17 JULI 2022

«Het beste deel»

HET Evangelie van deze zondag vestigt onze aandacht op Martha en Maria. Maria is hier Maria Magdalena. We zien duidelijk dat deze door Jezus radicaal bekeerde zondares gedaan heeft wat zovele anderen gedaan hebben: ze is Jezus onmiddellijk gevolgd. Ze volgt dus Jezus met Onze-Lieve-Vrouw, enkele heilige vrouwen en de apostelen. Langzaam verlaat die kleine groep Galilea, waar Christus voortaan niet langer goed onthaald wordt en Herodes Hem probeert te vervolgen. Ze gaan dus van dorp tot dorp, aan de andere kant van het meer van Tiberias, in Perea. Hierna gaat Jezus geleidelijk aan richting Judea om op te trekken naar Jeruzalem.

In de laatste dagen van zijn openbare leven gaan Hij en zijn leerlingen de diepe vallei in die van Jericho naar Jeruzalem leidt en belanden zo op het plateau met uitzicht op Jeruzalem: in Bethanië, de woonplaats van Lazarus, Maria Magdalena en Martha. Maar Jezus en de apostelen (en niet te vergeten de leerlingen) ontvangen betekent veel werk… en Martha is daar aan het werk en raakt meer en meer opgewonden! Terwijl zij zich met grote toewijding om de apostelen en Jezus bekommert, zit Maria te luisteren naar de woorden van de Meester. Nog even en men kan zich voorstellen dat Martha zich volgende bedenking maakt: «Het is duidelijk, die Maria doet nooit zoals de anderen! Ze moet steeds terechtgewezen worden.» En dan beklaagt ze zich zachtjes over haar zus bij Jezus: «Kunt u haar niet zeggen dat ze mij moet helpen?»

Maar Jezus geeft Martha ten antwoord: «Martha, Martha, wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen. Over weinig nochtans is dat nodig, één enkel ding is noodzakelijk!» Het is een woordspel. Het betekent: «Ik zou liever hebben dat men zich minder druk maakt. Je bent heel vriendelijk, maar het was niet nodig zoveel kosten te doen!» Dan voegt Hij eraan toe: «Maria heeft het beste deel gekozen; het zal haar niet ontnomen worden.» 

Slechts een ding is nodig: datgene wat Maria aan het doen is. Hoe moet dat op het moment zelf begrepen worden? Heeft Jezus het over de maaltijd… of over iets anders? Met Christus zijn het altijd raadsels! Martha zal erover moeten nadenken, net als wij trouwens. Waarom heeft de Kerk, getrouw aan de leer van haar goddelijke Meester, altijd geleerd dat Maria, de bekeerlinge, het betere deel heeft gekozen en dat het haar niet zal worden ontnomen? De hier geopenbaarde waarheid is, zonder twijfel, de superioriteit van het contemplatieve leven boven het actieve leven. Er is geen twijfel mogelijk: het is beter in aanbidding, in gebed, in contemplatie te zijn dan rusteloos te zijn, zelfs in de dienst van de Meester.

Dit is wat Jezus ons leert in zijn redevoering over het Brood des Levens, door te zeggen tot de Joden die zojuist getuige waren geweest van de broodvermenigvuldiging: «Werkt niet voor het voedsel dat vergaat, maar voor het voedsel dat blijft om eeuwig te leven en dat de Mensenzoon u zal geven. Op Hem immers heeft de Vader, God zelf, zijn zegel gedrukt» (Jo 6, 26).

Maria, in beslag genomen door het verzamelen van het brood van Gods woord, kon Jezus alleen maar meer behagen. Hij heeft Martha niet veroordeeld, maar Hij zegt ons dat wij ons meer moeten bezighouden met contemplatie dan met het dagelijks brood.

Ik besluit. Wat voor liefde straalt uit deze scène die ons betrapt op onze lauwheid om lief te hebben, onze nonchalance om de gave van God te begrijpen! Als Maria Magdalena naar Jezus luistert, lijkt al het andere in haar ogen te zijn verdwenen: het is alsof zij verliefd op Hem is! Wat is daar zo schokkend aan? Zij geniet van zijn aanwezigheid, zij verkeert in een voortdurende, heilige vervoering, en duizenden anderen (maagden of boetelingen) zullen, zoals zij, in het genot van de godsdienstige liefde (aangemoedigd, gesterkt door haar voorbeeld), een remedie vinden voor de slechte neigingen van het vlees en een troost in de ballingschap van de aarde.

Deze les is des te noodzakelijker voor de Kerk, omdat ze tegenwoordig bijna nooit meer in herinnering wordt gebracht...

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de conferentie  over de H. Maria Magdalena
en de Lettre à mes amis nr. 111