« WEE DE PERSOON DOOR
WIE HET SCHANDAAL KOMT »
Wij krijgen geregeld het verwijt dat we niet positief genoeg denken, dat we teveel hameren op wat slecht gaat in de Kerk. Daarop kunnen wij alleen maar antwoorden : « Non possumus non loqui », zwijgen is geen optie. Want alleen wie het licht van de zon loochent, kan volhouden dat het allemaal wel zo erg niet is. Neen, het is de plicht van alle gelovigen om het kwaad bij naam te noemen en het radicaal te bestrijden. Alleen zo kan het geschokte vertrouwen in de Kerk hersteld worden. Wat de zedenschandalen betreft, kan dat niet gebeuren zonder dat de kerkelijke gezagsdragers resoluut durven ingaan tegen de homolobby die wereldwijd de publieke opinie naar zijn hand zet. Een halve eeuw “ openheid ” op de wereld en knievallen voor de “ moderniteit ” breekt het hoogste gezag in de Kerk vandaag zuur op. Er is nu geen alternatief meer dan onverbloemd de goddelijke waarheid te spreken over de praktijken van Sodom en Gomorra. Met het gevolg dat onze kerkleiders door de media gekruisigd worden ? Dan treden zij alleen maar in het voetspoor van de Meester die hen is voorgegaan.
AL in oktober 2015 verontschuldigde paus Franciscus zich in het publiek voor de zedenschandalen in de Kerk die langs alle kanten aan het licht kwamen. Tijdens zijn wekelijkse audiëntie op het Sint-Pietersplein zei hij toen, verwijzend naar de woorden van Jezus in het Evangelie van Mattheus : « Ik vraag jullie vergiffenis. Jezus zegt dat het onvermijdelijk is dat de schandalen gebeuren. Maar wee de persoon door wie het schandaal komt... » (Mt 18, 7).
« EEN VERSCHRIKKELIJKE DEGRADATIE »
Abbé de Nantes legde de vinger al lang geleden op de wonde toen hij in zijn « Aanklachtenboek tegen paus Paulus VI » schreef :
« Het lijkt er op dat tegelijk met het Concilie en uw uitverkiezing tot Opperherder een verslapping van de moraal is ingetreden. Een order om alles wat meer te vergoelijken is de wereld rondgegaan. Waarom ? Allicht kent men U beter dan U zelf denkt. Men weet dat alle ongeregeldheden door U verontschuldigd worden, zonder twijfel uit medelijden met de ellendige mens, en dat uw aanklachten tegen de zonde nooit leiden tot canonieke vervolging en bestraffing van de zondaar en zijn medeplichtigen.
« Algemener echter aanvaardt de huidige wereld al meer dan een eeuw dat de “ vooruitgang van de ideeën ” hand in hand gaat met een steeds grotere losheid in de zeden. Al uw voorgangers reageerden daartegen door heldhaftig de strijd aan te binden tegen die zogezegde vooruitgang en tegen het ermee gepaard gaande moreel verderf. Door met uw tijd te willen meegaan en de Kerk open te stellen voor de moderne vooruitgang, hebt U zichzelf in de onmogelijkheid geplaatst om efficiënt te reageren op de immoraliteit. [...]
« Vanaf 2 februari 1964 hebt U een commissie ad hoc opgericht en heeft men overal laten weten dat de nieuwe paus instemde met de annulatie van de geestelijke geloften en het wettelijk en sacramenteel huwelijk in een kerk zou toestaan aan al wie daar zin in had. Het resultaat ? Een toestroom van aanvragen en, vermits elke vorm van “ juridisme ” in een slecht daglicht gesteld werd, een vloedgolf aan ongecontroleerde uittredingen. Het is het groot en verheffend werk van de Congregatie voor de Geloofsleer en van Uzelf geworden om aan die beminde priesters toestemming te geven de vrouw van hun dromen te huwen. Vierduizend officiële dispensaties in 1972 – tegen een cadens van 11 dossiers per dag – en in datzelfde jaar wellicht 10.000 vertrekkers tegenover 2800 wijdingen.
« Door zo te handelen bent U de vijand geworden van elke gevallen priester. U verenigt hem op sacramentele wijze met zijn vriendin op wie hij in een vlaag van dwaze verliefdheid gevallen is en bindt beiden voor heel het leven aan elkaar, waardoor U die geestelijke verbiedt nog ooit terug te keren naar zijn eerste en eeuwige liefde, het H. Hart van Jezus.
« Het huwelijk van de priesters is het onafgebroken onderwerp geworden van mediacampagnes, discussiegroepen en studiekringen, door uw losheid. Het gelovige volk is er ondersteboven van ; het beeld van de priester, tevoren zo hoogstaand en zo zuiver, heeft onder uw bewind een verschrikkelijke degradatie ondergaan. De ongelovigen wrijven zich in de handen : de pastoor van hun geboortedorp, de priester van hun plechtige communie was een levend verwijt voor hun huidige handel en wandel en een onophoudelijke verwittiging dat ze zich moesten bekeren. Vandaag wordt de geestelijke er voortdurend van verdacht bezeten te zijn door het lichamelijke en aan zijn passies te voldoen zoals de andere stervelingen, maar dan wel in het geheim. Hij is voor niemand nog een levend verwijt, voor niemand nog een voorbeeld » (Liber accusationis in Paulum sextum, 1975, pp. 73-75).
Wat zou abbé de Nantes vandaag, meer dan veertig jaar later, moeten schrijven, nu de Kerk geteisterd wordt door de schandalen van pedofilie en homoseksualiteit ? Welk respect geniet een priester vandaag nog ?
SCHANDALEN BINNEN DE KERK IN DUITSLAND
Op 25 september van dit jaar gaven de Duitse bisschoppen het rapport vrij dat zij door onafhankelijke onderzoekers hadden laten opstellen aangaande het kindermisbruik door de clerus in Duitsland. Meer dan 1670 schuldige geestelijken, meer dan 3670 slachtoffers – overwegend jongens van 13-14 jaar !
Een van de meest ophefmakende zaken heeft betrekking op het wereldberoemde koor van de Regensburger Domspatzen, het oudste jongenskoor ter wereld. Tussen 1964 en 1994 werd het geleid door Mgr. Georg Ratzinger, de broer van paus Benedictus XVI. In januari 2016 werd bekend dat er seksueel misbruik op grote schaal had plaatsgegrepen. Georg Ratzinger beweerde dat hij nooit van iets geweten had, maar een van de advocaten van de jonge slachtoffers heeft gezegd dat de koorleider « altijd de blik heeft afgewend » en dat hij « een cultuur van het stilzwijgen » deed heersen.
De crisis neemt uitbreiding nu het rapport van de onafhankelijke onderzoekers de aandacht vestigt op Joseph Ratzinger zelf, toen hij aartsbisschop van München was.
Kardinaal Marx, voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie, bood in het openbaar zijn verontschuldigingen aan voor al het misbruik dat aan het licht gekomen is. Ook paus Franciscus deed dat al meermaals, zoals in augustus 2018 in Ierland. Maar excuses zijn één zaak, het kwaad effectief uitroeien is een andere zaak.
DE AANKLACHT VAN MGR. VIGANÒ
Op dit eigenste ogenblik zakt de Kerk steeds dieper weg in « het stinkend moeras waarin zij terechtgekomen is », aldus Mgr. Carlo Maria Viganò, aartsbisschop en voormalig apostolisch nuntius in de Verenigde Staten (van 2011 tot 2016).
De prelaat maakte op 25 augustus 2018 een memorandum van 11 pagina’s openbaar met betrekking tot de pedofiele activiteiten van kardinaal Theodore McCarrick, voormalig aartsbisschop van Washington en vandaag 88 jaar oud. Mgr. Viganò verwijt paus Franciscus dat hij wist dat McCarrick « een onverzadigbaar roofdier was » en dat hij ervan op de hoogte was « dat de aartsbisschop een pervert was ». Sterker nog, McCarrick zou door Franciscus sinds zijn uitverkiezing tot Opperherder in 2013 « de hand boven het hoofd gehouden zijn » en zelfs aangesteld zijn tot « een van de voornaamste pauselijke raadgevers ». Het is pas « toen de Paus gedwongen werd om iets te doen dat hij maatregelen nam. »
Onder druk van een onderzoek uitgevoerd door de Kerk in Amerika, waarbij heel concrete beschuldigingen « geloofwaardig en gegrond » werden genoemd, was de aartsbisschop inderdaad een maand tevoren door Franciscus gesanctioneerd. De paus nam hem zijn kardinaalshoed af en eiste dat hij voor de rest van zijn dagen een leven van gebed en boete zou leiden voor het seksueel misbruik van seminaristen waaraan hij zich decennialang schuldig maakte.
In zijn memorandum onderstreept Mgr. Viganò dat de toenmalige nuntius in Washington het Vaticaan al in 2000 had geïnformeerd over « het ernstig immoreel gedrag van Mgr. McCarrick tegenover seminaristen en priesters », dat al terugging tot de tijd dat de prelaat aartsbisschop van Newark was (vanaf 1986). Ook nuntius Sambi had Rome in 2005 gewaarschuwd. In 2006 schreef Viganò – toen werkzaam in het Vaticaan – zijn eigen rapport. Toch, aldus Mgr. Viganò, werd er niets gedaan om McCarrick te stoppen, integendeel. In 2000 benoemde Joannes-Paulus II hem tot aartsbisschop van New York, een prestigieuze post die hem een geweldige invloed gaf op de Kerk in de VS en op alle benoemingen binnen de hiërarchie. Een jaar later werd hij kardinaal gecreëerd.
Toen Benedictus XVI in 2009 op de hoogte werd gebracht van de kwalijke zeden van kardinaal McCarrick, sprak hij tegen hem strenge canonieke sancties uit : hij mocht zijn verblijfplaats niet meer verlaten en niet in het openbaar de Mis opdragen. Maar de Amerikaan weigerde simpelweg om te gehoorzamen. Hij ging verder met internationale reizen te maken, droeg publiek de Eucharistie op, hield toespraken (onder meer op de begrafenis van senator Ted Kennedy, een uitgesproken liberaal) en ontving eretekens. Hij dreef de brutaliteit zelfs zo ver dat hij in 2012 Benedictus samen met andere bisschoppen een verjaardagscake ging aanbieden !
Hoe kon dat allemaal ? Volgens Viganò omdat de Amerikaanse prelaat afgeschermd werd door de toenmalige nummer 2 van het Vaticaan, kardinaal Sodano, de staatssecretaris, die « verantwoordelijk was voor de aanstelling van Mgr. McCarrick in Washington toen Joannes-Paulus II ziek was. » Die bescherming kreeg de aartsbisschop ook van de opvolger van Sodano, kardinaal Bertone, « die er geen moeite mee had aan het episcopaat op dwingende wijze kandidaten voor te stellen die bekend stonden als actieve homoseksuelen. »
In zijn document klaagt de oud-nuntius ook het bestaan aan van « homo-netwerken in de Kerk ». Hij schrijft : « Deze netwerken zijn tegenwoordig verspreid in verscheidene bisdommen, seminaries en religieuze congregaties. Ze werken in het geheim en bedienen zich van leugens. Ze hebben de kracht van de tentakels van een octopus, waarbij onschuldige slachtoffers worden omkneld en geestelijke roepingen gewurgd. Heel de Kerk wordt erdoor verstikt. »
EEN MAN MET GEZAG
Als Mgr. Carlo Maria Viganò slechts een op sensatie beluste praatjesmaker zou zijn, dan zou zijn memorandum weinig commotie teweeggebracht hebben. Hij is echter een man met gezag, die een hele kerkelijke carrière doorlopen heeft en altijd van grote ernst blijk gegeven heeft. Hij doorbreekt het geheim en de stilte « uit plichtsbesef » en omdat zijn geweten dat van hem eist.
In 2009 werd hij door Benedictus XVI benoemd tot secretaris-generaal van de pauselijke commissie voor de staat Vaticaanstad. In die belangrijke functie had hij reeds de moed om in een brief aan de paus corrupte financiële manoeuvres aan te klagen die naderhand door anderen bevestigd werden. Hij gaf ook aan dat er tegen hem een lastercampagne op het getouw gezet werd om hem het zwijgen op te leggen. Daarop werd hij in 2011 tot nuntius in de VS benoemd... Een vorm van erkentelijkheid vanwege Benedictus XVI, die hem altijd gesteund heeft, maar een manier om hem te verwijderen van de kant van kardinaal Tarcisio Bertone, die zich op die manier kon ontdoen van een al te nauwgezette prelaat.
Op de nuntiatuur in Washington paste de kerkelijke diplomaat evenwel dezelfde werkmethodes toe. Dat bracht hem ertoe om afgelopen zomer, gestaafd met bewijzen, het schandaal uit te brengen dat ongetwijfeld een van de vele redenen vormde voor het ontslag van paus Benedictus, die er niet in slaagde zich te doen gehoorzamen door zijn staatssecretaris en die overrompeld zou geweest zijn door de « homolobby ».
Viganò drukt zijn motivatie als volgt uit : « Als wij werkelijk de Kerk willen bevrijden uit het stinkend moeras waarin zij terechtgekomen is, moeten wij de moed hebben om een eind te maken aan de cultuur van de geheimhouding en in het openbaar de waarheid belijden die wij verborgen gehouden hebben. We moeten radicaal breken met de omertà waardoor bisschoppen en priesters zichzelf beschermd hebben ten koste van hun gelovigen. Het gaat om een geheimhoudingsplicht die niet veel verschilt van die van de maffia. »
« VOOR HET GOED VAN DE KERK »
De publicatie van het memorandum van Mgr. Viganò werd door een aantal commentatoren geïnterpreteerd als een manoeuvre in het kader van het offensief dat “ conservatieve ” prelaten tegen paus Franciscus zouden voeren. Eind september verdedigde Mgr. Viganò zijn initiatief in een brief, waaruit we hierna uitvoerig citeren :
« Het is ondertussen een maand geleden dat ik mijn getuigenis openbaar heb gemaakt, uitsluitend voor het goed van de Kerk, over wat er plaatsvond tijdens de audiëntie met paus Franciscus op 23 juni 2013 en over bepaalde onderwerpen waarvan ik kennis kon nemen tijdens de opdrachten die mij toevertrouwd werden op het Staatssecretariaat en in Washington. Het ging over personen die zich schuldig maakten aan het toedekken van de misdaden begaan door de aartsbisschop van de Amerikaanse hoofdstad.
« Mijn beslissing om deze ernstige feiten te openbaren was voor mij de pijnlijkste en belangrijkste beslissing in mijn leven. Ik heb ze genomen na langdurig nadenken en bidden, tijdens maanden van diep lijden en angst, terwijl ondertussen alsmaar meer nieuwe en verschrikkelijke gebeurtenissen aan het licht kwamen. [...] Het stilzwijgen van de herders die voor hulp hadden kunnen zorgen en bijkomende slachtoffers hadden kunnen vermijden, werd steeds meer onaanvaardbaar : het gaat om een misdrijf dat verwoestend is voor de Kerk.
« Ik was mij bewust van de enorme consequenties die mijn getuigenis kon hebben, want wat ik zou openbaren had betrekking op de opvolger van Petrus zelf. Toch heb ik besloten te spreken, om de Kerk te beschermen. Ik verklaar in eer en geweten, vóór God, dat mijn getuigenis de waarheid is. Christus is gestorven voor de Kerk en Petrus, Dienaar van de dienaren Gods, is de eerste die geroepen is om de bruid van Christus te dienen. [...]
« Noch de Paus, noch een van de kardinalen in Rome hebben de feiten ontkend die ik in mijn getuigenis bevestig. “ Qui tacet consentit ” (“ Wie zwijgt, stemt toe ”) is hier zeker van toepassing, want als zij mijn woorden willen ontkennen dan moeten zij zich slechts uitspreken en de documenten publiek maken die hun ontkenning staven. Er is maar één conclusie mogelijk : de reden waarom zij geen documenten publiceren is dat zij weten dat die mijn getuigenis alleen maar zouden bevestigen. [...]
« Tenslotte wil ik jullie, beminde gelovigen, mijn broeders en zusters in Christus, bemoedigen : verlies nooit de moed ! Zeg jullie akte van geloof en totaal vertrouwen in Jezus Christus, onze Verlosser. Zeg met Sint-Paulus : « Scio Cui credidi ” (“ Ik weet in Wie ik mijn geloof gesteld heb ”), woorden die ik als mijn bisschoppelijk devies gekozen heb. We moeten door een tijd van berouw, bekering, gebed en genade gaan om de Kerk, de bruid van het Lam, voor te bereiden op de strijd tegen de oude draak, een strijd die zij zal winnen met de hulp van Maria. »
« De waarheid die wij verborgen gehouden hebben » is precies de machtsovername door de homoseksuele lobby die abbé de Nantes twintig jaar geleden al voorzag als de dodelijke vrucht van het pontificaat van Paulus VI. Vandaag oefent die lobby zijn chantage uit op Franciscus om hem te dwingen Paulus VI, die zelf een homoseksueel was, heilig te verklaren !
Toch maakt Mgr. Viganò een kapitale en onvergeeflijke fout : hij stelt er zich niet tevreden mee aan te klagen, maar spreekt een oordeel uit en eist van paus Franciscus dat deze zou aftreden. Neen ! Hij had beter naar het voorbeeld van abbé de Nantes aan de Opperherder gevraagd, met inachtneming van de vereiste canonieke vormen, om ex cathedra een oordeel uit te spreken... en dan vooral over de hervormingen van Vaticanum II, want de zedenschandalen zijn het loon van de grote geloofsafval die met dat noodlottig concilie is ingezet.
EN HET ONBEVLEKT HART VAN MARIA ?
Kardinaal Sean O’Malley, voorzitter van de Pauselijke commissie voor de bescherming van minderjarigen, die begin september in Rome samenkwam voor haar negende plenaire vergadering – dus net op het moment waarop de Kerk dooreengeschud wordt door nieuwe schandalen, in het bijzonder in de VS – verklaarde : « Wij proberen de toekomst te veranderen, opdat die droeve geschiedenissen zich niet zouden herhalen. »
« De toekomst veranderen » : op welke manier ? Door « het doorgedreven werk van de laatste maanden met de bisschoppenconferenties van de hele wereld en met de dicasteries van de Romeinse Curie. »
En het gebed tot het Onbevlekt Hart van Maria ? Daar wordt met geen woord over gerept. En dus zal het obscene Beest de overwinning blijven behalen, want het enige absolute wapen voor een onfeilbare overwinning is het bidden van het rozenhoedje gekoppeld aan de eerherstellende devotie van de eerste zaterdagen van de maand.
Wat paus Franciscus betreft, ook hij doet geen beroep op het Onbevlekt Hart van Maria, maar op alle katholieken in een brief « aan het volk Gods » en hij veroordeelt het « klerikalisme »...
Wel, dan zullen wij « zwavel en vuur uit de hemel zien neerregenen over Sodom en Gomorra » (Gn 19, 24).
broeder Bruno van Jezus-Maria
& redactie KCR
Hij is verrezen ! nr. 96, november-december 2018