26 JANUARI 2020
De zaligsprekingen:
het diepste geheim van het Evangelie
ONDANKS alle vervormingen door de hedendaagse progressieven die het soms hatelijk maken, gaat het Evangelie over het leven in familieverband en over de gevoelens. Jezus, Maria en Jozef hebben vooraf, in het prozaïsch verloop van de dagen, dat eenvoudig en godsdienstig evangelisch leven beleefd. De Zaligsprekingen die Jezus zal onderrichten, dat charter van het Koninkrijk dat Hij komt vestigen, werd door zijn ouders en door Hemzelf gedurende dertig jaar in Nazareth ervaren.
«Zalig de armen, aan hen behoort het Koninkrijk der Hemelen.» Dat wil zeggen dat ze naar de Hemel gaan. Er bestaat dus een groot contrast tussen het natuurlijk leven van hen die al hun capaciteiten aanwenden om materiële, vergankelijke rijkdommen te verwerven en het godsdienstige leven van de armen van geest die ervan houden te leven in gezelschap van Dame Armoede, naar het voorbeeld van de H. Franciscus van Assisi. Het is een genade de ziel van een arme te hebben. De H. Paus Pius X kon met grote tevredenheid zeggen: «Ik ben arm geboren, ik heb arm geleefd en ik zal arm sterven.»
«Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het Land bezitten», het Beloofde Land, verloren maar teruggevonden. Het is het Koninkrijk der Hemelen dat moet komen, maar het is reeds een op aarde neergedaald paradijs waarvan zij die zachtmoedig zijn zullen genieten. Een nieuwe deugd biedt zich aan ons aan, de zachtmoedigheid, een innerlijke deugd, stralend en aanstekelijk. De zachtmoedigen zullen het land bezitten, dat wil zeggen dat ze de gevechten van deze wereld zullen doorstaan door conflicten tot bedaren te brengen. Jezus heeft gezegd dat Hij zachtmoedig en nederig van hart was. «Neemt mijn juk op uw schouders want het is zacht en licht.»
«Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden.» Droefenis komt voort uit het verstoken blijven van geluk, maar ze houdt in zichzelf de verzekering in van een komend goed. Voor mij is de manier om droefenis te aanvaarden de garantie van de troost die me vervolgens door God persoonlijk zal gegeven worden. Voor de pastoor van Ars was een dag zonder lijden een voor de Goede God verloren dag. Als we belasterd worden, als krantenartikels ons zwart maken, ons vernederen, dan drukt ons dat op het moment zelf te neer, maar dat zal niet blijven duren. God belooft ons de vrede, de opbeurende vertroosting van de familie, van de gemeenschap en, in allereerste instantie, van de Eucharistie. In elk geval kan men me aandoen wat men wil, ik zal steeds Jezus helemaal voor mij hebben.
«Zalig die hongeren naar gerechtigheid.» Deze zaligspreking moet ontdaan worden van het progressistisch vernis van onze tijd. De gerechtigheid is de deugd van de rechtvaardigen, het is niet de socialistische aanspraak op een maatschappij waarin men rijkdommen herverdeelt, waar de gelijkheid tussen man en vrouw perfect geëerbiedigd wordt... Dat is de toren van Babel. Toch raakt deze zaligspreking de politieke orde want zij die dorsten naar gerechtigheid vragen zich onophoudelijk af: «Wanneer zal de waarheid eindelijk onder de mensen verkondigd worden?»
Hij die hongert en dorst naar gerechtigheid, naar heiligheid, verzet zich tegen hem die helemaal opgeslorpt wordt door zelfgenoegzaamheid, door alles wat het stoffelijk leven hem oplevert. Hij zal verzadigd worden, in de Hemel uiteraard, maar ook hier op aarde al, want hij wil voor alles de wil van God zien die ervan houdt de menselijke wezens eindelijk in vrede te zien leven, in een godsdienstige rechtvaardigheid.
«Zalig de barmhartigen, want ze zullen barmhartigheid ondervinden.» Reeds zijn we goed gevorderd. Als we arm en zachtmoedig zijn, als we droefenis ervaren en als we eraan denken gerechtigheid te bevorderen voordat we ons comfort zoeken, zullen we eerst onze eigen zwakheid ingezien hebben en vervolgens die van het menselijk ras. We nemen ons niet voor goden want door de liefde voor al deze deugden zullen we onze zwakheid inzien, de onze en die van de anderen. In plaats van een oordeel over de ander uit te spreken, alsof men daartoe bevoegdheid had, is de barmhartige hij die pleit voor de mens en niet oordeelt. Als je niet oordeelt, zal je niet geoordeeld worden. Hierdoor tonen we ons christenen, leerlingen van Jezus die zelf barmhartig is.
Christus is formeel in het gebed dat Hij ons geleerd heeft, het Onzevader. Als je anderen niet vergeven hebt, zal ik jou niet vergeven. Als je geen medelijden hebt met de anderen, zal ik geen medelijden met jou hebben. Het Evangelie is zachtmoedig, maar ook vastberaden. De Goede God zal zich niet herinneren wat voor kwaad we gedaan hebben als we, voor zijn tribunaal geroepen om tegen iemand te getuigen, zelf alles vergeten hebben. Hoe kan men leven zonder elke dag verzekerd te zijn van de barmhartigheid van God?
«Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien.» Men ziet in het Evangelie dat Jezus de negatieve zuiverheid aanbeveelt, de ascese, dat wil zeggen het afweren van dingen die voor ons gelegenheid tot zonde zijn. «Als uw oog u naar de hel leidt, rukt het dan uit, als uw hand u aanstoot geeft, hakt ze af; als ge naar een plaats van zonde wilt gaan, hak dan uw voet af.» De vrucht van deze ascese is het bereiken van het geluk van de positieve zuiverheid, waarbij het zuivere hart dan God ziet in elke mens.
Elk van de zaligsprekingen is onderscheiden van de andere, maar alle zijn ze in volmaaktheid beleefd door de H. Familie en de heiligen opdat we ons op deze weg zouden engageren met het verlangen vordering te maken in de deugd van deze of gene zaligspreking. Laten we, met de armen vol geestelijk goed, ons inspannen te leven volgens deze franciscaanse en evangelische geest die Jezus onderricht heeft aan de menigten die Hem volgden.
abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de homilie van 18 maart 1996