11 MEI 2025
De liefde van de Goede Herder
voor zijn schapen
De joodse autoriteiten in Jeruzalem hebben halsstarrig geweigerd hun ogen te openen voor het ware licht dat Jezus is. Daarom moet Hij zijn schapen “naar buiten leiden” uit het officiële jodendom waarin ze opgesloten zitten, om ze vervolgens te “leiden” samen met de andere schapen die Hij ook wil laten weiden in volle en vredige vrijheid.
In de vorm van twee gelijkenissen verklaart Jezus zijn liefde voor zijn schapen: de joodse, die Hij moet weghalen uit de verloren Tempel, en de heidense, die Hij moet zoeken, bijeenbrengen en opnemen in een nieuwe kudde, ten koste van zijn leven, gegeven als bloedig offer voor zijn schapen… maar het offer telt niet voor wie liefheeft.
«Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie niet door de deur de schaapstal binnengaat, maar langs een andere zijde binnenklimt, hij is een dief en een rover. Maar die binnenkomt door de deur is de herder van de schapen. De wachter doet Hem open en de schapen luisteren naar zijn stem; Hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en voert ze naar buiten. En als Hij al zijn schapen heeft uitgedreven, gaat Hij voor hen uit; en de schapen volgen Hem, want ze kennen zijn stem. Maar een vreemdeling zullen ze niet volgen, eerder ontvluchten; want de stem van vreemden kennen ze niet.»
Deze woorden zijn vol mysterie. Jezus spreekt ze uit in reactie op de weigering van hen die doof willen blijven voor zijn stem. Hij roept degenen die Hem toebehoren om het voorplein van de Tempel in Jeruzalem te verlaten, als in een nieuwe exodus.
Op die dag vond de breuk plaats tussen de synagoge en de nieuwe gemeenschap die zich rond Christus vormde, bestaande uit hen die naar zijn stem luisteren en Hem volgen. Waarheen leidt Hij hen? Daar waar Hij is, waar Hij heen gaat, waar Hij weldra zal zijn. Het volstaat dat de schapen zich rond de herder verzamelen, hun blik op Hem richten, zijn stem horen – zoals Hij geheel gericht is op zijn Vader.
Dit is iets radicaal nieuws in de gewijde geschiedenis, een ommekeer: een gemeenschap is geboren, niet gebouwd op ras, op land of zelfs op de eredienst aan Jahweh in zijn Tempel, maar op de Persoon van Jezus alleen, de Goede Herder van de schapen. Er is niemand anders dan Hij! Jezus is tegelijk de poort die uitgeeft op het voorplein als de herder die de schapen naar buiten leidt en hen voorgaat.
Jezus is de Herder: «Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar de huurling, die de herder niet is en aan wie de schapen niet toebehoren, hij laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht van zodra hij de wolf ziet komen; en de wolf rooft en verstrooit ze. Want hij is een huurling en hij heeft geen hart voor de schapen.» Jezus is zoals zijn vader David, die «de schapen van zijn vader hoedde; en kwam er een leeuw of een beer die een lam van de kudde weghaalde, dan ging hij het dier achterna, sloeg het neer en redde het lam uit zijn muil» (1 S 17, 34-35).
Zo ook Jezus, maar met dit verschil: Hij zal zijn leven geven voor het heil van zijn schapen. Wat betekent dit mysterie? David greep het roofdier vast en sloeg het dood. Maar als de herder zijn leven geeft, hoe zal het schaap dan gered worden?
Jezus vervolgt sereen: «Ik ben de goede herder; Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik geef mijn leven voor mijn schapen.»
De liefdevolle “kennis” tussen herder en schapen lijkt op de “kennis” tussen de Vader en de Zoon en is er de vrucht van. Jezus heeft al eerder uitgelegd dat Hij zijn gehoorzaamheid aan de Vader zou tonen door het Kruis te aanvaarden. Nu herhaalt Hij dat Hij op diezelfde manier zijn liefde voor zijn schapen zal bewijzen.
Toch blijft de vraag: als Jezus sterft, wat voor redding is dat dan voor zijn schapen?
«Ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapstal zijn. Ook hen moet Ik leiden en ze zullen luisteren naar mijn stem; dan zal het worden: één kudde, één herder.»
Zij die “niet uit deze schaapstal zijn” komen uit de heidense tempels. Hij moet hen zoeken, hen bevrijden van hun valse godsdiensten en ook hen “leiden”, door hen bij de kudde van Israël te voegen en hen zo te verzamelen in één Kerk, geschaard achter haar Hoofd en Herder.
«Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef, om het weer terug te nemen.» Hier vinden we het antwoord: uit liefde voor zijn schapen geeft Jezus zijn leven als offer, in gehoorzaamheid aan de Vader, maar Hij doet dit met de volheid van zijn macht om te verrijzen, zodat Hij de leiding over de kudde kan nemen en hen kan “leiden”.
Als Hij slechts mens was, zou Hij zijn leven vrijwillig geven, zoals een soldaat die ten strijde trekt en zich opoffert voor zijn land. Maar bij Jezus is het anders: «Niemand neemt het Mij af; Ik geef het uit Mijzelf.»
Dat is het mysterie: zoals eerdere pogingen van de Joden om Jezus te doden zijn mislukt, blijkt dat niemand Hem het leven kan afnemen bij verrassing, zonder zijn instemming: «Ik heb macht om het te geven en macht om het weer op te nemen. Dat is het gebod dat Ik van mijn Vader heb ontvangen.»
Het mysterie van de Zoon van God, die de ontvangen zending van zijn Vader vervult, brengt opnieuw verdeeldheid onder “de Joden” – in elk geval de leiders; het volk echter laat zich steeds meer winnen. En dat is wat de autoriteiten zorgen baart. Sommigen zeggen: “Hij is bezeten, hij raaskalt”; het zijn de beledigende woorden van wie niet wil luisteren. Anderen zeggen: “Dat zijn geen woorden van een bezetene”; zij vermoeden een mysterie, maar blijven steken in een menselijk, onvolkomen geloof, het geloof dat door wonderen gewekt wordt: “Kan een demon de ogen van een blinde openen?”
Jezus zal dit later herhalen, tijdens het feest van de Tempelwijding in Jeruzalem: «Mijn schapen luisteren naar mijn stem; Ik ken ze en ze volgen Mij. En Ik geef hun het eeuwig leven; ze gaan in eeuwigheid niet verloren en niemand rooft ze weg uit mijn hand. Wat mijn Vader Mij heeft gegeven, is het kostbaarste van alles en niemand kan het roven uit de hand van mijn Vader. Ik en de Vader zijn één.»
Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 18 april 2021