« ONZE HULP IS IN DE NAAM DES HEREN »

ONLANGS kwam er goed nieuws uit Israël, als een teken van de goddelijke Voorzienigheid in de verschrikkelijke crisis waarin de Kerk terechtgekomen is. Vijftig jaar nadat in Cisjordanië een ring teruggevonden was, werd die nu door de onderzoekers definitief aangeduid als de zegelring van Pontius Pilatus. Op het moment dat de geloofscrisis steeds scherpere vormen aanneemt, betekent dit een bewijs te meer van de waarachtigheid van de Evangelies.

In 1969 vond een Israëlisch archeoloog, Gideon Foerster van de Hebrew University of Jerusalem, een ring terug op de site van Herodion, de kunstmatige heuvel op 12 km van Jeruzalem waarin zich het graf bevindt van de fameuze koning Herodes de Grote. De ring in kwestie, die diende om documenten en brieven officieel te “ bezegelen ”, was een van de duizenden voorwerpen die bij de opgraving van Herodion gevonden werden. Hij werd opgeborgen en wachtte gedurende een halve eeuw geduldig op de identificatie van zijn eigenaar. Uiteindelijk is men er na grondige reiniging in geslaagd de mysterieuze inscriptie op de bronzen ring te ontcijferen, dankzij de grote vooruitgang in fotografische technologie.

Op het kleinood is een krater afgebeeld, een wijnvat, geflankeerd door de Griekse letters ΠΙΛΑΤΟ, « Pilatus ».

« Pilatus was in het Palestina van de eerste eeuw een erg zeldzame naam », legt professor Dany Schwarz uit. « Ik ken geen andere Pilatus uit dezelfde periode. » In The Times of Israël bevestigt Roi Porat, de hoofdverantwoordelijke van de opgravingen in Herodion : « De band met Pontius Pilatus is vanzelfsprekend. »

Keizer Tiberius had Pontius Pilatus in 26 n. Chr. als landvoogd (praefectus) naar de provincie Judea gestuurd. Hij bleef aan de macht tot het jaar 36, toen zijn overste Vitellius, de gouverneur van Syrië, hem verplichtte naar Rome terug te keren om zich te verantwoorden voor het vermoorden van een groep Samaritanen op de berg Gerizim.

« Wij denken dat de ring vervaardigd werd door een lokaal atelier, misschien in Jeruzalem », aldus de archeoloog die het kleinood onderzocht heeft. « Het gaat niet om een geraffineerd werkstuk. Het lijkt meer op wat soldaten, leden van de middenklasse en lagere dignitarissen droegen. Het zou kunnen dat de ring aan de vinger van een minder belangrijk familielid van Pilatus stak of dat hij gebruikt werd door een beambte van de administratie die het zegel moest zetten in de plaats van Pontius Pilatus ; misschien ging het om een vrijgelatene. »

Vanuit archeologisch standpunt is de ring ontzettend waardevol : tot nog toe was er slechts één opschrift met de naam van Pilatus bekend, namelijk op een blok kalksteen in het theater van Caesarea Maritima, de stad aan de kust waar de Romeinse landvoogden hun residentie hadden. De (onvolledige) inscriptie vermeldt [PONTI]VS PILATVS [PRAEF]ECTVS IVDA[EA]E, « Pontius Pilatus, praefectus van Judea », en verwijst naar een heiligdom dat de landvoogd in de havenstad had laten optrekken voor keizer Tiberius.

Een nieuw bewijs voor het bestaan van Pontius Pilatus ( links : Ecce homo door Antonio Ciseri, 1871 ) : zijn zegelring, teruggevonden in Herodion bij Jeruzalem in 1969 en onlangs ontcijferd.
Een nieuw bewijs voor het bestaan van Pontius Pilatus ( links : Ecce homo door Antonio Ciseri, 1871 ) : zijn zegelring, teruggevonden in Herodion bij Jeruzalem in 1969 en onlangs ontcijferd.

EXIT ETIENNE VERMEERSCH

Dat de atheïst en propagandist van de secularisering Etienne Vermeersch (1934-2019) in 2008 werd uitgeroepen tot « de invloedrijkste Vlaamse intellectueel » bewijst vooral hoe diep ons ooit zo katholieke land gevallen is.

Bij zijn overlijden, door euthanasie, klonken in de media alleen maar lofzangen op de man die ooit als novice intrad bij de jezuïeten, maar op zijn 25ste volledig brak met het geloof en daarop een felle strijd begon tegen de katholieke Kerk en de christelijke moraal. Hij pleitte voor door de overheid opgelegde geboortebeperking via veralgemening van contraceptie en was de wegbereider van de legalisering van abortus en euthanasie, zijn « levenswerk ». Zijn haat jegens God kende geen grenzen. In een interview zei hij ooit : « Als ik na mijn dood toch plots voor God sta, zou ik zeggen : “ Je hebt gelogen dat je zwart ziet. ” »

En geen enkele bisschop, geen enkele katholieke denker durft zo iemand op zijn plaats zetten ? Men wisselt hoogstens gemoedelijk van gedachten, want “ ieder zijn waarheid ”...

In punt 3 van de 150 Punten van de Falanx, opgesteld door abbé de Nantes, lezen we :

« De falangist kent geen enkele graad van waarheid, geen enkele esthetische of ethische waarde, geen enkel natuurlijk of historisch recht toe aan theoretische of praktische systemen, organisaties en machten die God ontkennen, zich verzetten tegen zijn waarheid, wet en rechten, zijn heerschappij over de wereld bestrijden. Hoe groot het respect van de falangist voor personen ook is, hij kan niet toestaan dat God wordt geminacht.

« De aanwezigheid van IK BEN bij de mensen vanaf het prille begin, zijn weldadige tegenwoordigheid bij ieder van hen vanaf de geboorte tot de voleinding, vormt een sociale, vaststaande en universele waarheid. Elk gezag moet de soevereine rechten van God op publieke wijze erkennen. Zijn wet moet gerespecteerd worden door elke autoriteit en elke persoon, zelfs zij die tegen die wet durven rebelleren.

« De falangist kan geen atheïsme accepteren, noch dat van individuen, noch het collectieve, noch dat van de staat. Hij ziet er een monsterachtige afwijking in van verdorven en opstandige geesten. Daar verzet hij zich openlijk tegen, zelfs met gevaar voor zijn leven. Met godloochenaars wil hij niet samenwerken, tenzij puur uiterlijk. Elke verplichte onderdanigheid aan atheïstische werkgevers, leiders of regeringen beschouwt hij als een verwerpelijke en onrechtmatige dwang. Hij bestrijdt alle atheïstische organisaties die er wetenschappelijke, filosofische, morele, culturele of ecologische pretenties op na houden. Het is zijn rotsvaste overtuiging dat de mensen zonder God alleen maar Torens van Babel kunnen oprichten die tot ineenstorten gedoemd zijn. »

“ GODSDIENSTVRIJHEID ”

In het voorjaar van 2018 kregen de Kleine Zusters van Moeder Maria van de Verlosser, een traditionele communauteit gevestigd in het Franse Laval (Maine), tijdens een “ canoniek bezoek ” te horen dat zij « een veel te grote gehechtheid » betoonden aan de herinnering aan hun stichtster, moeder Maria van het Kruis, overleden in 1999.

De bezoekers werden uitgenodigd om de kamer te bezoeken waar moeder Maria, die de stigmata ontving in het jubeljaar van de Verlossing 1933, dertig jaar lang geleefd had en gestorven was. Zij kwamen tot het besluit dat dit respect voor de intact gelaten sterfkamer getuigde van een weigering om te « evolueren ». Een bijkomend bewijs daarvan was het feit dat de zusters geen persoonlijke verbinding met het internet hadden : de communauteit sloot zich in haar sektarisme af van de buitenwereld !

De algemene overste en de novicenmeesteres werden daarop afgezet bij decreet van de Romeinse Congregatie voor de instituten van het gewijde leven. Ze werden verplicht om zich gedurende minstens één jaar te gaan “ bijscholen ” in twee religieuze gemeenschappen aangeduid door het Vaticaan. In hun plaats werden drie apostolische commissarissen [!] benoemd aan het hoofd van de 37 zusters en de twee novicen van de communauteit.

De religieuzen legden zich daar echter niet zomaar bij neer en deden een beroep op het tribunaal van de Apostolische Signatuur. Maar met complete minachting voor het kerkelijk recht kregen zij te horen dat zij zich in naam van de gehoorzaamheid moesten onderwerpen én vertrekken uit hun klooster in Laval. De plaatselijke bisschop, Mgr. Scherrer, liet hen vallen en toonde daarmee de ondankbaarheid van zijn hart tegenover de zusters, van wie de toewijding aan hemzelf en aan zijn bejaarde moeder in heel het bisdom bekend was. Ook de bisschop van Toulouse, waar de communauteit twee huizen bezit, huilde mee met de wolven. Bedreigingen, verbod aan de priesters die trouw langsgingen bij de Kleine Zusters om hen nog te zien, weigering van Mgr. Scherrer om de geloften van de twee novicen te ontvangen ; die laatsten kregen te horen dat ze beter terugkeerden in de wereld...

Maar de zusters zullen hun mooie witte kleed, dat zij opnieuw invoerden in 2012, niet afleggen. In de beproeving wachten zij met geloof, hoop en liefde op de terugkeer van de Heer die niet op zich zal laten wachten !

broeder Bruno van Jezus-Maria
& redactie KCR
Hij is verrezen ! nr. 98, maart-april 2019