Een katholieke geopolitiek van het Oosten

Anders dan de moderne historici in hun agnosticisme aannemen is God niet afwezig in de geschiedenis van de mensheid. Integendeel, vermits Hij bestaat, de mens geschapen heeft en zich aan zijn schepsel heeft geopenbaard , is het de logica zelf dat Hij met de mensheid een plan heeft en haar richt op een einddoel. Abbé de Nantes noemt dat de «goddelijke orthodromie»: God heeft een rechtlijnige koers (van de Griekse woorden orthos, rechtlijnig, en dromos, loop) uitgestippeld waarvan Hij wil dat de mens hem volgt om zo zijn ultieme bestemming te bereiken. Maar omdat de mens een vrije wil heeft, kan hij meewerken aan dat grote plan voor zijn geluk of het tegenwerken met zijn eeuwige ondergang tot gevolg…

De Rooms-katholieke Kerk ontwikkelt zich in het Westen en brengt later, op de puinen van het Romeinse rijk, een buitengewone christelijke beschaving tot stand. Het Koninkrijk Gods op aarde krijgt gestalte. Maar wat gebeurt er ondertussen in het Oosten, dat toch ook gekerstend is?

Binnen de katholieke geopolitiek waaraan we ons willen wagen, in de lijn van onze geestelijke vader, is het duidelijk dat er maar één bron is van een waarachtige en duurzame beschaving: de trouw aan de Rooms-katholieke Kerk en, via haar, aan het vruchtbare verbond tussen de Griekse wijsheid en de Romeinse orde, waarvan zij de erfgename is. In dat licht bestaat het drama van het christelijke Oosten er in dat het van die weldaad verstoken is gebleven… door zijn eigen schuld. Want vanaf de eerste eeuwen van het christendom put het Oosten zich uit in godsdienstige twisten, die onvermijdelijk leiden tot politieke scheuringen: beide ondersteunen elkaar. En het duurt niet lang of het trotse Constantinopel, dat het “nieuwe Rome” wil zijn, vertoont steeds duidelijker schismatieke tendensen ten opzichte van het eeuwige Rome, tot het zich in 1054 effectief afscheurt.