6 JANUARI 2023
De openbaring van onze katholieke hoop
WAAR kunnen we vandaag nog hoop vinden op een moment dat de huidige apocalyptische gebeurtenissen alle politicologen overstijgen?
We hebben heel vroeg begrepen hoe de Kerk door de schuld van het Tweede Vaticaans Concilie al haar macht in dienst zou stellen van de universele democratie en overal de voortgang van de wereldrevolutie zou bevorderen. Ik moet bekennen dat ik jarenlang dit onverbiddelijk verval van de Kerk en van onze christelijke naties heb ervaren vanuit een integristisch perspectief: alles is verloren, er zit niets anders op dan de wederkomst van Christus af te wachten en ondertussen het geloof te behouden. Het zal steeds erger worden tot de dag waarop de toorn van God over deze afvallige wereld zal neerkomen. Dan zal Christus op de wolken uit de Hemel komen om ons allemaal te oordelen: sommigen zullen naar de hel gaan en anderen naar het Paradijs.
Wanneer men blijft steken in dit perspectief van een gebetonneerd fundamentalisme, denkt men niet meer aan het bekeren van de wereld of aan het bedenken van een nieuwe apologetiek om de goede God beter bekend en geliefd te maken. Dat doet er allemaal niet toe, men sluit zich op in zijn bunker en zegt tegen zichzelf: ik blijf daar tot Christus terugkomt.
De profetie van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima op 13 juli 1917 was voor mij het licht dat de duisternis verdreef. Terwijl ik mediteerde over haar boodschap begon ik te begrijpen dat het geen kwestie was van in een hoekje te kruipen en te wachten tot de slechte tijden voorbij zouden zijn. Onze-Lieve-Vrouw opent een deur naar een prachtige toekomst, we moeten aan het werk gaan.
Voor welke toekomst? Fatima zegt het ons: de wereld is in opstand tegen God, maar God wil de wereld in zijn barmhartige liefde bekeren door de devotie tot het Onbevlekte Hart van Maria. Het volstaat dat de paus de devotie van eerherstel op de eerste zaterdagen van de maand verspreidt om het wonder te zien... Een zo groot wonder dat Rusland zich zal bekeren en dat in navolging daarvan de andere volkeren en de wereld een «zekere tijd van vrede» zullen kennen. Sinds de komst van Christus zal er niets grootser of buitengewoner zijn geweest. De profetieën van het Oude Testament en die van de zieners van de H. Maagd die de heerschappij van God over alle volkeren aankondigen, zullen voltrokken worden.
En hier treedt ons feest van Driekoningen, waarvan we dachten dat het verouderd was, terug op de voorgrond van de actualiteit met zijn aankondiging en zijn hoop op de universele triomf van Christus. Deze drie Wijzen zijn werkelijk zeer groot, zij die de eersten waren om Hem aan te kondigen als ware voorlopers van de massa heidense volkeren die zich bij de Kerk zullen aansluiten.
De H. Schrift vertelt ons, van Isaïas tot de Apocalyps, dat de Kerk zal heersen over de hele aarde, die zich zal bekeren. Deze schijnbare dood van de Kerk en van de christenheid waarvan wij de machteloze getuigen zijn, is voor ons de aankondiging van de komende opstanding. Zij zal tot stand komen door de triomf van het H. Hart in vervulling van de openbaringen van Paray-le-Monial en door de triomf van het Onbevlekte Hart van Maria. De onvoorwaardelijke triomf van de Onbevlekte zal een nieuw tijdperk openen van herovering, van mystieke, artistieke en wetenschappelijke volmaaktheid zoals we nog nooit hebben gezien… Dat is een buitengewoon perspectief.
Mijn conclusie is dus deze. De drie Wijzen uit het Evangelie reisden door Perzië en Arabië. Toen ze in Jeruzalem aankwamen, ontmoetten ze koning Herodes, de Schriftgeleerden, de Farizeeën en de hogepriesters. Er was «grote opschudding in heel Jeruzalem», sommigen zaten er verveeld mee, anderen waren jaloers. Men maakte zich snel af van deze drie lastige getuigen, Herodes wilde ze zelfs als spionnen gebruiken. Deze drie koningen, drie geleerden komen de door Hosea aangekondigde Messias aanbidden omdat zij zijn ster in het Oosten hebben gezien. Ze komen aan en vinden een baby in een kribbe. Hoe reageerden ze daarop? Het was absoluut ongerijmd.
Daarom moeten we deze drie Wijzen diep neergebogen begroeten. Waarom? Omdat ze geloof hadden. De Joden hadden het moeten hebben, want zij hadden de Schriften die hun vertelden dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden. De Joden hadden geloof moeten hebben, maar hadden het niet. En deze drie geleerden bezaten, naast hun redeneringen, hun astronomische wetten en de ster die door het uitspansel reisde, een onvoorstelbaar, wonderbaarlijk geloof! Zij, de heidenen, waren de enigen die in de koning van de Joden geloofden, terwijl het volk van God ongelovig bleef. Niet alleen kwamen de Joden niet om het Kindje Jezus te aanbidden, maar koning Herodes, met de medeplichtigheid van zijn religieuze elites, probeerde Hem te doden...
Daarom vieren wij vandaag de drie Wijzen met vreugde en dankbaarheid, want zij zijn ons voorbeeld, onze “heilige patronen”. Net als zij zijn wij niet talrijk en worden wij veracht. Net als zij zijn wij geleerd, maar onze kennis komt niet alleen van mensen. Onze filosofische, theologische en historische bewijzen zijn allemaal kerkelijke waarheden die de basis vormen van onze zekerheid. Wat nog zekerder is en onze hoop versterkt, is de ster waarop wij al onze gedachten en handelingen richten: Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. Zij wijst ons de weg en het is haar eigen hart: «God wil de devotie tot mijn Onbevlekte Hart over de hele wereld verspreiden.»
Wij strijden voor het Onbevlekte Hart van Maria, wij verdedigen Fatima, wij verdedigen dus Gods meest dierbare belangen, terwijl niemand anders zich daar nog om bekommert, want we bevinden ons op het meest cruciale punt van de grote geloofsafval die de wereld op de proef stelt.
Het uur is ernstig, maar wij zullen samen blijven strijden voor waarheid en naastenliefde, want het is een eer, een geluk dat onze geesten met vreugde verlicht, onze harten verwarmt en onze hoop verheft. Voor ons is het feest van Driekoningen geen folklore, maar de sacramentele en liturgische aankondiging van de wereldwijde katholieke renaissance van morgen!
Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de homilie van 6 december 1992