13 JUNI 2021
De best mogelijke dood
HET leven komt me voor als een lange tocht door een woestijn, met aan de horizon – die onmerkbaar dichterbij komt – een marmeren bergwand. Dat is uw troon, Goddelijke Majesteit! Op een mij onbekende dag zal ik me plotseling voor U bevinden en zal mijn oordeel en eeuwige bestemming bekend worden. Er rest mij niets dan me goed voor te bereiden op dit ultieme moment, zodat ik me niet reddeloos zal voelen om deze laatste daad goed te vervullen. Ik weet dat alles genade is in het leven, en dat U het bent die in mij al het goede doet dat uit mezelf lijkt te komen. Ik weet ook dat mijn laatste uur, schijnbaar hetzelfde als al mijn andere levensuren maar zo ontzettend anders voor mijn hart, door U zal worden geregeld in overeenstemming met uw bekommernis. Er zal niets goeds gebeuren zonder uw genade, die onverdiende genade van uw volhardende en ultieme liefde. Ik wil erom bidden, ik wil deze zegeningen ontvangen om er volledig in op te gaan. Ik wil met genoegen uitkijken naar deze geschenken waarop ik hoop en ze toevoegen aan het dagelijkse boeket van wonderen waarvoor ik U dank.
Hoe vreselijk de dood ook is, voor de christen is ze ontroerend en mooi. Nu al wil ik de dood overwegen die U mij zult geven; ik wil haar moedig tegemoet gaan. Laat het een heilige dood zijn, mijn Jezus! Ik zou zo graag een dood hebben vol liefde en vertrouwen, ernstig en ingetogen. Maar ik aanvaard het levenseinde dat u voor mij beschikt en ik ben ervan overtuigd dat het voor mij de ultieme manifestatie van uw ondoorgrondelijke Wijsheid en uw Barmhartigheid jegens mij zal zijn, hoe verwarrend het tijdstip en de omstandigheden ook mogen zijn.
In uw liefde wil ik sterven. Met heel mijn hart bid ik de aanroeping uit de litanieën: «Van een plotselinge en onvoorziene dood, verlos ons Heer.» Trouw aan het gebed van de Kerk bid ik tot U, mijn God, met eerbied en vertrouwen, terwijl ik mezelf overlever aan de dood die U voor mij wilt. Maar ik smeek U: laat mij het beseffen wanneer mijn einde daar is en geef mij de tijd om in de wetenschap van mijn nakende dood berouw te tonen, mezelf op te offeren, te lijden, te danken en lief te hebben – ja, vooral lief te hebben. Hem beminnen die ik ga ontmoeten en hen nog steeds te beminnen die ik met spijt op deze aarde zal achterlaten.
Ik heb in mijn bediening dikwijls gezien hoe christenen in hun dood schijnbaar zonder inspanning een sublieme grootheid en perfectie bereiken. Ik heb het verlangen gekoesterd te sterven zoals hen die ik omringde met de sacramenten, de gebeden van de Kerk en mijn eigen aanroepingen, liefde en hoop, alsof ikzelf het was die daar op sterven lag was en niet zij. Alsof ik met hen stierf, of in hen stierf; alsof ik gebruik wilde maken van hun vertrek om de gelukkige overgang zelf ook al te maken en samen met hen voor U te verschijnen, mijn Heer Jezus, lieve Maagd Maria, goede Sint-Jozef. U kent de ellende van uw dienaar. Geef me alstublieft deze geplande en voorbereide dood, zodat ik mijn ziel volledig en zachtjes in uw handen kan leggen...
Wat een genade zou het ook zijn om op dat moment mijn testament te kunnen maken. Op de drempel van mijn eeuwigheid, op dit tragische moment waarop een mens niet kan liegen, zou ik graag een pen ter hand nemen om aan de komende generatie mijn geloof, mijn overlevering, de zekerheid van de goddelijke waarheid neer te schrijven die de eeuwen doorkruist, die ik heb ontvangen en op mijn beurt onderwezen. En als ik op dat moment niet meer kan schrijven, zou ik dan toch nog mijn dankzegging mogen zingen, de eucharistie van mijn eigen offer verenigd met het Uwe, Heer!
Mag ik op nog meer hopen, mij het nog beter voorstellen? Er is geen volmaaktere liefde dan zijn leven te geven voor degenen die men liefheeft. Daarom hebt U gewild, goddelijke Meester, dat elke christelijke dood een liefdegave kan en moet zijn. Dus dat is wat ik wil, omdat U het ook wilt. Mij offeren zoals U – of de gelijkenis treffend is of juist onzichtbaar voor mensenogen laat ik graag aan Uw beslissing over, maar die gelijkenis, die diepe identificatie wil ik zo graag, mijn God!
Graag zou ik zuchten in de gevangenis, verschijnen voor rechters, geminacht worden door de machtigen en gehaat door de wispelturige menigte – maar dat de straf hun bespaard blijft, dat zij nog de genade van berouw krijgen. Als ik er de kracht toe had, zou ik de slagen en beledigingen, ja alle martelingen willen ondergaan die tot de dood leiden, opdat de mijnen zouden weten hoeveel ik van U hield en hoezeer ik hen liefhad en wat een krachtig geloof U in mij gestort hebt zodat ik het op hen zou overdragen.
Zo zie ik duidelijk hoe mijn dood, als ze heilig is, in staat zal zijn mijn afgelopen leven goed te maken, te voltooien en te vervolmaken. Jezus, mijn Verlosser, mijn geliefde, geef mij deze heilige dood die dan op het laatst een daad van volmaakte liefde kan worden!
Abbé Georges de Nantes
Uittreksel uit Pages Mystiques, nr. 82