14 JUNI 2020
De weldaden van de sacramentele
communie voor onze ziel
LATEN we op dit feest van Sacramentsdag het onderricht volgen van de H. Pierre-Julien Eymard (1811-1868), de stichter van de congregatie van het Allerheiligste Sacrament, om de verborgen smaak te leren ontdekken van de H. Eucharistie, die niet alleen alle deugden insluit, maar tegelijkertijd een hulpmiddel is voor onze geestelijke zwakheid, een steun voor onze dagelijkse mislukkingen en een bron van vrede, vreugde en geluk:
«De Eucharistie is een goddelijk tegengif dat ons bevrijdt van dagelijkse zonden en ons behoedt voor doodzonden: het is een vuur dat in een oogwenk de strohalm van onze geestelijke zwakheden verteert. De Biecht reinigt ons van de vlek van de zonde, maar helemaal gezuiverd als we zijn blijft toch de neiging tot hervallen bestaan: de duivel, verdreven, blijft door zijn vernuft dicht bij ons aanwezig. Jezus komt in ons om de resten van onze zonden te vernietigen, tegengewicht te bieden voor onze slechte neigingen en om de duivel te beletten ons opnieuw in zijn greep te krijgen.
«De H. Communie is meer dan een remedie; ze is een kracht: ze helpt ons krachtig om goed, deugdzaam en heilig te worden.
«Zeker, het is moeilijk een christelijke deugd te verwerven. Een deugd is een kwaliteit van Jezus waarmee we ons moeten bekleden; het gaat om een goddelijke opvoeding, om de zeden van Jezus in ons. Welnu, in de H. Communie krijgt Jezus zelf in ons gestalte: Hij wordt onze eigen Meester. Door de inspiraties van zijn liefde wekt Hij in ons de dankbaarheid op die we Hem verschuldigd zijn als aan onze weldoener, het verlangen op Hem te gelijken, het gevoel van geluk dat er in bestaat Hem na te volgen en te leven van zijn eigen leven. Wat een bekoorlijkheid heeft de deugd steunend op de Communie!
«Hoe eenvoudig is de tederheid door de invloed van de zo tedere goedheid van Jezus die zich aan ons geeft met de liefde van zijn Hart! Hoe schoon is de dierbare naaste als men hem gevoed ziet worden door hetzelfde brood des levens, gezeten aan dezelfde goddelijke Tafel, bemind met zoveel zelfgave door Jezus Christus! Hoezeer verliezen boete, versterving, offer hun bitterheid als men de gekruisigde Jezus ontvangen heeft! Hoezeer voelt hij die te communie gaat in zich de dwingende nood om het leven te omhelzen van Hem die hem gered heeft, die hem de Eucharistie gegeven heeft!
«Inderdaad, in de H. Communie zijn alle genaden tegelijkertijd werkzaam; alle deugden van de Verlosser weerspiegelen zich in onze ziel onder de machtige werking van die goddelijke Zon die in ons is, die ons doordringt met haar licht en vuur. Luister maar naar volgende woorden van Jezus: “Hij die mij Lichaam eet en mijn Bloed drinkt, blijft in mij en Ik in hem.” Het is dus een inwonen van Jezus in de communicerende en van de communicerende in Jezus; een “cohabitatie”, een samenwonen van twee levens, een onbeschrijfelijke eenheid in liefde, eenzelfde leven in twee personen.
«De H. Communie betekent ook geluk. Wat anders is geluk dan het ware en voortdurende bezit van God? Dat is nu net de goddelijke vrucht van de H. Communie.
«Ze betekent ook de vrede. Jezus is de God van de vrede. Met een enkel woord bedaart Jezus stormen, met een blik verjaagt en verplettert Hij onze vijanden.
«De Communie is verder ook de bron van alle liefde. De nederige en ingetogen ziel voelt zich verruimd door de werking van die Zon van liefde; ze ervaart een welzijn, een soepelheid, een bekoorlijkheid, een kracht van eenheid, van gehechtheid aan God die niet uit haarzelf komt; ze voelt Jezus in heel haar wezen; ze ziet zichzelf als een paradijs bewoond door God, van wie ze de hoveling wil zijn, voor wie ze al de lofprijzingen, dankzeggingen, zegeningen wil herhalen die de engelen en de heiligen in hun heerlijkheid aan God brengen.
«Gelukkig moment van de Communie die ons onze ballingschap en de ellende ervan doet vergeten! O zoete rust voor de ziel op het Hart zelf van Jezus! Hij wist het goed, die goede Meester, dat we er nu en dan nood aan hebben de tederheid van de liefde te smaken!
«Men kan niet voortdurend op de Calvarie van het lijden vertoeven, noch in het strijdgewoel van het slagveld. Een kind heeft nood aan de schoot van zijn moeder; de christen aan Jezus’ schoot. Uiteindelijk is het de liefde die gelukkig maakt: men houdt slechts van wat gelukkig maakt. Ga dus niet elders op zoek. De Verlosser heeft dat goddelijk geluk niet in de deugden of in zijn andere mysteries gelegd; Hij heeft het slechts in zichzelf gelegd: men moet Hem eten om ten volle zijn geluk te smaken. “Proef en zie hoe liefdevol de Heer is”, heeft de profeet gezegd. En ook Jezus zelf: “Hij die mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt, heeft eeuwig leven.”
«De deugden van de Verlosser zijn dus slechts de weg; de verschillende mysteries van zijn leven, van zijn Lijden zelfs, zijn slechts onderscheiden wegen die moeten leiden naar het eucharistisch Cenakel: daar alleen heeft Jezus hier op aarde permanent zijn intrek genomen; daar moet men blijven, leven en sterven.»
broeder Bruno van Jezus-Maria
uittreksels uit de homilie van 1 juli 2004