1 NOVEMBER 2020

De Hemel: de teruggevonden vriendschap

DE Hemel is het enige doel van al onze werken en toch verlangen mensen er niet naar omdat ze hem niet kennen noch zich er een beeld van vormen. Voor onze vader daarentegen bepaalt de Hemel, die een reële plaats is, heel zijn horizon. Deze mystieke bladzijde toont aan dat hij werkelijk door de Goede God werd aangespoord om het geloof in de Hemel te verkondigen aan een generatie die het slachtoffer is van duivelse verwarring.

«In het grote licht van de Bruiloft van het Lam met ons, zijn Kerk – eeuwigdurende Feestdag – zal de onbeschrijfelijke vreugde van de broederlijke liefde herleven. Het is een kristal met duizenden facetten, mijn ziel met duizend vormen van tederheid. Ze zal van U duizenden stralen ontvangen van vurige liefde en vreugde die zij terug zal kaatsen naar U door ze te kleuren met haar gevoelens in de meest warme tinten.

«Versta me goed! Ik ben zeker dat God, wiens onmetelijke schepping mijn verstand en voorstellingsvermogen helemaal te boven gaat, ons voorbestemt voor een Hemel die nog groter, nog schitterender is en waar Jezus reeds vooraf onze plaats heeft voorbereid.

«Welnu, wat is er mooier op deze aarde dan de liefde, elke vorm van liefde die ons onderling verbindt en ons in dit leven met al zijn beproevingen de grootste vreugde geeft? In de Hemel zal die liefde herboren worden, herleven, verheerlijkt worden, de grenzen van onze aardse armoede overstijgen: wat een gelukzaligheid! Dan zullen we beseffen dat we op aarde bijna nooit in staat waren te beminnen door gebrek aan innerlijk leven, aan geestelijke kracht, en dat we de menselijke Liefde nog ten volle moesten ontdekken toen we dachten ze al volledig ervaren te hebben.

«Zelfs tijdens die grote, intense momenten van de meest edele of dwaze hartstochten had ik het voorgevoel dat dit nog niets betekende en dat mijn ambities om lief te hebben veel verder gingen. Maar steeds ontbrak me de energie van een andere wereld die als enige het bereiken van die ambities mogelijk zou hebben gemaakt. De Hemel, de Hemel is het enige antwoord op die zo vurige wens en ik zou willen sterven om meer te kunnen liefhebben en aan hen van wie ik hou eindelijk alle genoegdoening te geven van een liefde waarvan ik hen op aarde onthouden heb.

«Aldus verwezen naar een toekomstig leven mogen we echter niet zeggen dat onze plichten tegenover ons gezin, onze verwanten, onze vrienden en naaste, zelfs als hij onze vijand is, lichter zijn of uitgesteld tot later. Integendeel, de enige manier voor mij om hen meer te beminnen is vanaf nu te werken aan de vriendschap en de liefde die in de Hemel zullen bloeien. Verre van me af te keren van de naastenliefde geeft die hoop aan deze liefde zijn wezen en zijn licht en spoort ze aan tot alles wat goed is, terwijl ze meedogenloos afsnijdt wat niet eeuwig zal blijven bestaan.

«O jullie, gezellen van m’n dagelijks leven, die zo dikwijls gezien hebben hoe van in de vroege ochtend mijn welwillendheid en goedheid wegsmolten, hoe ik elke vreugde verloor: beter dan wie ook weten jullie hoe armzalig m’n hart is, hoe het bij de minste tegenslag gevoelloos wordt, vreselijk hard en ondankbaar, niet om jullie bekommerd, als een groot schip met levenloze zeilen, zonder de minste bries die het terugvoert naar de haven zodra het werk, de vermoeienis, de zorgen het defect achterlaten, onterecht walgend van allen en alles!

«Soms leed ik eronder niet de liefde te hebben gekregen die ik verlangde, nodig had, waarnaar ik dorstte. Ik heb veel meer geleden doordat ik aan de bron van mijn ziel niet de stroom van hartstocht vond die ik daar tevergeefs zocht om al de genegenheid die jullie me gaven te beantwoorden. Maar in de Hemel, vrienden, zullen onze harten onuitputtelijk zijn, onze schepen zullen voortbewegen op oceanen van licht, opgefrist door de zachte bries van de goddelijke Geest die onze zeilen bol zal maken, vurig! God in ons zal grenzeloos en eindeloos beminnen.

«Ik geloof, ik weet dat, op hetzelfde moment waarop onze zielen rust zullen vinden, en meer nog op de dag van de verrijzenis van ons lichaam, ik jullie stralende gezichten terug zal zien en jullie lichamen veranderd in onvergankelijke schoonheid en heerlijkheid. De banden die ons verenigden, zullen terug aangehaald worden zonder dat de minste ervan verbroken wordt, hun verstrengeling wonderlijk hersteld. Ik weet en geloof het. Dat zal het geschenk zijn dat onze hemelse Vader ons schenkt door Jezus, onze Koning en Broeder aanbeden in hun Geest van grenzeloze Liefde en barmhartigheid.»

Abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de Page mystique nr. 88 (mei 1976)