29 JANUARI 2023

De zaligsprekingen in de praktijk brengen

1. “Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.”

Zalig en zo beminnelijk zijn zij die bescheiden blijven en niet de indruk wekken alles te weten, alles te begrijpen, alles te beheersen, alles te verpletteren. Het Rijk der Hemelen is voor hen die liefdevol en teder spreken.

2. “Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.”

Uiteraard gaat het hier over het Beloofde Land, het land aan de overkant, de Hemel. Als ik bescheiden ben, zal ik door mijn bescheidenheid de sympathie van de anderen opwekken. Ik zoek die niet, maar het zal me verheugen hen gelukkig te zien in mijn gezelschap. Ik wil deze zaligspreking in de praktijk brengen en daarom zal ik mij erop toeleggen bescheiden te zijn zoals Jezus het verlangt, want dan zal zijn blik met welbehagen op mij rusten.

3. “Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden.”

Ik dacht altijd dat dit betekende dat Jezus de tranen uit hun ogen zou wegwissen. Dat is waar, maar zien we niet dat we hier op aarde spontaan degene die huilt proberen te troosten? Wanneer men overmand is door droefheid en verdriet, moet men zijn tranen laten vloeien, want onze tranen zijn nooit een last voor anderen, maar een middel voor hen om hun vriendschap en naastenliefde aan ons te tonen.

4. “Zalig zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.”

De progressistische interpretatie hiervan is vreselijk, omdat het deze zaligheid verandert in een soort socialistische eis of in respect voor de mensenrechten! Maar hier gaat het gewoon om rechtvaardigheid, dat wil zeggen om de heiligheid die erin bestaat rechtvaardig te zijn zoals God het wil. Kijk naar hen die een rechtvaardige inborst hebben. Met geestdrift zijn ze bezig goed te doen, het goede voorbeeld te geven. Dat werkt aanstekelijk op anderen en leidt hen naar het pad van de volmaaktheid. Als we hen bezig zien, willen we op onze beurt dienstbaar zijn...

5. “Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.”

Barmhartig is wie medelijden heeft met de zwakheden van anderen, die begrijpt, die verontschuldigt, die vergeeft, zelfs wanneer de misdaad flagrant is, wanneer de zonde vreselijk is. Het is het beeld van Jezus Christus, van wie Sint-Paulus ons vertelt dat Hij zijn leven gaf voor de goddelozen, dat Hij ons liefhad ondanks onze ellende, terwijl wij nog zondaars waren... De barmhartigen zijn een bron van morele en geestelijke gezondheid in een gezin, in een gemeenschap, in een parochie.

6. “Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien.”

Het gaat niet alleen over kuisheid, maar over welwillendheid in de intentie: zij die een juiste intentie hebben en van wie de liefde voor ons ongeveinsd en niet huichelachtig is.

7. “Zalig zij die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.”

Vredestichters brengen vrede tussen mensen en doven wrok. Zij die vreedzaam zijn, hebben geleerd hoe zij anderen kunnen ontwapenen en hoe zij in een gezin een sfeer van vrede kunnen doen heersen. Er zijn families en religieuze communauteiten die daardoor een paradijs op aarde, een Hemel op aarde zijn.

8. “Zalig zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen. Zalig zijt gij wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil. Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de Hemel.”

Er zijn, zo lijkt me, twee manieren om deze zaligheid in de praktijk te brengen.

1° Het is een toespeling op het Boek der Wijsheid, dat ons vertelt dat telkens als iemand goed is en deugdzaam leeft, hij vijandigheid opwekt bij degenen om hem heen die niet zo deugdzaam leven. Er is een soort afkeer van de goddelozen voor de goeden, zodat het vaak voorkomt dat de goeden lijden onder de mensen om hen heen, dat hun goede daden geestelijke jaloezie en ergernis opwekken. We moeten geen wrok koesteren, want als we dit kleine lijden met vreugde dragen, zal het anderen tot goedheid aanzetten.

2° Ja, zegt Jezus, je zal gezegend worden als ze je vervolgen omwille van mij. Dat is het martelaarschap. Wanneer iemand vervolgd wordt vanwege zijn getuigenis ten gunste van Jezus Christus, vanwege zijn geloof, en zich verzet tegen een ketterij of een schisma, dan gebeurt dat omdat deze persoon door Jezus is uitgekozen om zijn bloed, of tenminste het bloed van zijn hart, te vergieten in schande, schaamte, beproevingen, gevangenissen en tenslotte de dood. Dat is de juiste weg van het heil, de beste weg, de weg van de martelaren.

De heiligen die de weg van de vervolging zijn ingeslagen, zijn uiterlijk ongelukkig, maar in dezelfde mate hebben zij het licht van Christus in zich dat hen ervan overtuigt dat hun kwellingen oneindig aangenaam zijn voor Jezus; en daarom worden die kwellingen even oneindig aangenaam voor henzelf.

«Er is geen grotere vreugde dan te lijden voor uw liefde, o Jezus», zei de H. Teresia van Lisieux. Dat is de zaligheid van de vervolging. Verheugt u en wees blij, want uw beloning is groot in de Hemel. Ik voeg toe: en reeds in deze wereld. Want men kan zich niet voorstellen hoe aangenaam voor anderen de heilige martelaren zijn, zij die lijden voor de waarheid, voor het goede, voor de gerechtigheid; zij wakkeren het vuur van de liefde aan in duizenden zielen. Het bloed van de martelaren is het zaad voor nieuwe christenen... Het is door het bloed en de tranen van de martelaren in dienst van Christus dat onze ingeslapen, goddeloze, lauwe wereld uit haar afvalligheid zal verlost worden.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de homilie van 14 november 1992