebben haar sporen een beetje uit te wissen. Sint-Jan die zijn evangelie later schreef, heeft meer informatie over haar toegevoegd die toelaat de zaak te reconstrueren.
Er is slechts één Maria, er is slechts één Maria Magdalena en we kunnen tot haar bidden en van haar houden want ze verdient zeker onze bewondering, zij van wie Jezus gezegd heeft dat tot aan het einde van de wereld, overal waar het Evangelie zal gepredikt worden, de heiligheid, de liefde van deze vrouw, haar devotie voor de heilige mensheid van Jezus zal gevierd worden.
Laat ons nu geestelijke lessen trekken uit deze wonderlijke vriendschap van Christus met Maria Magdalena. Vooreerst kunnen we ons afvragen waarom Jezus zo bijzonder veel hield van deze vrouw. We kunnen ons niet inbeelden dat Jezus een drift had, een passie, een ongeregelde genegenheid voor haar. Dat is uiteraard uitgesloten. Nochtans deed Jezus niets per toeval, maar handelde Hij in alles met goddelijke wijsheid. Er steekt dus in deze zeer bijzondere, zeer unieke relatie van Jezus met Maria Magdalena heel veel wijsheid die we kunnen proberen te achterhalen.
Er is een direct antwoord : Maria Magdalena is door Christus uitgekozen, ze kruiste zijn pad door de Voorzienigheid van de Vader, om de volmaakte voorstelling te zijn van onze zondige mensheid en om ons te leren hoe in vriendschap met Jezus te leven. In die zin is ze ons aller voorbeeld. Dat is absoluut vanzelfsprekend. Niet alleen heeft de Kerk dit gezegd, maar de grote heiligen die zich beschouwden als grote bekeerde zondaars, grote boetelingen, hebben haar altijd uitgekozen als hun model of hun bijzondere patrones. Het is de zondares bij uitstek en in die zin is zij het prototype zelf van de zondige mensheid. Maar deze zondares is zo volmaakt berouwvol geweest dat ze voor altijd het prototype zal blijven van de door Christus vrijgekochte en geheiligde mensheid.
Maria Magdalena stelt dus de mensheid voor want door de genade Gods heeft zij zich op een bepaalde manier de liefde van Christus waardig gemaakt. Daarom is zij voor ons een volmaakt model van wat wij moeten doen. Zoals zij zich aan de voeten van Jezus gelegd heeft moeten wij bij Jezus vertoeven met als gemoedsgesteltenis hetzelfde berouw over onze fouten, ten einde er op dezelfde manier voor beloond te worden als zij, namelijk door zijn liefde.
Jullie zouden kunnen opwerpen : er bestaat in de nabijheid een veel volmaaktere voorstelling van de mensheid, namelijk de Maagd Maria. Neen, want de Maagd Maria geniet van absoluut uitzonderlijke privileges. We kunnen niet zeggen dat de Maagd Maria op ons gelijkt. Ze heeft onze natuur, maar ze is Onbevlekt, en het is daarom dat de heiligen haar dikwijls meer goddelijk dan menselijk noemen. Daarom lijkt het me goed te begrijpen waarom Christus in Maria Magdalena de verpersoonlijking zelf van de mensheid heeft gevonden, van het overspelige, zondige Israël dat zich moest bekeren om in de orde van de Verlossing binnen te treden.
Maar waarom heeft Jezus van haar gehouden en niet van al die andere soorten zondaressen ? Er moeten toch tal van andere zondaressen geweest zijn in Israël ? Is het omdat Maria Magdalena zich beter dan de anderen gedragen heeft ? God had de genade aan vele anderen kunnen geven. Ik zal u eenvoudigweg zeggen dat Christus, tijdens zijn leven, drie personen terug tot leven gewekt heeft. Hij heeft genoeg mensen doen herrijzen om ons te doen begrijpen dat wij allen geroepen zijn tot de verrijzenis. Hij heeft enkele blinden genezen. Hij heeft een tollenaar, Mattheüs, achter zijn belastingsbureau vandaan gehaald. Een andere heeft Hij bekeerd : Zacheüs. Dus Jezus heeft slechts heel weinig banden gehad met individuen, maar deze zijn als modellen geworden. Maria Magdalena is een model. Als Jezus haar met zo’n bijzondere liefde bemind heeft, dan is dit omdat Hij in haar het model van de zondaressen en zondaars van alle tijden heeft gezien.
Dus moeten wij oog hebben voor alle deugden van de H. Maria Magdalena en voor de lessen die te trekken vallen uit de verhalen over haar.
Welnu, één ding springt onmiddellijk in het oog : deze boetelinge, bemind door Christus, door Hem gezegend, geprezen, is het voorwerp van verwijten en minachting tijdens de drie grote scènes waarin wij haar zien verschijnen. Hieruit kunnen we belangrijke lessen trekken. Men moet niet te snel voorbijgaan aan deze verwijten om de les te begrijpen die Jezus aan ieder van ons gaat geven door middel van de drie antwoorden aan de Farizeeër (Lc 7, 39-50), aan Martha (Lc 11, 38-42) en aan Judas (Jo 12, 1-8 ; Mc 14, 3-9).
Ze is een zondares. In de tijd waarin zij zondares was zien wij haar in hoofdstuk 7 van Lucas verschijnen aan de voeten van Jezus. Ze weent.
Ik wil jullie eerst doen opmerken dat deze zondares in elk geval een onvergelijkbaar model is van berouw, echt berouw, van een berouwvol hart. Ik heb in de “ Concordantie van de Evangeliën ” gezocht naar het woord “ lacrimas ” (tranen). Ik wist het reeds, maar ik heb ernaar gezocht om er het wetenschappelijk bewijs van te hebben. Ik heb opgemerkt dat er in het Evangelie heel weinig geweend wordt. Maria Magdalena is de enige die geweend heeft over haar zonden. Men ziet wel de vader van een gezin die weent omdat hij de genezing van zijn zoon vraagt. Maar Maria Magdalena is de enige die werkelijk geweend heeft, met warme tranen, zodanig dat zij er de voeten van Christus kon mee wassen en met haar haren heeft afgedroogd.
Die Farizeeër nu die daar aan tafel aanligt, denken jullie dat die bewogen geweest is door deze tranen ? Wel neen : hij is erdoor geschandaliseerd. De eerste tegenwerping tegen Maria Magdalena is het ophef dat de Farizeeër maakt, hij die zich als een gerechtvaardigd man beschouwt, als een heilige, als een man die zogezegd zuiver is en geconfronteerd wordt met de onzuiverheid. « Ach, als hij profeet was zou hij weten wie deze vrouw is ! » Niets nieuws onder de zon...
Zeer vriendschappelijk zal Jezus door zijn parabel ingaan tegen deze man om de verdediging van de vrouw aan zijn voeten op zich te nemen. Hij gaat de zondares, die zich bekeert met een waar berouw, rechtvaardigen en zelfs prijzen. Zij is het van wie Jezus houdt, niet de andere. De andere, de Farizeeër, is blijven steken in zijn zonde. We zien dit in de parabels van de Farizeeër en de tollenaar en ook in die van de verloren zoon. We ontdekken hier een wezenlijke les van het Evangelie. Jezus is gekomen voor de zieken, om te genezen niet hen die zich inbeelden gerechtvaardigd te zijn, maar wel de rechtvaardigen die goed beseffen dat ze zondaars zijn en nood hebben aan de barmhartigheid van God. Het is deze barmhartigheid die hen onophoudelijk en gul zal geschonken worden door de Kerk. Zij die beweerden dat ze rechtvaardigen waren voor de komst van Christus, voor de sacramenten van Christus, konden alleen maar Farizeeërs zijn. Sint-Paulus legt het uit in de Brief aan de Romeinen.
Ziedaar de eerste grote les die we trekken uit het leven van de H. Maria Magdalena. Jezus houdt van de ware boeteling, de grote zondaar met een zwaar belast geweten die zijn last aan de voeten van Christus komt leggen, aan de voeten van de priester, door een ware bekering. Wat het Hart van Jezus verafschuwt is degene die beweert een rechtvaardige te zijn en het niet is, en waarvan de valse gerechtigheid zich openbaart door het misprijzen dat hij betoont tegenover de zondaar, zelfs als die berouwvol is en spijt heeft. Dat alles is heel duidelijk, en welk een les is dit voor ons allen...
abbé Georges de Nantes
uittreksels uit een conferentie over de H. Maria Magdalena (S 34)