29 JUNI 2025

Grootheid en kleinheid
van de HH. Apostelen Petrus en Paulus

De apostelen zijn de opvolgers van de Zoon van God die mens is geworden. Jezus bereidt hen dan ook voor op hun wonderbaarlijke zending.

De apostelen zijn buitengewone heiligen. Zij zijn – stel je voor! – de opvolgers van de mensgeworden Zoon van God. Daarom bereidt Jezus zelf hen voor op hun verbazingwekkende missie. Hij vormt Petrus tijdens zijn openbaar leven op een bijzondere en soms wat strenge manier, door vernederingen en tegenspraken. Hij schuwt de confrontatie niet tussen Petrus’ menselijke natuur en de heiligheid van de Meester, waardoor Hij Petrus tot gelijkenis met Hem  moet vormen met het oog op zijn toekomstige taak. Ook Paulus wordt zo door de Heer gevormd, maar op een meer verborgen, meer intieme manier, in de eenzaamheid van de woestijn.

Daarom wil ik beginnen met een bedenking over Jezus’ nederigheid. Alles wat Hij doet, gebeurt in gehoorzaamheid aan zijn Vader. Ik zou zelfs zeggen: hoe meer Hij zijn goddelijke Glorie openbaart, des te meer Hij zich wegcijfert voor zijn Vader.

Saint Pierre et saint PaulDat is vooral treffend in het Evangelie volgens Johannes. Daarin bevestigt Christus het duidelijkst zijn godheid, zijn eeuwigheid, zijn onmetelijkheid en almacht. Maar tegelijk toont dit Evangelie Christus als volledig onderworpen aan zijn Vader. Ook al is Hij God, toch kunnen we spreken over de nederigheid van de Zoon ten opzichte van de Vader.

En als mens en Messias is Jezus op een wonderlijke manier nederig. Hij verwijst voortdurend naar het getuigenis van Johannes de Doper in plaats van naar het zijne. Zijn grote zorg is niet om zelf te schitteren, maar om Petrus, die Hem zal opvolgen, tot zijn recht te laten komen. Jezus, die in elk opzicht oneindig veel meer is dan welke mens ook, kiest ervoor zich in te voegen in een keten, in een traditie. Meer dan enig religieus genie of grote leider wil Hij deel uitmaken van een opvolging.

Laten we nu, in de geest van onze Heer Jezus, stilstaan bij de grootheid van de twee apostelen die we vandaag vieren: Sint-Petrus en Sint-Paulus. Hun grootheid wortelt in menselijke zwakheid. En dat was nodig: met zulke uitzonderlijke gaven en genaden moesten ze ook tastbare menselijke tekortkomingen hebben. Anders had men hen misschien ook voor goden gehouden!

Petrus liet zijn zwakheid zien tijdens de drie jaren die hij met Jezus doorbracht, vooral op de avond van Witte Donderdag. En ook daarna, in zijn leiderschap van de Kerk, toen hij in Antiochië uit lafheid huichelde en hierover scherp door Paulus werd terechtgewezen. Zijn menselijk falen is bekend en wordt door de Schrift zonder omwegen getoond.

Ook Paulus toont zijn zwakheid. Hij spreekt er zelf over en klaagt erover in zijn brieven. Hij laat zien hoe kwetsbaar hij is. Hij leed zeker aan lichamelijke kwalen die zijn algemene fysionomie weinig glorieus maakte. Maar ook geestelijk had hij moeilijkheden. Hij spreekt waarschijnlijk uit ervaring wanneer hij in de Romeinenbrief schrijft over de strijd tussen vlees en geest: dat hij doet wat hij niet wil en niet doet wat hij wil.

Deze twee apostelen waren dus miserabel, zodat Gods genade in hen haar volle kracht kon tonen. Toen Paulus klaagde over een mysterieuze kwaal, kreeg hij van de Heer als antwoord: «Mijn genade is u genoeg!»

De apostelen moesten klein en kwetsbaar zijn om de bovennatuurlijke grootheid van hun gaven te kunnen begrijpen. Petrus werd hoofd van de Kerk, van een groep van twaalf mannen, voornamelijk vissers uit Galilea, die de fantastische zending hadden gekregen de wereld te bekeren. Sommigen van hen waren geleerd en verstandig en anderen brachten alleen hun ervaring, trouw en moed mee om de wereld te veroveren!

Dat is de indrukwekkende grootheid van deze twee apostelen, die de overweldigende majesteit van Christus weerspiegelt. En omdat Petrus en Paulus zo dicht bij Jezus stonden, zijn zij twee van zijn grootste getuigen. Ze kennen zijn leer, zijn openbaring van het geloof, tot in de diepte en de breedte.

Maar wat is die apostolische leer waarmee wij vandaag opnieuw in contact moeten komen?

Ik vat ze in één zin samen: het gaat om de overgang van dood naar leven, van zonde naar heiligheid, van deze wereld naar de Hemel. Dat is het Paasmysterie. Het is heel reëel, heel concreet en het raakt ons diep. En tegelijk is het eenvoudig te begrijpen.

Maar hoe maak je die overgang van aarde naar Hemel, van zonde naar heiligheid? In Jezus Christus, door Jezus Christus en voor Jezus Christus. Heel deze leer is op bewonderenswaardige wijze gecentreerd rond Hem, de goddelijke Persoon die mens is geworden, die de apostelen gekend, bemind, gevolgd en tot in de dood verkondigd hebben.

De weg is om binnen te treden in het mysterie van Jezus Christus, Hem lief te hebben zoals de apostelen Hem liefhadden, Hem te bewonderen en te aanbidden; om zelf een andere Christus te worden, één met Hem, en op Hem te gaan lijken. Zo kunnen wij overgaan van een zondige natuur naar het delen in de goddelijke natuur, zoals Petrus schrijft in zijn tweede brief: worden als goden. Hoe is dat mogelijk? Door één te worden met Jezus Christus.

De glorie van deze twee grote apostelen, de grondleggers van de Kerk, wordt zo de glorie van de hele Kerk en van Rome in het bijzonder. Deze glorie vloeit voort uit Jezus Christus, wijst op Hem en toont het fundament van onze hoop en onze liefde: het mysterie van zijn Persoon.

Door vandaag de H. Petrus en de H. Paulus te vieren en hun grootheid te bewonderen, worden wij daarom teruggebracht naar de ene ware grootheid en majesteit van onze Heer Jezus Christus. Want de apostelen en hun opvolgers hebben alleen dan grootheid, gezag en heiligheid, voor zover zij, trouw aan hun zending, ons helpen Jezus Christus te vinden en met Hem over te gaan van dood naar leven, van zonde naar heiligheid, van deze wereld naar de Vader.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 29 juni 1967