52. Het universele koninkrijk van Christus,
Zoon van God, door het Onbevlekt Hart van Maria
In het gezelschap van zijn christelijke medebroeders vindt de falangist de meest wijde en volmaakte mensengemeenschap, waaraan hij alles verschuldigd is en waarvoor hij zich allereerst inzet. Al die mensen, vrijgekocht door het Bloed van Christus, kinderen van Maria geworden en ledematen van één familie, de Kerk, en daardoor ook elkaars ledematen, vinden in de liefde tot God, in zijn aanbidding en dienst de grondslag en de regel van hun onderlinge waardering, liefde en hulpvaardigheid. Daaruit vloeit een intense, voortdurende uitwisseling van tijdelijke en geestelijke weldaden voort. Die broederlijke naastenliefde vormt in de wereld en doorheen de eeuwen een bovennatuurlijke gemeenschap, waarvan de ware godsdienst de basis is en waarvan de vrucht de eenheid in opvattingen, sociale gewoonten en zeden is.
Zo ziet de christenheid eruit, waarvan zowel het goddelijk goed als de menselijke goederen voor iedereen beschikbaar zijn en aan allen worden aangeboden.
1. Het tweeduizend jaar oude christelijk denken, een erfstuk van de Bijbelse wijsheid en de Griekse filosofie, is en blijft de noodzakelijke intellectuele voorbereiding op elk broederlijk mensencontact, over de muren en ijzeren gordijnen van barbaarse ideologieën van vroeger en nu heen en ondanks de anarchie en de puinhopen als gevolg van de huidige geloofsafval.
2. De christelijke politiek, geërfd van de Bijbelse theocratie en de Romeinse orde, is ook een menselijk-goddelijke wijsheid, een praktische en voortaan exemplarische kunst die aan alle volkeren wordt aangeboden. Zij biedt hen een weg naar een stabiele, vreedzame, rechtvaardige en sterke binnenlandse orde en tegelijkertijd ook de mogelijkheid om met vereende krachten samen te werken met alle beschaafde naties die paal en perk willen stellen aan elk nieuw barbaars offensief en elke terugkeer naar de anarchie.
3. De christelijke beschaving is voortgekomen uit het Evangelie en werd door de eeuwen heen bewaard en verrijkt met de vele bijdragen uit de traditie van de volkeren. Ze werd misschien wel tot haar hoogste graad van volmaaktheid gebracht in Frankrijk. Ze was het providentieel instrument, door God geïnspireerd, gezegend en beschermd, om de christenheid uit te breiden en stevig te verankeren in de wereld, in een eensgezindheid die mogelijk gemaakt werd door bewonderenswaardige en unieke gemeenschappelijke zeden. Zij blijft tot op heden de inspiratiebron en het model voor elke politieke actie die het algemeen belang van de samenleving op het oog heeft. Onrechtstreeks helpt zij haar leden bovendien op de weg naar het eeuwig heil.
Onze hoop op een restauratie van de christenheid en haar verspreiding over de wereld steunt vandaag op de belofte van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima: « Op het einde zal mijn Onbevlekt Hart triomferen. De H. Vader zal Rusland aan mij toewijden dat zich zal bekeren. En aan de wereld zal een tijd van vrede geschonken worden. »
Het kan niet anders of deze politieke onderneming zal ook een godsdienstige opdracht zijn, zoals de H. Pius X het onderwees: « Geen echte beschaving zonder morele beschaving en geen echte morele beschaving zonder de ware godsdienst: het is een bewezen waarheid en een historisch feit. » Om te slagen moet onze politieke leer zich dus ontwikkelen vanuit de bemiddeling en onder de bescherming van de Maagd Maria, Moeder en Koningin van ons allemaal, voor altijd.