30 OKTOBER 2022

De goedheid van Jezus’ Hart

ALLERHEILIGSTE Hart van Jezus, allerzoetste Hart van Jezus, allerbarmhartigste Hart van Jezus, vol van liefde voor uw Vader in de Hemel, vol van liefde voor ons: ik aanbid U en ik heb U lief! Ik ben er zeker van dat Gij mij liefhebt: het is mijn troost in mijn verdriet, mijn grootste blijdschap in al mijn vreugden, mijn hoop in de strijd, mijn kracht in moeilijkheden...

En dan te bedenken dat ik gedurende zovele jaren dat ik U vier hieraan niet genoeg denk, o Jezus! Toch houdt de Kerk mij dit voor, herhaalt de liturgie het voor mij en doet het mij zingen in alle toonaarden... Ik besef niet eens wat het is om deze liefde niet te kennen. Hoe goed zijt Gij om van mij te houden, terwijl ik het zo weinig verdien, terwijl ik het niet verdien. Hoe goed zijt Gij dat Gij het mij hebt leren kennen, mysterievol maar duidelijk, door de leer van de Kerk! Om mij uw liefde te tonen, hebt Gij al het Bloed en het zuiverende water van uw Wezen geschonken. Nooit kan ik aan U wanhopen, aan mezelf wel, aan elk schepsel wel. Aan U, nooit! Zelfs als er schijnbaar geen hoop meer was voor mij of voor wie dan ook, zou ik toch op U hopen, o goddelijk Hart van Jezus.

Maar als Gij mij liefhebt, o Jezus, dan hebt Gij ook mijn broeders lief, mijn naasten, de hele heilige Kerk, in haar zondige leden zoals ik: altijd worden wij terug opgericht, bemind, gezuiverd. En als onze Orde gewijd is aan uw Hart, moet zij getuigen van een immens vertrouwen in U, van de uiteindelijke overwinning van uw Hart op alle mensen. Onze vereerde vader, Charles de Foucauld, wilde de wereld toeschreeuwen dat Gij een en al liefde voor hem waart: Jesus caritas. Jezus is liefde, naastenliefde, welwillendheid en vergeving, barmhartigheid; Jezus is liefde.

Daarom zal ik deze dag in het teken plaatsen van vreugde, vertrouwen, vriendelijkheid, zachtmoedigheid en welwillendheid. Omdat Gij van mij houdt, van ons houdt, moeten we elkaar liefhebben. Uw liefde is geduldig, onuitputtelijk, groots, edelmoedig, sterk, helder: het is een echte liefde. Ik heb er nood aan dat Gij van mij houdt, o goddelijk Hart van Jezus, om van anderen te kunnen houden. Ik heb nood aan uw goedheid en zachtheid om goed en zacht voor anderen te kunnen zijn.

Het is nodig dat Gij mij vergeeft om anderen te kunnen vergeven, enz. Wat ik moet weten, weet ik. Waaraan ik nood heb in mijn leven, weet ik. Ik weet dat Jezus liefde is. Zelfs als mijn vader en moeder me zouden  vergeten, zoudt Gij, Jezus, me niet vergeten. Gij zult altijd van me houden, ook als niemand meer van me houdt. Ik wil me al de goedheid indenken die Gij in het Evangelie laat zien en ze voor mezelf inbeelden. Gij waart goed in het gewone leven, goed voor hen die U pijn deden, zoals Judas;  geduldig en goed voor Petrus, die traag van begrip was, en voor alle anderen die eerzuchtig, jaloers en laag bij de gronds waren.

Als Gij een lid van deze gemeenschap waart, zoudt Gij vriendelijk, geduldig, zachtmoedig, glimlachend, waarachtig, oprecht, natuurlijk, spontaan, gelijkmoedig, gehoorzaam zijn. Gij waart zo goed voor hen die het niet verdienden dat ik hoop en zeker ben dat Gij goed zult zijn voor mij.

Wat een kwaliteit, wat een kracht, wat een grootsheid in uw warme, veroverende, verleidelijke liefde! Het is deze liefde die de mannen en vrouwen die U volgden, zoals Mattheüs, Zacheüs en Maria Magdalena, heeft veranderd. Wat een Hart hebt Gij! Wat Gij eens zichtbaar op aarde waart opdat wij uw liefde zouden begrijpen, zijt Gij nu voor altijd!

Ik zou liefde met liefde willen beantwoorden, maar ik denk vooral aan uw liefde voor mij: ik vertrouw op uw liefde en dank U telkens weer omdat ik steeds het voorwerp van uw liefde ben.

Wat er vandaag ook gebeurt, ik zal de zaken goed opnemen met de gedachte dat Gij van me houdt.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksel uit de meditatie van 27 juni 1976