13 APRIL 2025

Jezus, Koning van de Waarheid,
wordt in Jeruzalem toegejuicht

Vandaag begint het drama van het Lijden. Maar laten we eerst nog even stilstaan bij de processie van Palmzondag.

Jezus trekt met zijn apostelen en de mensen die in Bethanië bij Hem waren op naar Jeruzalem. Ze worden verwelkomd door de menigte uit Jeruzalem die hen tegemoetkomt. De grote stoet, die Jezus als Zoon van David en als Messias toejuicht, begeeft zich naar de Tempel, want Jezus heeft het recht om in Jeruzalem te heersen, als Koning, als Hogepriester en als Profeet. Dit succes was noodzakelijk om de Schrift te vervullen en dat is wat de Kerk herdenkt op Palmzondag.

Laten we binnentreden in het Hart van Onze-Lieve-Heer. Het is deze dag vol van twee leidende gedachten.

– De eerste gedachte is dat Hij de Christus is en dat Hij daarvan, als een atleet van God, het bewijs moet leveren: het dient voor iedereen en voor de komende generaties duidelijk te zijn dat Hij de Zoon van David, de Messias, de Zoon van God en de Verlosser van de wereld is. Daarom laat Hij het volk toe zijn enthousiasme te uiten en Hem toe te juichen als Koning en Messias. Aan de Farizeeën die Hem bezwoeren hen het zwijgen op te leggen antwoordde Hij met gezag: «Ik zeg u, als zij zwijgen, zullen de stenen gaan roepen» (Lc 19, 39).

– De tweede gedachte die de Heer kwelt, is dat daarna, als een tweede fase, de vervulling van de goddelijke Wil zal komen, die Hem ertoe zal brengen zichzelf als offer aan te bieden. De liturgie nodigt ons uit om deze twee gedachten, deze twee gebeurtenissen, van elkaar te onderscheiden.

De processie op Palmzondag komt duidelijk over als een bevestiging van Christus’ koningschap door het volk van Jeruzalem. Maar ook zijn vijanden zijn daar. Zij bespieden Jezus en zullen Hem uiteindelijk ter dood brengen. Hij zal dan ook deze woorden spreken: «Ik heb u willen redden, Jeruzalem, Ik heb u willen verzamelen zoals een kloek haar kuikens onder haar vleugels verzamelt, maar gij hebt niet gewild!» Het zijn de leiders van het volk die tekortschieten en misdadig zijn.

Volgens het Evangelie van Johannes weerklinkt er, terwijl Jezus naar de Tempel van Jeruzalem optrekt, een stem als een donderslag. Het is de stem van de Vader die zich laat horen en de Heer Jezus in zijn missie bevestigt: «Ik heb Hem verheerlijkt en Ik zal Hem opnieuw verheerlijken» (Jo 12, 28).

Deze stem weerklinkt op het ogenblik dat enkele Grieken zich tot Christus wenden. Terwijl de Joden zich verharden, openen de heidenen zich voor de waarheid. Aan deze heidenen, die slechts denken aan aards geluk, toont Jezus dat men door het mysterie van de dood moet gaan om tot de Verrijzenis te komen.

Dat is een ander erg belangrijk aspect van de Palmprocessie. Jezus is allerminst bedwelmd door zijn triomf. Integendeel, Hij zet al de grote bewijsvoering van de komende dagen in: Hij is de Christus die moet lijden en sterven om tot het licht te komen en de gelovige menigten achter zich aan te trekken. Maar hoewel Jezus geen aardse koning wil zijn, wil Hij wél Koning van de Waarheid zijn. Hij wil dat zijn waarheid openbreekt.

In de drie dagen die volgen, zal Jezus de waarheid verkondigen aan de Farizeeën, de priesters en de hogepriesters, in harde gelijkenissen. Hij zal hen tonen dat Hij de Meester is, dat Hij precies weet wat tegen Hem wordt beraamd en dat hierin juist de vervulling van de H. Schrift ligt. Tijdens deze dagen toont Hij een bewonderenswaardige moed. Hij zal laten zien dat Hij de leider is, Hij beveelt en stuurt de gebeurtenissen en op het door Hem gekozen uur zal Hij zijn leven afleggen – om het drie dagen later weer op te nemen.

Wanneer Hij zich, door het verraad van Judas, door zijn vijanden laat gevangen nemen, zal Hij zich niet verdedigen. Want nu de Waarheid is opengebroken, is het ogenblik gekomen voor zijn ultieme strijd, voor zijn Offer.

De les van Palmzondag is zo belangrijk! Ze laat ons zien dat ons geloof de Waarheid is: de Waarheid die Jezus heeft opgelegd en heeft laten schitteren, zelfs voor de ogen van zijn vijanden, en waarvoor Hij gestorven is. Ons geloof is geen droom. Jezus heeft verklaard dat Hij de Zoon van God en de verwachte Messias is. Hij heeft dit bewezen en het volk heeft Hem openlijk erkend. Hij wist dat Hij gedood zou worden en Hij heeft het gewild. Hij heeft zijn Verrijzenis aangekondigd, zijn uiteindelijke overwinning, de bestraffing van zijn vijanden, de vernietiging van Jeruzalem en het eeuwige heil voor hen die in Hem geloven.

Op dat moment is alles gereed voor het drama dat zal volgen...

Het enige wat ons rest, is dit drama opnieuw beleven in deze heilige dagen. Dit drama opnieuw beleven betekent in de Evangelies mediteren over de heftige discussies van Jezus met de Farizeeën, er aan deelnemen en de kant van Christus kiezen. Op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag willen we Hem door onze godsvrucht en ons medelijden trouw blijven, zelfs wanneer zijn eigen apostelen Hem verraden, en zo verdienen met Hem te verrijzen op Paaszondag.

Ik zeg nadrukkelijk: verrijzen. Dat wil zeggen: ons overspoeld weten door een nieuw leven, een nieuwe kracht, een nieuwe vreugde, die een teken, een voorsmaak, een begin zijn van de eeuwige zaligheid.

«Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden. Maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden» (Mc 16, 16).

Wij zijn dus op weg naar de Hemel, want wij hebben het geloof. Maar laten we er trouw aan blijven, laten we in de Paasnacht onze doopbeloften hernieuwen opdat we des te zekerder onze ziel zouden redden – en ook die van degenen die we liefhebben.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 30 maart 1980