14 APRIL 2022

De Eucharistie is de herdenking
van het Lijden en de dood van Jezus aan het Kruis

DE H. Mis is de herdenking van het Kruis, ze is hiervan het sacrament. Onze eucharistische eredienst voert ons onfeilbaar naar de eredienst van het Kruis, naar de contemplatie van het Kruis. Boven het H. Hart van Jezus moet een Kruis staan en boven het altaar een Kruisbeeld, omdat de Mis ons naar de beschouwing van het Kruis voert. Pater Emmanuel zei dat er heel weinig gelovigen waren die de “geest van het Kruis” hadden, wat de ware christelijke geest is, volgens de stelling in de Brief aan de Hebreeën: «Zonder het vergieten van bloed is er geen Verlossing» (Hb 9, 22). Het is de basis van onze devotie voor het Kostbaar Bloed, losprijs voor onze Verlossing, vergoten door Jezus aan het Kruis.

Wat pater Emmanuel «de geest van het Kruis» noemde, is de erkenning van een soort van menselijke en goddelijke gerechtigheid waarbij de misdaad van de mensen, zo reëel als ze is, een even reële bestraffing vraagt. Dit gaat in tegen de moderne geest die de Kerk beheerst sinds het Concilie en die de realiteit en de ernst van de zonde ontkent en het lijden van Jezus onderschat omdat ze de oorzaak ervan miskent.

Dat de zonde in de Kerk zelf is doorgedrongen heeft geen andere oorzaak dan deze: we geloven niet langer dat Jezus lichamelijk geleden heeft voor onze zonden waarvan Hij de last op zich genomen heeft, en we blijven zondigen terwijl we de schouders ophalen en durven zeggen: “Wat maakt dat de Goede God uit?” Het kwetst echter zijn Hart! Omdat we dat niet willen beseffen «voeren we het Kruis van Christus af» zoals Sint-Paulus zegt, en we verwaarlozen om de verdiensten ervan te bekomen door het ontvangen van de sacramenten en het bijwonen van de H. Mis.

Sint-Paulus daarentegen wilde zich met niets anders bezighouden: «Ik vond het niet nuttig iets van jullie te weten, tenzij Jezus Christus en de gekruisigde Christus»! En dit om eerherstel te brengen, «uw God te troosten», zoals de engel van Portugal tot Lucia, Francisco en Jacinta zei toen hij hen de communie gaf: «Eet en drink het Lichaam en het Bloed van Jezus Christus, die vreselijk beledigd wordt door de ondankbare mensen. Herstel hun misdaden en troost uw God.»

Ja, de Mis is een offer: ze is het offer van het Kruis!  De werkelijke tegenwoordigheid die we vereren is die van de Gekruisigde, die van een slachtoffer: dat is de voornaamste betekenis van het woord hostie (hostia). Als we dat overgeleverd Lichaam eten en dat vergoten Bloed drinken, kunnen we niet vergeten wat de vreselijke omstandigheden zijn van een dergelijke gave, de vreselijke prijs voor zo’n toewijding. De herdenking van het heil dat de Mis is, confronteert ons immers elke keer met de zonde van de wereld.

«Moest de Christus niet lijden om in zijn heerlijkheid binnen te gaan?» (Lc 24, 24-26) Om binnen te gaan in die heerlijkheid die nu straalt op het altaar en in onze monstransen heeft Christus moeten lijden. En om ons dat heil te kunnen doorgeven moet Hij ook nu het offer van het Kruis terug sacramenteel en bewust ondergaan. Christus zelf komt op het altaar sacramenteel het offer van het Kruis herbeleven opdat we het ons zouden kunnen voorstellen en er het leven en de redding uit halen.

Dit betekent dat de zonde van de wereld immens is! Deze herdenking confronteert ons met onze misdaden, met onze verdiende vervloeking… Elke H. Mis herinnert ons tegelijkertijd aan het leven van Jezus, zijn gevechten, de algehele samenzwering tegen Hem, de lafhartigheid van de “goeden”, zijn doodsstrijd, zijn lijden, zijn verlatenheid aan het Kruis, zijn dood… En omdat het voor ons de redding betekent, de bron van Leven ontsprongen aan zijn open zijde, de onuitputtelijke vruchtbaarheid van de Kerk, de genade die ons ook vandaag nog bereikt vanaf dat Kruis, kunnen we vol dankbaarheid zingen: «O Crux ave, spes unica!»

broeder Bruno van Jezus-Maria
Uittreksel uit de retraite van de Goede Week, 2021