3 AUGUSTUS 2025

Een les van bovennatuurlijke wijsheid

BIJ het bestuderen van de H. Schrift ben ik vaak getroffen door een verblindende evidentie: Hij die zo spreekt, kan slechts de Zoon van God zijn, God zelf. Geen mens heeft ooit zulke dingen kunnen uitvinden. Zelfs in de eenvoud van een gelijkenis openbaart zich een zekerheid over het mysterie dat erdoor onthuld wordt, een wijsheid die alle menselijke wijsheid overstijgt, een vurige aandrang tot het goede, een schoonheid die de ziel overweldigt. Dat alles bewijst: de schepper van deze eenvoudige gelijkenis kan alleen God zijn.

Jésus prêchantDe gelijkenissen van het Evangelie zijn op het eerste gezicht heel eenvoudige verhalen. Onze-Lieve-Heer was een Galileeër, laten we dat niet vergeten, geboren in een klein plattelandsdorp, Nazareth. Buiten dat dorp en de omgeving kende Hij nauwelijks iets. Hij werd genoemd: Jezus van Nazareth. Daar heeft Hij dertig jaar van zijn leven doorgebracht. Zijn eenvoudige woorden zijn gericht tot eenvoudige mensen en zijn niet zonder charme.

Wanneer we luisteren naar de gelijkenissen van de Heer, zullen we geen grote filosofie of theologie bedrijven. We gaan in de leer bij deze dorpsbewoner uit Galilea die de Zoon van God is en van wie de woorden een goddelijk gewicht en een absolute waarheid dragen.

Deze verhalen zijn eenvoudig, ze blijven goed in het geheugen hangen, maar ze dragen een diepe les in zich, zo diep dat wij, geholpen door de genade van de H. Geest die in ons wordt uitgestort, er zo door geraakt kunnen worden dat ons leven erdoor wordt omgevormd. Neem nu Sint-Lucas, die zo’n prachtig Grieks schrijft en die zo treffend de dingen van God kan verwoorden.

Eens zei iemand uit de menigte tot Hem: “Meester, zeg aan mijn broer dat hij met mij de erfenis deelt.” Maar Hij zei hem: “Man, wie heeft Mij tot rechter of verdeler over u aangesteld?” 

Jezus is niet gekomen om financiële adviezen te geven…

Toen sprak Hij tot hen: “Past op en wacht u voor allerlei hebzucht; want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven is door zijn bezit niet verzekerd.”

Wij sluiten verzekeringen af, levensverzekeringen, allerlei polissen, verzekering tegen ongevallen, sociale zekerheid… maar de Heer zegt: met al die verzekeringen ben je nog altijd niet gedekt voor de eeuwigheid die op je afkomt.

En Hij zei hun deze gelijkenis: “De akker van een rijk man had overvloedige oogst gedragen. Toen overlegde hij bij zichzelf en sprak: Wat zal ik doen?”

De mensen zeggen heel hun leven lang: “Wat moet ik doen?” En dan: “Ah, ik weet het al!”, en soms vergissen ze zich, zodat hun ‘ik weet het’ totaal nutteloos blijkt. Maar soms begrijpen ze wél wat ze moeten doen en dat kan dan bepalend zijn voor hun eeuwigheid.

Deze hier weet niet waar blijven met zijn oogst: Want ik kan mijn vruchten niet bergen… Dit zal ik doen. Ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen, en daar al mijn graan en goed verzamelen. Dan zal ik tot mijn ziel zeggen: Ziel, ge hebt veel goederen liggen, voor vele jaren; neem uw gemak, eet, drink, maak goede sier.  Maar God sprak tot hem: Dwaas, nog deze nacht eist men uw ziel van u op; en wat ge verworven hebt, naar wie zal het gaan?  Zó vergaat het hem die schatten voor zichzelf belegt, maar die niet rijk is voor God.”

Het verwerven van rijkdom op zich wordt niet veroordeeld. Je moet werken, je moet oogsten. Maar pas op dat je dat niet egoïstisch doet, enkel voor het aardse welzijn, want dan verwerf je het eeuwige leven niet. Doe je het daarentegen gericht op God, op het helpen van de armen, op het ondersteunen van zijn familie, op het beoefenen van de naastenliefde, dan, ja: dan leidt het naar de Hemel.

Deze gelijkenis is zo helder dat men zou denken: iedereen moet hier toch door geraakt worden? Zij zou ons zo moeten treffen dat ons leven erdoor verandert, dat we wakker geschud worden en ons leven herzien, of ons bekeren.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de retraite “Jezus spreekt tot ons in gelijkenissen” (mei 1993, PC 48)