2 FEBRUARI 2022
Het mysterie van de Opdracht
van het Kind Jezus in de Tempel
«Maria bracht haar eerstgeboren Zoon ter wereld.» De H. Gertrudis vertelt dat toen ze op een dag tijdens het heilig officie de woorden «eerstgeborene van de H. Maagd Maria» hoorde, ze bij zichzelf zei: «De titel “enige Zoon” zou beter passen bij Jezus dan die van “eerstgeborene”.» Daarop is de H. Maagd Maria aan haar verschenen en ze zei haar: «Neen, het is niet “enige Zoon”, het is wel degelijk “eerstgeboren Zoon” dat het beste past. Want na mijn allerliefste Zoon Jezus (of juister: in Hem en door Hem) heb ik jullie allemaal voortgebracht in mijn schoot en zijn jullie mijn zonen geworden: broers van Jezus.» Door dit aan de H. Gertrudis te zeggen, begrijpen we dat ze tegelijkertijd met de zonen ook de dochters omhelst!
Welnu, de Opdracht van het Kind Jezus in de Tempel die we vandaag vieren was juist een akte van toewijding aan God van een “eerstgeboren” kind, volgens de joodse wet, dat wil zeggen volgens de voorschriften van de Almachtige God.
In werkelijkheid komt Jezus in zijn Tempel, niet om zijn Moeder (die onbevlekt is!) te zuiveren, maar «de zonen van Levi», dat wil zeggen de bedienaars van deze Tempel, om hen «te louteren als goud en zilver», hetgeen betekent dat Hij komt om het volk, de priesters en de Tempel zelf te zuiveren. Vandaar de formulering van Sint-Lucas: «toen de dagen van hun zuivering voorbij waren» [en niet: van haar zuivering, wat een verkeerde vertaling is]. Het gaat hier helemaal niet om Maria!
Die intrede in de Tempel verwijst immers naar de «dag» des Heren waarop door de profeet Daniël de komst van een «Vorst-Messias» voorspeld wordt en door Malachias: «“Zie, ik zend mijn bode om voor Mij uit de weg te banen. Plotseling zal dan de Heer in zijn heiligdom binnentreden, de Heer die gij zoekt, de bode van het verbond, naar wie gij met vreugde uitziet. Zie, Hij komt!” zegt Jahweh Sabaoth.» De Joden die in deze profetie geloofden, hebben hierop eeuwen gewacht… en op de dag waarop het gebeurd is, heeft het zich zo bescheiden voltrokken dat het nauwelijks opviel! Beeld u Jozef en Maria in die met het Kind Jezus de Tempel binnengaan: wat is daar voor opzienbarends aan?
En nochtans herkent op dat moment de oude Simeon in het Kind Jezus de Messias die de mensen moet vrijkopen van hun zonden. Jezus is de Verlosser, het licht dat alle mensen verlicht.
Het is als een tweede aankondiging. De eerste kwam uit de mond van de engel Gabriel om Maria te verwittigen dat ze de Moeder van de Verlosser zou zijn. De tweede kondigt haar aan dat ze Medeverlosseres zal zijn, een aankondiging uit de mond van de oude Simeon, de woordvoerder van patriarchen, koningen en profeten, van de geïnspireerde Schriftgeleerden van het Oude Testament: «Hij was een wetsgetrouw en vroom man, die Israëls vertroosting verwachtte en de H. Geest rustte op hem. Hij had een godsspraak ontvangen van de H. Geest dat de dood hem niet zou treffen voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd. Door de Geest gedreven was hij naar de Tempel gekomen. Toen de ouders het kind Jezus daar binnenbrachten, om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen, nam hij het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden: “Uw dienaar laat gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan.”»
Dit zijn niet alleen woorden van een oude man die weet dat hij gaat sterven, maar het is het ganse Oude Testament, verpersoonlijkt in die oude man, dat afgesloten wordt en plaats maakt voor het Nieuw…geborene! «“Want mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle volken hebt bereid, een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël.”»
Jezus is die «Glorie van Israël» die terugkeert naar de Tempel, gedragen door de nieuwe Ark van het Verbond: de armen van Maria! We hebben geen enkele verdienste als we nu dat alles geloven, omdat hetgeen de Kerk gedurende haar tweeduizendjarig bestaan heeft onderricht zichtbaar is; maar uit de mond van Simeon is het werkelijk een inspiratie van de H. Geest.
«Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd.» Zijzelf hebben niet begrepen – of nog niet begrepen – wat wij die vandaag zingend deze dienst vieren wél begrijpen.
En dat is niet alles: «Simeon zegende hen en zei tot Maria, zijn moeder: “Zie! Dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord, opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden.”»
Het zijn geen “doornen” die in deze voorspelling het Onbevlekte Hart van Maria dorboren, maar een «zwaard». Eerste aankondiging van het Lijden uit de mond van deze oude man Simeon. Een tweede tocht naar Jeruzalem, twaalf jaar later, zal dat Lijden opnieuw voorspellen. Want na zijn terugkeer in Nazareth groeide Jezus op bij de H. Maagd Maria en Sint-Jozef. Zijn kennis over de Heer en liefde voor Gods wet namen toe door te kijken hoe de H. Maagd Maria en Sint-Jozef leefden. Op twaalfjarige leeftijd trok Hij met hen naar Jeruzalem om er het paasfeest te vieren. En daar onthulde Hij zijn ouders dat Hij «bij zijn Vader» was, dat wil zeggen dat Hij in de schoot van zijn Vader woonde toen Hij drie dagen in de Tempel bleef zonder dat ze dit wisten. Het was de aankondiging van het smartelijke Lijden dat Hij in Jeruzalem zou ondergaan, waardoor Hij zijn volk en het ganse mensenras zou zuiveren door te sterven op het Kruis en «de derde dag» te verrijzen.
Broeder Bruno van Jezus-Maria
Uittreksels uit de preek van 4 februari 2018