28 MEI 2022
Van de Verrijzenis naar de Hemelvaart
VEERTIG dagen wachten we nu op die grote gebeurtenis van de Hemelvaart. We verwachten ze vanuit het Evangelie van de H. Johannes dat ons zegt dat gedurende de veertig dagen die volgden op Pasen Jezus niet ophield aan zijn apostelen te verschijnen, om zijn onderricht te voltooien en hun alle waarheden mee te delen die Hij hen niet kon doen begrijpen zolang het grote mysterie van de Verlossing niet volledig volbracht was. Hij had het zelf gezegd aan het Kruis: «Alles is volbracht.» Hij had immers zijn taak volbracht door deze dood en God zal zijn macht tonen op paasmorgen door de Verrijzenis.
Nu kunnen de apostelen dus alles begrijpen. Nu geloven ze in Jezus, vertrouwen ze Hem en aanvaarden ze al zijn openbaringen, waarvan de eerste de aankondiging is van de ultieme etappe in het leven van Christus die naar zijn Vader moet terugkeren.
Het H. Hart van Jezus nu is hierdoor diep bewogen.
Groot mysterie! Ervaring van het hart, ervaring van het lichaam zelf, ongeziene ervaring die Jezus zelf als eerste zal hebben. Hij bereidt er terzelfdertijd zijn apostelen op voor opdat ze verheugd zouden zijn op die dag van de Hemelvaart: ze moeten niet wenen om de scheiding, ze moeten weten dat Jezus, mens zoals wij, dankzij die hemelvaart een onnoemelijke weldaad in zijn menszijn zal ontvangen. Ze moeten begrijpen dat ze voor hen tegelijkertijd een grote weldaad zal tot stand brengen, omdat Jezus dan daadwerkelijker zal kunnen handelen om voor hen een plaats in het Paradijs voor te bereiden.
Dit betekent dat we vandaag, zo lijkt het me, in grote vreugde moeten verkeren. Jezus weet goed dat Hij verhoord zal worden. Hij verlaat de zaal waar ze maaltijd gehouden hebben, Hij gaat naar de Olijfberg (of naar Bethanië, dat weet men niet heel juist); en daar zegent Hij hen, zendt hen uit over de ganse aarde om te prediken en klimt ten hemel.
Luister goed: Hij klimt ten hemel! Meestal wordt deze passage in de Evangelies slecht vertaald. Men beklemtoont dikwijls de wolk die Jezus omhult en Hem onttrekt aan het zicht van de apostelen… Zeker, we weten goed dat de lichtende wolk in het Oude en Nieuwe Testament (bv. bij de Gedaanteverandering) altijd het symbool is van de realiteit zelf van de Vader, van de goddelijke natuur. Welnu, Jezus gaat die wolk binnen. Het is een manier om ons te zeggen dat Hij binnengaat in de schoot van God: dat is helemaal juist.
Toch zal ik niet zeggen dat de Hemelvaart “een beeld is om uit te drukken dat”, zoals de ketterse catechismus Pierres vivantes dat doet! Het is geen beeld, maar een werkelijkheid. Een werkelijkheid om ons te zeggen dat de menselijke natuur van Jezus naar een fysieke locatie geklommen is; die fysieke locatie krijgt vorm in de schoot van de Vader, in die wolk, in de heerlijkheid van God. Deze man is in God binnengegaan. We zullen Hem pas terugzien als wijzelf verrezen zijn, ten hemel gevaren, binnengegaan in de Schoot van God.
Het is absoluut grandioos! En toch is het niet gedaan. Op dezelfde manier immers waarop Hij als het ware van God is uitgegaan op de dag van de Aankondiging (ondoordringbaar mysterie dat mystici overwegen en beminnen in eeuwigheid), op dezelfde manier sluit Hij zijn tocht af door terug te keren in de schoot van de Vader. Die lichtende wolk heeft Hem omhuld, opgenomen, en de mensen kunnen Hem niet meer zien: dat betekent dat het mysterie van God zich als het ware over zichzelf gesloten heeft, in afwachting dat we door onze heiligheid en de genade van de Verrijzenis Hem op onze beurt zullen volgen en terugvinden in Gods schoot.
Hij was gekomen van God, zoals het Evangelie van de H. Johannes ons zegt, en nu is Hij binnengegaan in de schoot van God. Dat is het mysterie van de glorievolle Hemelvaart van Jezus dat we vandaag vieren en dat ons een groot verlangen geeft om Hem op een dag in de Hemel te vervoegen.
Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van donderdag 16 mei 1985