21 MAART 2021
Jezus, overwinnaar van Satan
en redder van de wereld
TERWIJL de Joden Jezus ter dood veroordelen, verschijnen er heidenen op het toneel. Wie zijn deze mensen? «Onder degenen die bij gelegenheid van het feest optrokken ter aanbidding waren er ook enige Grieken. Deze nu klampten Filippus van Betsaïda in Galilea aan en vroegen hem: “Heer, wij zouden Jezus graag spreken.”»
Deze heidenen zijn geen Joden van geboorte en leven ook niet volgens de joodse gebruiken. Ze komen op het Pesachfeest om de God van Israël te aanbidden. Ze richten zich tot Filippus, die een Griekse naam draagt. «Filippus ging het aan Andreas vertellen en tenslotte brachten Andreas en Filippus de boodschap aan Jezus over.» Maar Jezus stelt hen op het eerste gezicht teleur: ze worden getuige van zijn doodsangst. Toch zaait Hij op dat moment een zaadje dat later zal uitkomen, wanneer de H. Geest is neergedaald om de mensen te verlichten: «Het uur is gekomen dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt, blijft hij alleen; maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint, verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat, zal het ten eeuwigen leven bewaren.»
Omdat deze reizigers voor de feestdagen zijn gekomen en pas na de acht dagen van dankzegging na Pesach weer naar huis zullen keren, zullen ze ook de gebeurtenissen van Goede Vrijdag en Pasen meemaken. Net zoals de apostelen Jezus’ woorden pas begrepen toen ze de profetieën in vervulling hadden zien gaan, herinnerden deze Grieken zich later dat Jezus hen op voorhand had aangekondigd hoe Hij een vernederende dood zou kennen en begraven zou worden en dat Hij hierdoor zou zegevieren over zijn tegenstanders en rijkelijk vrucht dragen.
«Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen; waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren.» Deze woorden zijn een oproep aan de Grieken om Hem te volgen in zijn dood en verrijzenis.
Maar wanneer Hij aan zijn dood denkt – en door goddelijke kennis weet Hij dat ze heel dichtbij is – wordt Jezus overvallen door doodsangst, zoals Hij die in de Hof van Olijven in alle hevigheid zal meemaken: «Nu is mijn ziel verontrust. Wat moet Ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen. Vader, verheerlijk uw Naam.»
Totale overgave aan het mysterie van Gods Wil. De Zoon stemt ermee in vernietigd te worden, op voorwaarde dat zijn Vader door deze kinderlijke gehoorzaamheid wordt verheerlijkt.
In antwoord op dit gebed van Jezus volgt er een theofanie. God toont zich, zoals tijdens het doopsel in de Jordaan en de transfiguratie op de berg Tabor. «Toen kwam er een stem vanuit de hemel: “Ik heb Hem verheerlijkt en zal Hem wederom verheerlijken”.» Op deze manier worden de verrijzenis en de glorierijke overwinning van Jezus eens te meer aangekondigd.
«Het volk dat er bij stond te luisteren, zei dat het gedonderd had. Anderen zeiden: “Een engel heeft tot Hem gesproken.” Maar Jezus zei: “Niet om Mij was die stem, maar om u.”» Het is de Vader die getuigenis aflegt van de Zoon, nog maar eens, in dit grote proces van de Zoon tegen de Wereld.
«Nu heeft er een oordeel over de wereld plaats.» Terwijl de wereld Jezus veroordeelt, veroordeelt de wereld zichzelf. Men noemt dit wel eens Johannes’ ironie, maar dat is een ongelukkige uitdrukking gezien de vreselijke strijd die hier begint; we mogen niet vergeten welke prijs Jezus heeft betaald voor de overwinning op de vorst van deze wereld.
«Nu zal de vorst dezer wereld worden buiten geworpen.» De blindgeborene werd uit de synagoge gegooid door de Joden die zijn getuigenis verwierpen. Ook Jezus zal uit Jeruzalem worden weggedreven en buiten de stadsmuren aan een kruis sterven. Net op het moment dat Satan denkt dat hij gewonnen heeft, zal hij, de vorst van deze wereld, worden buitengeworpen. Dat is het mysterie van de Verlossing.
«En wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven, zal Ik allen tot Mij trekken.» Jezus zegt tegen de Grieken die Hem willen ontmoeten dat ze Hem binnen afzienbare tijd zullen zien met de ogen van het geloof dat hen zal redden, wanneer Hij op het kruis wordt opgericht voor de redding van de wereld. Dat is de derde aankondiging van zijn Passie.
Toen de Joden door de woestijn trokken na de bevrijding uit Egypte, werden er velen gebeten door gifslangen. Mozes maakte een koperen slang en als de Joden hun ogen ernaar oprichtten, werden ze genezen van hun brandende wonden. Op dezelfde manier zal Jezus moeten worden opgeheven aan een kruis en zo zal Hij, terwijl Hij door de Joden vervloekt wordt, allen naar zich toetrekken. Allen, dus ook de Grieken zal God tot zich trekken – denk aan Jo 6,44: «Niemand kan tot Mij komen als de Vader die Mij zond hem niet aantrekt». Zo begint de bekering van de wereld, de vervulling van de profetie van Zacharias.
Frère Bruno de Jésus-Marie
uittreksels uit «Bible, archéologie, histoire» deel 3, pp. 25-26