EEN AMERIKAANS-ISLAMITISCHE 
COALITIE TEGEN SYRIË

In Syrië woedt een vuile oorlog. Onze media komen niet verder dan het cliché van een bloeddorstige dictator waartegen zijn eigen bevolking in opstand komt. Gemakshalve worden essentiële feiten onder de mat geveegd. Dat Syrië een seculiere staat is, geregeerd door de Ba'athpartij, wat de islamisten overal in het Midden-Oosten een doorn in het oog is. Dat Assad behoort tot de etnische en religieuze minderheid van de alawieten, terwijl de grote meerderheid soennitisch is. Dat de christenen, die tien procent van de bevolking uitmaken, een grote vrijheid genieten en door Assad beschermd worden. En dat de schatrijke emir van Qatar, sjeik Hamad al-Thani, eigenaar van de invloedrijke tv-zender al-Jazeera en bondgenoot van de VS, een fundamentalistische moslim die met zijn geld al verschillende Arabische revoluties gesteund heeft, nu het Syrisch regime wil omverwerpen.

TIJDENS zijn bezoek aan Parijs in november jl. kreeg de Russische premier Dmitri Medvedev van Le Figaro volgende vraag voorgeschoteld: « U bezoekt voor de eerste keer Frankrijk als eerste-minister. Uw relatie met Nicolas Sarkozy was goed. Wat zal het worden met François Hollande? »

Broeder Bruno
Broeder Bruno van Jezus-Maria
tijdens een conferentie in oktober 2012.

Antwoord van een staatsman:

« Onze relaties met Frankrijk zijn zo strategisch en zo heilzaam voor beide landen dat zij niet mogen afhangen van de identiteit van onze respectievelijke leiders. Ik ben er zeker van dat wij er zullen in slagen ook met de nieuwe Franse gezagsdragers goede betrekkingen op te bouwen. »

Een stevige les voor onze westerse democratieën, die geregeerd worden door politici die enkel met het partijbelang bezig zijn en niet door staatslieden die bekommerd zijn om het algemeen welzijn – in tegenstelling tot Rusland... en Syrië.

Op 9 november 2012 stond Basjar al-Assad een interview toe aan Sophie Sjevarnadze van de Engelstalige Russische tv-zender Russia Today. Achter de man die in onze media elke dag opnieuw wordt afgeschilderd als een hatelijke tiran blijkt een groot staatsman schuil te gaan.

De journaliste drukt haar verwondering uit over het feit dat het interview plaatsvindt in Damascus, « in het recentelijk gerenoveerde presidentieel paleis », terwijl iedereen al meer dan een jaar herhaalt dat de val van Assad nakend is.

Wie is momenteel eigenlijk uw vijand?

Mijn vijand is het terrorisme, en het gebrek aan stabiliteit in Syrië. Dat is in mijn land de ware vijand. Niet de mensen, niet de personen. Het ech-te probleem is niet: ga ik blijven of vertrekken? Maar wel: zal het land veilig zijn of niet? Het is die vijand die wij als Syriërs bestreden hebben.

Anders gezegd: wat ten allen prijze moet gered worden is de orde.

Weet u, het Westen creëert zijn vijanden. Vroeger was dat het communisme, daarna was het de islam, vervolgens Saddam Hoessein, om verschillende redenen. Nu willen ze een nieuwe vijand creëren. Ze zeggen dat Basjar al-Assad het probleem is en dat hij moet vertrekken. Daarom moeten wij ons concentreren op het werkelijke probleem, en onze tijd niet verliezen met te luisteren naar wat zij zeggen.

Maar denkt u persoonlijk nog altijd dat u de enige man bent die Syrië kan verenigen en een einde kan maken aan wat de wereld een burgeroorlog noemt?

Men kan dat vanuit twee verschillende hoeken bekijken. De eerste invalshoek is de grondwet, waaruit ik mijn gezag put. Volgens dat gezag en de grondwet moet ik in staat zijn om het probleem op te lossen. Maar als u denkt dat geen enkele andere Syriër president kan zijn: neen, gelijk welke Syriër kan president zijn, veel Syriërs zijn voor die functie verkiesbaar. Men kan het land niet voor altijd aan één enkele persoon binden.

U vecht dus voor uw land, maar denkt u dat u de man bent die een einde kan maken aan het conflict en de vrede herstellen?

Ik moet de man zijn die dat kan, en ik hoop het. Maar dat belangt heel de samenleving aan. De president kan niets zonder de instellingen en de steun van de bevolking. Het is niet de strijd van de president, het is de strijd van de Syriërs. Vandaag is elke Syriër bezig met het verdedigen van zijn land.

Tegen wie? Tegen een grote coalitie van machtige vijanden.

De Verenigde Staten zijn tegen mij, het Westen is tegen mij, veel Arabische landen en Turkije zijn tegen mij. Als het Syrische volk óók tegen mij is, waarom ben ik dan nog altijd hier? [...] Turkije steunt de wapensmokkel en de terroristen meer dan gelijk welk ander land.

Waarom dringen Saoedi-Arabië en Qatar zo sterk aan op uw ontslag? Hoe past een onstabiel Midden-Oosten in hun agenda?

Bepaalde landen denken dat zij Syrië kunnen controleren met bevelen, geld of petrodollars, en dat is onmogelijk in Syrië. Ze willen misschien een rol spelen, dat vormt geen probleem. Maar niet ten koste van onze belangen.

Saoedi-Arabië en Qatar zijn de twee enige Arabische landen waar de macht in handen is van de wahabieten, aanhangers van een fundamentalistische en conservatieve stroming binnen het soennisme. Het wahabisme is verwant aan het salafisme, de extremistische sekte die dankzij de omverwerping van Moebarak volop aan invloed wint in Egypte.

Van al diegenen die tegen u strijden en tegen u zijn, met wie zou u willen praten?

Wij spreken met iedereen die Syrië werkelijk wil helpen, maar wij verliezen onze tijd niet met wie de Syrische crisis wil gebruiken voor zijn eigen belangen.

Er zijn vaak beschuldigingen geweest tegen de strijdkrachten van de regering, dat zij oorlogsmisdaden zouden gepleegd hebben tegen hun eigen burgers. Aanvaard u dat?

Wij strijden tegen het terrorisme, wij passen onze grondwet toe bij de bescherming van het Syrische volk. Denk aan wat er meer dan tien jaar geleden in Rusland gebeurd is: men vocht tegen het terrorisme in Tsjetsjenië en elders, de terroristen vielen mensen aan in theaters, in scholen, enz. En het Russisch leger heeft het volk beschermd. Zou u dat een oorlogsmisdaad noemen? Nee toch...

Twee dagen geleden heeft Amnesty International de misdaden erkend die enkele dagen tevoren door de gewapende rebellen begaan zijn, toen zij soldaten gevangen genomen hebben en geëxecuteerd. Human Rights Watch heeft verschillende keren de misdaden van die terroristische groeperingen aan de kaak gesteld, en enkele dagen geleden zijn ze beschreven als oorlogsmisdaden. Dat is punt één.

Ten tweede, een leger hebben dat misdaden begaat tegen zijn eigen volk mist elke logica, vermits het Syrisch leger samengesteld is uit het Syrische volk. Als u het bevel zou geven misdaden te begaan tegen uw volk dan zou het leger verdeeld geraken en tot ontbinding overgaan. Men kan geen sterk leger hebben en tegelijkertijd het eigen volk doden.

Ten derde, het leger kan niet gedurende twintig maanden weerstand bieden in zo'n moeilijke omstandigheden zonder de steun te genieten van het publiek in Syrië. Hoe kan die steun er zijn als men zijn eigen volk zou doden?

Als u zou beslissen om te vertrekken, zou u nergens naartoe kunnen. Waar zou u heengaan?

- Naar Syrië. Ik zal van Syrië naar Syrië gaan. Het is de enige plaats waar ik kan leven. Ik ben geen marionet. Ik ben niet gecreëerd door het Westen om te vertrekken naar het Westen of naar gelijk welk ander land. Ik ben Syriër, ik ben in Syrië geworden wat ik ben, ik moet leven en sterven in Syrië.

Denkt u dat een buitenlandse invasie op handen is?

Ik denk dat de prijs van die invasie, als zij er komt, hoger zal liggen dan wat de wereld zich kan veroorloven. Want als er problemen in Syrië zijn – en wij zijn het laatste bastion van de laïciteit en van de stabiliteit in de regio – dan zal er een domino-effect zijn van de Atlantische tot de Stille Oceaan. U kent de gevolgen voor de rest van de wereld. Ik denk niet dat het Westen die richting wil uitgaan, maar als dat wel het geval is dan kan niemand zeggen wat er gaat gebeuren.

Als we vandaag 15 maart 2011 waren, de dag dat de protesten begonnen zijn, wat zou u dan anders doen?

Ik zou doen wat ik op 15 maart gedaan heb, precies hetzelfde. Aan de verschillende partijen vragen om een dialoog te starten, en mij verzetten tegen de terroristen, want zo is het begonnen. Het is niet begonnen met de protesten. De manifestaties waren de paraplu, de dekmantel. Binnen de manifestanten zijn militanten begonnen met te schieten op burgers en terzelfdertijd op het leger. Misschien hadden we op tactisch vlak bepaalde dingen anders kunnen doen. Maar als president doe je niet aan tactiek, je neemt alle beslissingen op het niveau van de strategie, dat is iets anders.

broeder Bruno van Jezus-Maria
Hij is verrezen! nr. 61, Januari-Februari 2013