76. Het katholiek nationalisme
Naargelang het volk waartoe hij behoort en de feitelijke omstandigheden waarin hij verkeert moet de falangist zich, in het licht van zijn christelijk geloof, een wijze, realistische en voorzichtige overtuiging vormen over zijn nationalisme. Hij dient dat te doen zonder hartstocht en zonder ongezonde vooroordelen, los van elke politieke hoogmoed en het vergif van een revolutionaire geest. Zo moet hij nagaan wat het in politiek opzicht voor hem betekent te behoren tot een volk, een natie, een rijk dat hij niet heeft gekozen. In de regel zal hij de leer en de praktijk van de Roomse Kerk volgen en de wereldlijke orde aanvaarden, trouw aan de tradities van zijn volk en met eerbiediging van de wetten van zijn natie en de internationale verdragen.
1. Voor de Franse falangist is de plicht buitengewoon eenvoudig. Hij behoort tot een natie die uitgedacht is door de Kerk en geschapen door koningen die zij zelf heeft gekozen, gedoopt, gewijd en verheven tot de waardigheid van « plaatsvervangers van Christus, de ware Koning van Frankrijk » (Jeanne d’Arc). Tal van profetieën, mirakels en voorbeelden van heiligheid hebben daar hun waarborg aan geschonken.
Het Franse nationalisme heeft dus niets revolutionairs en is niet agressief; het is behoudsgezind en schepper van orde. Dat nationalisme versterken betekent bijdragen tot de welvaart en de verheffing van de volkeren die van deze natie deel uitmaken; het betekent ook deelnemen aan de uitbreiding van een vreedzame gemeenschap van naties en van de christelijke beschaving in de wereld.
2. Het Franse nationalisme verschilt van dat van andere Europese landen. Het mag dus niet voeren tot een ideologische broederschap of een akkoord tussen de nationalisten van alle volkeren of landen. Want het substantief waarvan de waarde van een bepaald nationalisme wordt afgeleid is niet het begrip natie (dat zowel van toepassing is op Frankrijk als op Duitsland, Rusland of India), maar elke natie zelf. Alle naties hebben hun bijzondere rechten op het bestaan en hun eigen plaats in het noodzakelijk evenwicht in de wereld; men zou daaraan immense schade toebrengen als men alles zou herleiden tot één enkele noemer… een internationale!
Het Franse nationalisme heeft de onvergelijkelijke volmaaktheid van Frankrijk zelf, oudste dochter van de Kerk en tweede vaderland van elke beschaafde persoon. Het dicteert ons onze plicht van vurige trouw, liefde, vertrouwen en toewijding in de verdediging van ons land, tot de dood toe. Het dwingt ons tot een dagelijkse bekommernis om het algemeen welzijn, de binnenlandse orde, de bondgenootschappen, de veiligheid en de uitstraling van ons land in de wereld.
3. Zo beschouwd is de historische, beschaafde natie, als factor van internationale verstandhouding, evenwicht en vrede, een deel van Gods plan in de wereld voor het eeuwig heil van de mensen en hun rustig bestaan op aarde. Het Anti-Frankrijk is antichristelijk. De falangist, die een goede christen is, zal bijgevolg een goede Fransman zijn!
Hetzelfde geldt voor de andere katholieke naties of landen, ook al hebben ze in het verleden niet dezelfde graad van politieke volmaaktheid bereikt als Frankrijk. Ons eigen land is die rijkdommen allemaal verloren en moet ze terugvinden; andere naties hebben er nog niet van kunnen genieten en moeten ze verwerven. De beginselen die we hierna zullen formuleren zijn uitstekend van toepassing op Frankrijk; andere landen kunnen ze aanpassen aan de realiteit van hun eigen situatie of ze overnemen als een ideaal op langere termijn, in functie van de goddelijke beschikkingen en hun gehechtheid aan de katholieke Kerk.
4. Vermits de restauratie van de monarchie in Frankrijk vandaag een moeilijke zaak lijkt zonder een voorafgaandelijk werk van contrarevolutie en vermits andere katholieke landen geen gelijkaardige monarchistische traditie hebben, verkiezen we voor het vervolg van onze uiteenzetting de uitdrukkingen soeverein gezag of staatshoofd; onze doctrine kan op die manier naast het koningschap ook andere vormen van soevereiniteit inspireren.