74. De bemiddeling van het Onbevlekt Hart
van Maria in het politieke leven van Frankrijk
Menselijk gesproken is er geen hoop meer dat onze christelijke naties nog kunnen gered worden; ze lijken op weg om voorgoed te verdwijnen en plaats te maken voor een anarchistische wereld, uitgeleverd aan de wet van de sterkste en de slechtste. Het zou nutteloos zijn om te werken aan een doctrine van politieke heropstanding gegrondvest op het katholiek geloof, als Onze-Lieve-Vrouw op 13 juli 1917 niet de triomf van haar Onbevlekt Hart aangekondigd had, waarop « aan de wereld een tijd van vrede zal geschonken worden. »
Toen op 13 oktober 1917 de zon haar plaats terug innam in de hemel van Fatima, konden de herderskinderen in diezelfde hemel Sint-Jozef, het Kindje Jezus en Onze-Lieve-Heer aanschouwen die de wereld zegenden. Bovendien bracht de Naam die de H. Maagd die dag koos en openbaarde – « Ik ben Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans » – in herinnering hoe machtig haar tussenkomst altijd al was in het leven van de Kerk en de verdediging van de christenheid.
Want God, die heerst over het hele universum, wil tussenbeide komen in de politiek door de bemiddeling van zijn goddelijke Moeder: Jezus Christus heeft door zijn Kruis het universeel koningschap verworven dat de onderwerping vereist van heel de menselijke orde, en niet alleen van de harten, aan zijn wet en wilsbeschikking, waarover Hij zijn Moeder heeft aangesteld als Middelares.
De geschiedenis van Frankrijk illustreert al vijftien eeuwen die tussenkomst van God, in het bijzonder door het leven en het werk van de H. Jeanne d’Arc. « Haar deugden, haar energie, haar overwinningen evengoed als later haar mislukkingen, gevangenschap, proces en afschuwelijke dood, alles heeft betrekking op een bepaald doel waarvan de hemelbewoners die haar leiden op de hoogte zijn. Haar woorden en daden getuigen van het persoonlijk ingrijpen van Jezus Christus in onze menselijke politiek-militaire geschiedenis, ten gunste van het Franse koninkrijk. Door middel van de bevrijding van het grondgebied en de zalving van de koning in Reims wordt op schitterende wijze het verbond in herinnering gebracht tussen de dynastie van de Capetingers en Jezus Christus, de ware koning van Frankrijk en de suzerein van de vorst, zijn vazallen en heel zijn volk » (abbé de Nantes).
Aan die bijzondere band zal de H. Catherine Labouré herinnerd worden in de Parijse rue du Bac, aan de vooravond van de revolutie van 1830. Zij zag Christus, ontdaan van de ornamenten en attributen van zijn macht: « Daar had ik de gedachte dat de aardse koning beroofd zou worden van zijn koninklijke gewaden. » De H. Maagd bevestigde dat in de nacht van 18 op 19 juli: « De tijden zijn erg slecht, rampspoed zal over Frankrijk komen: de troon zal omvergeworpen worden, de hele wereld zal in beroering gebracht worden door onheil van allerlei aard. » En ook: « De hele wereld zal in droefenis verkeren. » Want de verdwijning van de allerchristelijkste monarchie betekende de triomf van de goddeloosheid – toch voor een tijd. In de lijn van de stemmen die Jeanne d’Arc mocht horen en de openbaringen van het H. Hart kondigde Onze-Lieve-Vrouw namelijk de universele overwinning van Christus aan, een tijd van vrede voor de wereld en het herstel van de Kroon van Frankrijk.
Die zekerheid werd beleden door de H. Pius X: « Er zal een dag komen waarop Frankrijk, net als Saulus onderweg naar Damascus, omgeven zal worden door een hemels licht en een stem zal horen: “Mijn dochter, waarom vervolg je Mij?” En zij zal bevend en vol verbazing zeggen: “Heer, wat wilt U dat ik doe?” Waarop Hij zal antwoorden: “Sta op en was de vuiligheid af die je aanzien vervormd heeft; wek in je hart opnieuw de ingesluimerde gevoelens op en het pact van ons verbond; en ga op pad, oudste dochter van de Kerk, voorbestemde natie, om zoals in het verleden mijn Naam uit te dragen tot bij alle volkeren en koningen van de aarde. »