De verloochening door Franciscus
en een nieuwe Athanasius

De paus en de grootimam van al-Azhar ondertekenen in Abu Dhabi het Document over de broederlijkheid onder de mensen voor wereldvrede en voor het samenleven.
De paus en de grootimam van al-Azhar ondertekenen in Abu Dhabi het Document over de broederlijkheid onder de mensen voor wereldvrede en voor het samenleven.

IN februari van dit jaar bracht paus Franciscus een bezoek aan de Verenigde Arabische Emiraten, gelegen aan de Perzische Golf. De media, die er nooit in slagen zinnig religieus commentaar te geven, konden alleen maar het refrein herhalen dat alle verslagen van pausreizen sinds Paulus VI begeleidt : « Voor de eerste keer in de geschiedenis bezoekt een paus... »

Het is inderdaad een “ première ” en wel om de verjaardag te vieren van de ontmoeting tussen Sint-Franciscus van Assisi en de Egyptische sultan al-Malik al-Kamil in 1219, achthonderd jaar geleden. De grote heilige probeerde de moslimleider te bekeren tot het christelijk geloof.

Maar wat een ontgoocheling vandaag... Onder het voorwendsel van « interreligie » heeft de paus zijn eigen godsdienst in Rome achtergelaten en zijn toespraak aangepast aan het mohammedaans “ monotheïsme ”.

In plaats van over interreligie te spreken, zou men beter zeggen dat er sprake was van aanpassing van ons trinitair monotheïsme – het enige juiste ! – aan de antitrinitaire religie van de moslims. Franciscus heeft hen gezegd dat wij allemaal « kinderen van God » zijn, wat juist is op voorwaarde dat wij Maria als Moeder hebben. Dat is de reden waarom Sint-Lucas Jezus, onze Verlosser, de « eerstgeborene » van Maria noemt (Lc 2, 7) : hij denkt aan de massa’s geredde zielen die Hem zullen opvolgen in de schoot van Maria. Want niemand heeft God tot Vader als hij Maria niet tot Moeder heeft.

Jammer genoeg heeft de paus niet gesproken over Jezus of Maria tot de moslims die hem ontvingen met de pracht en praal van de Drie Koningen, toen zij het Kind en zijn Moeder in Bethlehem gingen vereren. Het gemotoriseerd konvooi dat de H. Vader naar het gigantisch presidentieel paleis bracht, werd geëscorteerd door de cavalerie van de emiraten, terwijl vliegtuigen van de luchtmacht in de blauwe hemel de pauselijke kleuren tevoorschijn toverden.

Waarom heeft de paus in Abu Dhabi niet gesproken over Onze-Lieve-Vrouw van Fatima ? Haar naam alleen al zou een gevoelige snaar geraakt hebben bij zijn mohammedaanse gastheren. En hij zou er het Onbevlekt Hart mee gemobiliseerd hebben om hen de genade van de Moeder Gods te schenken. Helaas ! De aandacht van Franciscus ging vooral naar de ondertekening van een verklaring : het Document over de broederlijkheid onder de mensen voor wereldvrede en voor het samenleven.

PAUSELIJKE APOSTASIE

De paus nam inderdaad deel aan een interreligieuze ontmoeting in het memoriaal voor sjeik Zayed, de stichter van de Verenigde Arabische Emiraten, om er « een nieuwe bladzijde te schrijven in de geschiedenis van de betrekkingen tussen de godsdiensten, door vooral het concept van de broederlijkheid te benadrukken » (kardinaal-staatssecretaris Pietro ­Parolin).

Het « concept van de broederlijkheid » vervangt bijgevolg de theologale deugd van de naastenliefde. Daarmee wordt een « bladzijde » omgedraaid : die van de christelijke godsdienst en van de beschaving die er de vrucht van was. De paus begon zijn toespraak met de traditionele mohammedaanse vredeswens « in de Naam van God », bismi’llah, en eindigde met een scherpe aanklacht tegen de wreedheid van de oorlog en het geweld : « De menselijke broederlijkheid maakt het ons, vertegenwoordigers van de godsdiensten, tot een plicht om aan het woord “ oorlog ” geen enkele goedkeuring te hechten. » Franciscus vernoemde Jemen, Syrië, Irak en Libië.

Door te spreken « in de Naam van God » maakt de paus de aanroeping tot de zijne die elk van de 114 soera’s van de Koran inleidt. De eerste soera, fatiha (“ opening ”), ontwikkelt « in de Naam van Allah » een religie die puur deïstisch is en die de Allerheiligste Drie-eenheid ontkent. Het geloof in de H. Drievuldigheid is een vorm van goddeloosheid, zegt soera IV, 171. Het kruisteken, « in de Naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest », wordt zo verbannen.

De paus spoorde verder aan tot het bouwen van bruggen : « Als broeders binnen dezelfde mensenfamilie door God gewild, moeten wij gezamenlijk ingaan tegen de logica van de gewapende macht, tegen het herleiden van de betrekkingen tot enkel het financiële aspect, tegen de bewapening van de grenzen, de bouw van muren, de onderdrukking van de armen. Laten we tegenover dat alles de zachte kracht van het gebed plaatsen en het dagelijks engagement in de dialoog. »

Zonder Christus ? Zonder Jezus of Maria ? Jawel. Zo luidt de “ interreligieuze ” boodschap van paus Franciscus : « Het feit alleen al dat wij vandaag bijeen zijn vormt een boodschap van vertrouwen, een aanmoediging voor alle mensen van goede wil... God staat aan de kant van de mens die de vrede zoekt. »

Op die manier wordt het woord van Christus door zijn eigen Plaatsvervanger afgekeurd : « Zonder Mij kunt gij niets. »

GEMEENSCHAPPELIJKE « INTERRELIGIEUZE » VERKLARING

Niet alleen de paus was te gast in Abu Dhabi, maar ook Ahmed el-Tayeb, de grootimam van de universiteit van al-Azhar in Caïro. Beide “ religieuze leiders ” begroetten elkaar allerhartelijkst, waarna zij overgingen tot de plechtige ondertekening van het aangehaalde Document.

« Wij richten ons », aldus het document, « tot intellectuelen, filosofen, mensen van de godsdienst, kunstenaars, beheerders van de media en mensen van de cultuur overal ter wereld, opdat zij de waarden zouden terugvinden van vrede, rechtvaardigheid, goedheid, schoonheid, broederlijkheid onder de mensen en samenleven, en dat zij het belang van deze waarden zouden affirmeren als laatste redmiddel voor iedereen [sic] en overal proberen te verspreiden. »

De H. Vader ondertekent zonder aarzeling deze verloochening van het mysterie van de Verlossing ! Zo vervult hij letterlijk het plan van de Antichrist die in de Kerk aan het werk is en die door abbé de Nantes al in 1963, vlak na de eerste zitting van het Concilie, ontmaskerd werd :

« Er komt een gedachte in me op die me doet verstijven. Men kondigt een nieuw tijdperk aan waarin de christenen het Kruis dat hen doet leven, zullen durven vergeten om hun vijanden te ontwapenen ! De liefde tot Jezus is verloren gegaan en ten gevolge daarvan is er onverschilligheid gekomen voor de waarheid en de rechtvaardigheid. En nu verkondigt men het grote project voor de eindtijd : de hele mensheid, christenen en heidenen, gisteren nog vijanden [...], gaan zich verzoenen, vermoeid als ze zijn door zoveel nutteloze strijd, om het hoog opgerichte Kruis uit de grond te trekken en over Jezus een definitief stilzwijgen te doen heersen. Vermits het te moeilijk is om van de bozen te verkrijgen dat het drama hersteld wordt, kan het beter weggeveegd worden ! Dat is de prijs die moet betaald worden voor de toekomst van de mensheid, de vrede, het welzijn. Het is beter dat één Mens verdwijnt uit de geschiedenis dan dat de grote massa lijdt... » (Brief aan mijn vrienden nr. 136).

Dat is precies het opzet van het Document van Abu Dhabi :

« Het pluralisme en de verscheidenheid van godsdienst [sic], kleur, geslacht, ras en taal zijn de wijze goddelijke wil waardoor God de mensen geschapen heeft. Deze goddelijke Wijsheid ligt aan de oorsprong van het recht op vrijheid van geloofsovertuiging en de vrijheid van verscheidenheid.

« De katholieke Kerk en al-Azhar beloven dat zij dit Document dankzij hun samenwerking zullen bezorgen aan de autoriteiten, aan invloedrijke leiders, aan mensen van de godsdienst uit de hele wereld, aan regionale organisaties en internationale competenties, aan de organisaties van de burgerlijke samenleving, aan godsdienstige instituten en aan hen die leiding geven in het denken ; en dat zij zich zullen inzetten voor de verspreiding van de principes van deze Verklaring op alle regionale en internationale niveaus, met de aanbeveling ze om te zetten in het politiek beleid, in beslissingen, wetteksten, studieprogramma’s en communicatiemateriaal.

« Al-Azhar en de katholieke Kerk vragen dat dit Document voorwerp van onderzoek en reflectie wordt op alle scholen, universiteiten en instituten voor onderwijs en vorming, om nieuwe generaties te helpen scheppen die goedheid en vrede brengen en overal het recht van de verdrukte en achteruitgestelde mens verdedigen. »

Zonder Christus ? Zeker, vermits deze « uitnodiging tot verzoening en broederlijkheid » zich richt tot « alle gelovigen »... en tot « alle niet-gelovigen »! Het gaat om « een oproep tot wie houden van de waarden van verdraagzaamheid en broederlijkheid, gepromoveerd en aangemoedigd door de godsdiensten », zonder onderscheid en zonder onderling verschil, « als getuigenis van de grootheid van het geloof in God die verdeelde harten verenigt en de menselijke geest verheft ».

« Het geloof in God » van de ongelovigen ? Ja ! « Dat is wat wij hopen en proberen te realiseren, met het doel universele vrede te bekomen waarvan alle mensen kunnen genieten in dit leven. »

En in het andere leven ? Tussen paus Franciscus en imam el-Tayeb is geen sprake geweest van het leven na de dood. Tenzij om een waarschuwing te geven : « Er is geen alternatief : ofwel bouwen wij gezamenlijk aan de toekomst, ofwel is er geen toekomst meer »... hier op aarde.

EEN NIEUWE ATHANASIUS

In de vierde eeuw was de H. Athanasius, patriarch van Alexandrië, de enige bisschop die stand hield tegen de ketterij van het arianisme dat heel de Kerk in zijn greep had. Vandaag is Mgr. Athanasius Schneider de enige bisschop die openlijk durft ingaan tegen de Verklaring van Abu Dhabi en die in een onlangs gepubliceerde tekst moedig het ware katholiek geloof verdedigt.
In de vierde eeuw was de H. Athanasius, patriarch van Alexandrië, de enige bisschop die stand hield tegen de ketterij van het arianisme dat heel de Kerk in zijn greep had. Vandaag is Mgr. Athanasius Schneider de enige bisschop die openlijk durft ingaan tegen de Verklaring van Abu Dhabi en die in een onlangs gepubliceerde tekst moedig het ware katholiek geloof verdedigt.

Athanasius Schneider is een Rooms-katholieke aartsbisschop van Kazachstan en lid van de reguliere kanunniken van het H. Kruis van Coimbra, een in 1131 gestichte orde van kruisheren die deel uitmaakt van het Oostenrijkse Opus Sanctorum Angelorum.

Hij werd geboren als Anton Schneider in Tokmok (Kirgizië) op 7 april 1961. Zijn ouders waren Wolga-Duitsers, het gedoemde volk dat door Stalin na de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd werd naar de Oeral. Daarna moest de familie verplicht uitwijken naar Kirgizië, waar hun zoon Anton het levenslicht zag. Als kind woonde hij met zijn ouders en zijn drie broers en zussen in het geheim de mis bij. In 1973, kort na zijn eerste communie die ook in de clandestiniteit moest gebeuren, kreeg het gezin Schneider de toelating om de USSR te verlaten en zich in Rottweil (West-Duitsland) te vestigen, waar hun Duitse nationaliteit erkend werd.

De kathedraal van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima in ­Karaganda, het centrum van het katholicisme in Kazachstan, werd gebouwd in 2004-2012. Het is de grootste Rooms-katholieke kathedraal van Centraal-Azië, opgericht op de plek waar zich een beruchte goelag bevond waarin veel Duitse, Oostenrijkse en Poolse krijgsgevangenen van ontbering stierven.

De intrede van Anton in de orde van de kanunniken van het H. Kruis vond plaats in 1982. Bij die gelegenheid nam hij de naam Athanasius aan, als eerbetoon aan de heilige kerkvader. Zijn priesterwijding volgde in 1990. Na een verblijf in Rome (1993-2001), waar hij doctoreerde en deel uitmaakte van de algemene raad van zijn orde, werd hij uitgenodigd om theologische uiteenzettingen te geven aan het bisschoppelijk seminarie van Karaganda in Kazachstan. Hij vestigde zich daar en werd in 2006 door Benedictus XVI aangesteld tot hulpbisschop van Karaganda. Vijf jaar later volgde zijn aanstelling als hulpbisschop van het aartsbisdom Astana en secretaris-generaal van de bisschopsconferentie van Kazachstan.

Naast Duits en Russisch spreekt Mgr. Schneider Italiaans, Portugees, Engels en Frans en kent hij Oud-Grieks en Latijn. Tijdens een theologische conferentie in Rome in december 2010 stelde hij voor om « een nieuwe Syllabus » op te stellen waarin de paus de verkeerde interpretaties van de teksten van Vaticanum II zou corrigeren. Zijn voorstel werd echter “ geklasseerd ”.

Vandaag publiceert hij een verklaring, Het geschenk van de adoptie als kind van God, waarin hij als enige bisschop regel na regel het Document van Abu Dhabi veroordeelt in naam van het katholiek geloof. Zijn tekst [zie het kader op pp. 8-9] verscheen op 9 februari, vijf dagen nadat paus Franciscus dat Document had ondertekend.

« HET GESCHENK VAN DE ADOPTIE ALS KIND VAN GOD »

De waarheid van de kinderlijke adoptie in Jezus Christus, een intrinsiek bovennatuurlijke waarheid, vormt de synthese van heel de goddelijke Openbaring. Door God als een zoon geadopteerd worden, is altijd een gratis geschenk van de genade en de meest sublieme gave van God aan de mensheid. Die adoptie wordt echter alleen verkregen door persoonlijk geloof in Jezus Christus en het ontvangen van het doopsel, zoals de Heer zelf heeft onderwezen : « Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u : geen mens kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij herboren wordt uit het water en de H. Geest. Wat uit het vlees geboren is, is vlees en wat uit de geest geboren is, is geest. Wees niet verbaasd over wat Ik u zei : gij moet wederom geboren worden » (Jo 3, 5-7).

In de afgelopen decennia hebben we vaak – ook uit de mond van een aantal vertegenwoordigers van de kerkelijke hiërarchie – verklaringen gehoord met betrekking tot de theorie van de « anonieme christenen ». Deze theorie [van Karl Rahner] beweert dat de zending van de Kerk in de wereld er in bestaat om bij alle mensen het besef te doen groeien dat zij gered zijn in Jezus Christus en bijgevolg in Hem geadopteerd als zijn kinderen. Want volgens diezelfde theorie bevat elk menselijk wezen al de goddelijke verwantschap in de diepte van zijn persoonlijkheid.

Een dergelijke theorie is echter rechtstreeks in tegenspraak met de goddelijke Openbaring, zoals Christus ze heeft geleerd en zoals zijn apostelen en de Kerk ze altijd hebben doorgeven, zonder wijziging en zonder de schaduw van een twijfel.

In zijn essay » Het mysterie van de Joden en de heidenen in de Kerk » (Die Kirche aus Juden und Heiden, 1933) heeft Erik Peterson, een bekende bekeerling en exegeet, al lang geleden gewaarschuwd voor het gevaar van een dergelijke theorie : hij onderstreepte dat men het feit van christen te zijn (Christsein) niet kan herleiden tot de natuurlijke orde, alsof de vruchten van de Verlossing verworven door Jezus Christus elke mens zouden ten deel vallen als een soort van erfenis, gewoon maar omdat alle stervelingen de menselijke natuur delen met het geïncarneerde Woord. Kinderlijke adoptie in Jezus Christus is echter geen automatisch resultaat dat zou worden gegarandeerd door tot het menselijk ras te behoren.

De H. Athanasius (zie Oratio contra Arianos II, 59) heeft ons een eenvoudige en afdoende uitleg gegeven over het verschil tussen enerzijds de natuurlijke staat van de mens als schepsel van God en anderzijds de glorie van iemand die de zoon van God is in Jezus Christus. Athanasius haalt zijn verklaring uit de woorden van het Evangelie volgens Johannes : « Maar aan allen die Hem ontvingen, gaf Hij de macht om kinderen van God te worden ; aan hen die in zijn Naam geloven, die niet uit bloed zijn geboren, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van een man, maar uit God. » Johannes gebruikt de uitdrukking « zij zijn geboren » om te zeggen dat de mensen zonen van God worden niet door de natuur, maar door adoptie. Dat toont de liefde van God, het feit dat Hij die hun schepper is dan ook door de genade hun Vader wordt. Dit gebeurt wanneer, zoals de Apostel zegt, de mensen in hun hart de geest ontvangen van de vleesgeworden Zoon, die in hen roept : « Abba, Vader ! »

Sint-Athanasius vervolgt zijn verklaring door te zeggen dat de mensen, als geschapen wezens, alleen door het geloof en het doopsel zonen van God kunnen worden, wanneer ze de Geest van de ware Zoon van God ontvangen. Het is precies om deze reden dat het Woord vlees is geworden, om de mensen in staat te stellen tot adoptie als zonen van God en deelname aan de goddelijke natuur. Daarom is God van nature niet de Vader van alle menselijke wezens. Alleen als iemand bewust Christus aanvaardt en wordt gedoopt, kan hij in waarheid roepen : « Abba, Vader ! » (Rm 8, 15 ; Ga 4, 6).

Dit standpunt bestaat sinds de aanvang van de Kerk, zoals Tertullianus getuigde : « Men komt niet als christen op de wereld : men wordt het » (Apologeticum 18, 5). En de H. Cyprianus van Carthago formuleerde deze waarheid treffend toen hij zei : « Alleen hij kan God als Vader hebben die de Kerk [Maria] als moeder heeft » (De unitate 6).

HET CHRISTELIJK GELOOF,
DE ENIGE DOOR GOD GEWILDE GODSDIENST

De meest dringende taak van de Kerk in onze tijd is zich bezorgd te tonen over de geestelijke klimaatverandering en de geestelijke migratie, opdat het klimaat van ongeloof in Jezus Christus, het klimaat van afwijzing van het koningschap van Christus kan worden veranderd in een klimaat van expliciet geloof in Jezus Christus en aanvaarding van zijn koningschap. De Kerk moet arbeiden opdat de mensen zouden kunnen migreren van de ellende van het ongeloof, die een geestelijke slavernij vormt, naar het geluk van zoon van God te zijn ; van een leven van zonde naar de staat van heiligmakende genade. Dat zijn de migranten voor wie we dringend moeten zorgen.

Het christendom is de enige religie die door God is gewild. Het christendom kan dus nooit naast andere religies worden geplaatst alsof het daaraan complementair is. Die andere godsdiensten zouden de waarheid van de goddelijke Openbaring schenden, zoals die ondubbelzinnig bevestigd wordt in het Eerste Gebod van de Decaloog, alsof de diversiteit van religies door God zou gewild zijn.

Volgens de wil van Christus moet het geloof in Hem en in zijn goddelijke lering de andere religies vervangen, weliswaar niet met geweld, maar door liefhebbende overtuigingskracht, zoals uitgedrukt in de hymne van de lauden voor het feest van Christus Koning : « Hij onderwerpt de volkeren niet door het zwaard, noch door geweld, noch door angst, maar op het Kruis verheven trekt Hij alles liefdevol tot zich. »

Er is maar één weg naar God en dat is Jezus Christus, want Hijzelf heeft gezegd : « Ik ben de weg » (Jo 14, 6). Er is maar één waarheid en dat is Jezus Christus, want Hijzelf heeft gezegd : « Ik ben de waarheid » (Jo 14, 6). Er is maar één echt bovennatuurlijk leven van de ziel en dat is Jezus Christus, want Hijzelf heeft gezegd : « Ik ben het leven » (Jo 14, 6).

De mensgeworden Zoon van God heeft geleerd dat er buiten het geloof in Hem geen ware en God welgevallige religie kan zijn : « Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnenkomt, zal hij gered worden » (Jo 10, 9). God heeft alle mensen, zonder uitzondering, geboden om naar zijn Zoon te luisteren : « Dit is mijn geliefde Zoon : luistert naar Hem ! » (Mc, 9, 7). God zei niet : « Jullie kunnen naar mijn Zoon luisteren of naar andere grondleggers van een godsdienst, want het is mijn wil dat er verschillende religies zijn. » God heeft ons verboden de wettigheid van de religies van andere goden te erkennen : « Gij zult geen andere goden naast Mij hebben » (Ex 20, 3) en « Draag niet hetzelfde juk met de ongelovigen. Want welke eenheid is er tussen gerechtigheid en ongerechtigheid, wat heeft het licht met de duisternis te maken ? Welke overeenkomst is er tussen Christus en Belial ? Wat heeft de gelovige met de ongelovige gemeen ? En wat heeft een tempel Gods met afgoden uit te staan ? » (2 Co 6, 14-16).

Als andere religies op dezelfde manier zouden overeenstemmen met de wil van God, zou er nooit een goddelijke veroordeling zijn geweest van de religie van het gouden kalf in de tijd van Mozes (zie Ex 32, 4-20). De hedendaagse christenen zouden dan straffeloos de godsdienst van een nieuw gouden kalf kunnen beoefenen, omdat alle religies, volgens deze theorie, wegen zijn die God ook behagen. God heeft evenwel aan de apostelen, en door hen aan de Kerk, voor alle tijden de plechtige opdracht gegeven om alle naties en de gelovigen van alle religies in het éne ware Geloof te onderrichten, door hen te leren al zijn geboden te onderhouden en door hen te dopen. Sinds de prediking van de apostelen en de eerste paus, de apostel Petrus, heeft de Kerk altijd verkondigd dat er geen zaligheid is in een andere naam, dat wil zeggen in een ander geloof onder de hemel waardoor mensen gered moeten worden, dan in de Naam en in het Geloof in Jezus Christus (Hd 4, 12).

« IK BEN DE WEG, DE WAARHEID EN HET LEVEN »

Met de woorden van Sint-Augustinus heeft de Kerk vanouds geleerd : « Dit is de godsdienst die ons het universele pad opent van de verlossing van de ziel, de enige weg, de echt koninklijke weg langs waar we aankomen in een koninkrijk dat niet wankel is als de rijken van deze wereld, maar gebaseerd is op de onwrikbare basis van de eeuwigheid » (De Stad Gods 10, 32, 1).

De grote paus Leo XIII van zijn kant zei : « Alle religies op voet van gelijkheid plaatsen is op zichzelf al een principe dat volstaat om alle godsdiensten te vernietigen en in het bijzonder de katholieke godsdienst, omdat zij de enige ware is en niet kan verdragen dat andere religies aan haar gelijkgesteld worden » (encycliek Humanum genus nr. 16).

In een recentere periode heeft het leergezag in essentie hetzelfde onveranderlijk onderricht voorgesteld in het document Dominus Iesus (6 augustus 2000), waaruit we de sleutelpassages citeren :

« Dit onderscheid is niet altijd aanwezig in het huidige denken, wat vaak leidt tot een gelijkschakeling tussen de theologale deugd van het Geloof – dat is het aannemen van de waarheid geopenbaard door de Drie-ene God – en het geloof in de andere godsdiensten, wat een religieuze ervaring is die nog steeds op zoek is naar de absolute waarheid. Dit is een van de motieven waardoor men geneigd is om de verschillen tussen het christendom en andere godsdiensten te verminderen of zelfs op te heffen » (nr. 7). « De oplossingen die een heilzame actie van God voorzien buiten het unieke middelaarschap van Christus zouden in tegenspraak zijn met het christelijke en katholieke geloof » (nr. 14). « Het zou duidelijk in strijd zijn met het katholiek geloof om de Kerk als een pad van redding naast vele andere te beschouwen. De andere godsdiensten zouden dan de Kerk aanvullen, zouden er zelfs in wezen gelijkwaardig aan zijn... » (nr. 21).

Het zou de apostelen en de ontelbare christelijke martelaren van alle tijden, en vooral die van de eerste drie eeuwen, het martelaarschap hebben bespaard indien zij hadden gezegd : « De heidense religie en haar eredienst is evengoed een pad dat overeenstemt met de wil van God. » Er zou bv. geen christelijk Frankrijk zijn geweest, geen “ oudste dochter van de Kerk ”, als de H. Remigius tot Clovis, de koning van de Franken, had gezegd : “ Je moet de heidense godsdienst die je tot nu toe hebt aanbeden helemaal niet verachten. » De heilige bisschop sprak in werkelijkheid heel andere taal : « Aanbid wat je hebt verbrand en verbrand wat je aanbad. »

Ware universele broederschap kan alleen in Jezus Christus worden gerealiseerd en meer bepaald tussen gedoopte personen. De volle glorie van zoon van God zal pas worden bereikt in de aanbidding van God in de hemel, zoals de H. Schrift leert : « Ziet hoe grote liefde de Vader ons heeft betoond, dat we kinderen van God mogen worden genoemd en dat we het ook zijn. Daarom juist kent de wereld ons niet, omdat ze Hem niet kent. Geliefden, nu reeds zijn wij kinderen van God ; en wat we zullen zijn, is nog niet openbaar geworden. Toch weten we dat, wanneer de openbaring gekomen is, wij aan Hem gelijk zullen zijn. Want wij zullen Hem zien zoals Hij is » (1 Jo 3, 1-2).

Geen enkele autoriteit op aarde – zelfs niet de hoogste autoriteit in de Kerk – heeft het recht mensen van andere godsdiensten vrij te stellen van het uitdrukkelijk geloof in Jezus Christus als de vleesgeworden Zoon van God en de enige redder van de mensheid, waarbij men dan nog de verzekering geeft dat de verschillende religies als zodanig door God zelf zijn gewild. De woorden van Gods Zoon zijn onuitwisbaar, want ze zijn kristalhelder en geschreven met de vinger van God : « Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld ; maar wie niet gelooft, is reeds geoordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van Gods eniggeboren Zoon » (Jo 3, 18).

Deze waarheid heeft tot op vandaag gegolden voor alle christelijke generaties. Ze zal geldig blijven tot het einde van de tijden, ongeacht het feit dat sommige personen in de hedendaagse Kerk zo wispelturig, laf, sensatiebelust en conformistisch zijn dat zij deze waarheid herinterpreteren op een manier die in tegenspraak is met de nochtans heldere formulering ervan : ze doen alsof het gaat om een continuïteit in de ontwikkeling van de leer.

Afgezien van het christelijk geloof kan geen enkele andere religie een ware weg zijn door God gewild, want het is de expliciete wil van God dat allen in zijn Zoon geloven : « De wil van mijn Vader die Mij heeft gezonden, is dat wie de Zoon ziet en in Hem gelooft eeuwig leven heeft » (Jo 6, 40). Afgezien van het christelijk geloof is geen enkele andere godsdienst in staat om het ware bovennatuurlijke leven over te brengen : « Dit nu is het eeuwige leven : dat zij U kennen, de enige en waarachtige God, en Hem die Gij gezonden hebt, Jezus Christus » (Jo 17, 3).

8 februari 2019
+ Athanasius Schneider,

hulpbisschop van het aartsbisdom van de H. Maria in Astana

COMMENTAAR

Alleen al door de titel spreekt de Verklaring van Mgr. Schneider het Document van paus Franciscus fundamenteel tegen : door de « adoptie als kind in Jezus Christus » aan te kondigen als een genadevol geschenk van God, Vader van Onze Heer Jezus Christus, zet hij zich af tegen het concept van een « menselijke broederschap » voortvloeiend uit de Schepping van « alle menselijke wezens gelijk in rechten, plichten en waardigheid »... die daardoor « geroepen zijn om als broeders met elkaar samen te leven ». Waar is de zondeval ? Waar is de Verlossing ? Wat met het doopsel ?

Volgens het katholiek geloof evenwel, glashelder geformuleerd door onze nieuwe Athanasius, « is de kinderlijke adoptie in Jezus Christus geen automatisch resultaat dat zou worden gegarandeerd door tot het menselijk ras te behoren ». Anders gezegd : niet elke mens is “ zomaar ” kind van God. De hulpbisschop heeft gelijk en vat in de aangehaalde zin het dogma van ons geloof samen : het is de synthese van heel de goddelijke Openbaring. Daarom precies moet de Kerk uitgaan tot aan het uiteinde van de aarde om het Evangelie te verkondigen, de ongelovigen te bekeren en hen te dopen.

Paus Franciscus van zijn kant beweert op te treden « in naam van de menselijke broederlijkheid die alle mensen omvat, verenigt en aan elkaar gelijk maakt ». Neen ! Hij zou moeten spreken in de Naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest ! Hij verloochent met zijn “ broederlijkheid ” de « oudste Zoon », Jezus Christus, van wie hij de Naam uitgomt : « Ik ken die man niet » (Mc 14, 71).

Hoe hol klinken de woorden van de paus wanneer hij, zonder enige verwijzing naar Christus, zegt te spreken « in naam van een broederlijkheid die uiteengereten wordt door een politiek van integrisme [?] en verdeeldheid, door systemen van losgeslagen profijt en door hatelijke ideologische tendensen die de handelingen en de lotsbestemmingen van de mensen manipuleren ». Of als hij spreekt over « de vrijheid, die God aan alle menselijke wezens geschonken heeft door hen als vrij te scheppen en hen daardoor van al het andere te onderscheiden. » Volgens de paus is « het ogenblik aangebroken waarop de godsdiensten zich actiever moeten inzetten, met moed en durf, om de mensenfamilie te helpen haar capaciteit tot verzoening te doen rijpen... » Wat een hersenschim !

Heel anders spreekt ons katholiek geloof van altijd : alleen Jezus is het verleden, het heden en de toekomst, in deze wereld en in het hiernamaals, van de mensheid. Die mensheid is in voortdurende oorlog door toedoen van de zonde, die een opstand tegen God is. Hij heeft echter zijn Zoon gezonden om haar vrij te kopen, om haar te verlossen van die slavernij en van haar de « familie » te maken van de kinderen van God en van Maria, de Moeder Gods.

Voor wie er nog zou aan twijfelen dat Mgr. Athanasius zich wel degelijk richt tot paus Franciscus, kampioen van de strijd tegen de klimaatverandering en van de hartelijke verwelkoming van alle migranten zonder onderscheid, spreekt volgende passage boekdelen :

« De meest dringende taak van de Kerk in onze tijd is zich bezorgd te tonen over de geestelijke klimaatverandering en de geestelijke migratie, opdat het klimaat van ongeloof in Jezus Christus, het klimaat van afwijzing van het koningschap van Christus kan worden veranderd in een klimaat van expliciet geloof in Jezus Christus en aanvaarding van zijn koningschap. »

De hulpbisschop van Astana heeft een prachtige tekst geschreven. Doorheen die tekst klaagt onze Moeder de H. Kerk, de katholieke, apostolische en Roomse Kerk van altijd, de nieuwlichterij van paus Franciscus aan en de corrumperende invloed ervan op het geloof, de moraal en de orde in de wereld.

En toch hapert er iets... Mgr. Schneider laat spijtig genoeg na uitdrukkelijk te zeggen dat paus Franciscus niet meer het ware katholiek geloof verkondigt. En dat maakt dat de Verklaring van onze nieuwe Athanasius niet leidt tot een werkzaam resultaat.

Abbé de Nantes heeft, lang vóór de hulpbisschop van Astana, niet enkel paus Paulus VI, paus Joannes-Paulus II en de auteur van de Catechismus van de katholieke Kerk aangeklaagd : hij heeft hen ook voor het kerkelijk tribunaal geroepen om rekenschap af te leggen, zodat het duidelijk zou worden wáár de Waarheid is en wáár de leugen. Want zonder die duidelijkheid sterft de Kerk elke dag een beetje meer...

broeder Bruno van Jezus-Maria
Hij is verrezen ! nr. 99, mei-juni 2019