Johannes de Evangelist (H.)
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
De Proloog en het getuigenis van Johannes de Doper
Dit Evangelie is niet zomaar een relaas. Het is het getuigenis van een bevoorrecht persoon, sterker nog, van de kroongetuige in het proces van Jezus, zijn Meester en intieme Vriend. Dat proces, oorspronkelijk gevoerd door de joodse gezagsdragers van Jeruzalem, werd later alle eeuwen door verdergezet door Joden én heidenen. Het werd zo het belangrijkste proces in de geschiedenis van de mensheid...
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
Jezus haalt het getuigenis van zijn Vader aan in Jeruzalem en in Galilea
Hoe gaat Jezus zichzelf vrijspreken van het feit dat Hij op de sabbat een man genezen heeft en hem zijn rustbed heeft doen dragen? Genezen betekent werken; en werken tijdens de sabbat komt neer op het schenden van de rust van de zevende dag, de Dag dat God rustte. Voor een vrome Jood is dit niet te verantwoorden. Het sublieme antwoord van Jezus wekt in de donkere harten van de fanatieke verdedigers van Gods rechten een dodelijke verontwaardiging op…
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
Het Evangelie van Sint-Jan is niet zomaar een relaas. Het is het getuigenis van een bevoorrecht persoon, sterker nog, van de kroongetuige in het proces van Jezus, zijn Meester en intieme Vriend. Dat proces werd in een eerste fase gevoerd door de joodse gezagsdragers van Jeruzalem, maar later werd het alle eeuwen door verdergezet door Joden én heidenen. Het werd het belangrijkste proces in de geschiedenis van de mensheid, dat de wereld tot het einde van de tijden zal blijven heropenen om altijd opnieuw tot hetzelfde vonnis te komen : de veroordeling van Jezus Christus en van de zijnen, want tussen Hem en hen wordt terecht geen onderscheid gemaakt.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
Ondanks het onbegrip maakt Jezus zich bekend in Jeruzalem, Samaria en Galilea
Door haar groot geloof dwingt de Samaritaanse vrouw Jezus als het ware om zich volledig bloot te geven aan haar ziel die Hem zoekt. «IK BEN, Ik die met u spreek.» Door die woorden identificeert Hij zich met YHWH, God zijn Vader, en maakt Hij zich bekend als de Messias aan die doodgewone vrouw, verpersoonlijking van het zondige Samaritaanse ras. En in een verder perspectief staat zij symbool voor de immense heidense wereld, die op mysterieuze wijze opengesteld wordt voor de genade van het heil.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
Het Brood des Levens
«Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: zo gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, dan hebt gij het leven niet in u.» Het zijn woorden zonder dubbelzinnigheid die getuigen van iets totaal nieuws. Maar de bewoners van Galilea zijn er niet ontvankelijk voor en het komt tot een fatale breuk: zij laten Jezus in de steek... Dan richt Hij zich tot de Twaalf: «En gij, wilt gij mij ook verlaten?»
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
6. Open confrontatie in Jeruzalem
Jezus gaat alléén vechten. Enkel Johannes is meegegaan, als geprivilegieerde en zwijgende getuige van de harde confrontaties die zullen volgen. Hoe dan ook staat Jezus er helemaal alleen voor; niemand neemt het voor Hem op, niemand helpt Hem. Het gaat om een botsing van één Iemand met alle anderen, met de machthebbers in Jeruzalem, in tegenwoordigheid van een verdeelde, bange en beïnvloedbare menigte
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
«Onderzoek het! En erken...»
In Jeruzalem verandert het onbegrip van de Joden in verdenking. Zij vragen zich af of Jezus misschien naar de diaspora (de landen buiten Palestina waar Joden wonen) wil trekken. Erger nog: wil Hij soms de Joden beroven van hun privilege en de Grieken onderwijzen? Is Hij zinnens tot hen te prediken en bij hen wonderen te doen? De gedachte alleen al doet hen steigeren tegen die overloper, die verrader van het land der vaderen...
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
8. Genade en barmhartigheid
«Nu brachten Schriftgeleerden en Farizeeën een vrouw naar Hem toe die op overspel was betrapt. Ze plaatsten haar in de kring en zeiden tot Hem: “Meester…”» De hypocrieten! Ze beschouwen Jezus helemaal niet als hun meester, want ze willen Hem oordelen en zelfs al veroordelen! De aanspreking alleen al verraadt dat zij boze bedoelingen hebben...
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan
9. De botsing tussen het licht en de duisternis
Vanaf de Proloog getuigt Sint-Jan van het conflict tussen het licht en de duisternis (1, 5). In tegenstelling tot wat de grootste moderne commentatoren van het vierde Evangelie schrijven, moet de achtergrond van dit conflict niet gezocht worden in het hellenisme (Dodd) en ook niet in de gnosis (Bultmann), maar enkel en alleen in het jodendom. Het zijn de ontdekkingen in Qumrân die een einde maken aan het debat.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
10. De genezing van de blindgeborene
Wanneer Jezus een blindgeborene geneest, zijn de Farizeeën en Schriftgeleerden in alle staten. Ze roepen de ouders van de man, maar die houden zich op de vlakte. Hun antwoord maakt duidelijk dat zij bang zijn voor de almacht van de vijanden van Jezus. Sint-Jan onderstreept dat trouwens ook: «Zo spraken zijn ouders uit vrees voor de Joden. Want die waren reeds overeengekomen om iedereen uit de synagoge te bannen die Hem als de Christus beleed.»
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
De herder en zijn schapen
Nadat Jezus zijn vijanden zo duidelijk ontmaskerd heeft, keert Hij zich tot zijn leerlingen. Hij heeft veel liefde betoond aan de blindgeborene, een onschuldige die vervolgd wordt omwille van zijn Naam. In hem ziet Jezus de aankondiging van de massa’s Joden en heidenen voor wie Hij voortaan «ho poimèn ho kalos» is: de goede herder, de schone herder, want het Griekse woord "kalos" heeft beide betekenissen..
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
De opwekking van Lazarus
Deze opwekking is in feite slechts een terugroepen tot het leven hier op aarde. De verrijzenis van Lazarus is een manifestatie van de goddelijke glorie, maar als anticipatie op de waarachtige verrijzenis, op de komende transfiguratie. Het mirakel is een allegorische voorafbeelding die duidelijk maakt dat Jezus werkelijk de verrijzenis en het leven is, zoals Hij het in al zijn predicaties bevestigd heeft. Wie in Jezus gelooft, zal verrijzen op de laatste dag, beter dan Lazarus, want het zal voor altijd zijn.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
«Hij moet sterven»
Het Sanhedrin zal Jezus in de gaten houden en voortdurend volgen. Op een dag zullen zijn vijanden zich van Hem meester maken dankzij de diensten van een of andere betaalde verrader. Dan zullen ze een groot openbaar proces organiseren, waarin Hij tegenover heel Jeruzalem zal voorgesteld worden als een Godslasteraar die de dood verdient om de eer van Jahweh te wreken. En iedereen die Hem durft volgen zal eveneens de dood verdienen, om dezelfde reden.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
Het laatste getuigenis van Jezus
Jezus gaat de dood tegemoet op een buitengewone, goddelijke manier. Maar eerst bereidt hij de zijnen daarop voor, vol goedheid en bekommernis. Net zoals de evangelist Mattheüs heeft Sint-Jan twee “afscheidstoespraken” samengevoegd tot één enkele. We proberen de toespraak die Jezus hield bij de aanvang van de Passie te reconstrueren door ze te scheiden van de woorden die Hij moet uitgesproken hebben aan de vooravond van de Hemelvaart.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
Naar Getsemane
Na die woorden «stak Jezus met zijn leerlingen de Cedronbeek over». Duizend jaar nadat zijn voorvader David dezelfde waterloop overstak om te vluchten voor zijn rebelse zoon Absalom, doet Jezus, zoon van David en Zoon van God, hetzelfde. «Daar was een tuin, die Hij met zijn leerlingen binnenging.» Die tuin is het beeld van de tuin van Eden waar het allemaal begon.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
Het verhoor van Jezus
Petrus heeft niet goed begrepen wat Jezus hem in de hof van Olijven opgedragen heeft, toen Hij hem beval het zwaard terug in de schede te steken. De onstuimige apostel miskende toen totaal de koninklijke weg van het verlossend offer die zijn Meester ging inslaan. Alsof het hem, de leerling, toekwam om Jezus te redden! Hij heeft echter beloofd Hem te volgen tot aan de dood en hij houdt dus woord. Of beter: hij volhardt in zijn aanmatiging.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
«Ik ben Koning»
Pilatus toont de vreselijk toegetakelde Jezus aan de Joden: “Ziet de mens.” Hij denkt dat zij bij het zien van de Man van Smarten hun greep zullen lossen, maar het is heel de kracht van de hel die losbreekt tegen “de mens”, die door zijn gehoorzaamheid aan God zijn Vader werkelijk de “nieuwe mens” is die de ongehoorzaamheid van de oude Adam herstelt.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
De gekruisigde Jezus trekt alles tot zich
«Pilatus had ook een opschrift doen schrijven en aan het kruis laten hechten. Er stond op geschreven: “Jezus van Nazareth, de Koning der Joden”.» Aan de verklaring van Pilatus: “Ziet uw Koning”, beantwoordt deze titulus: “De Koning der Joden”. De hogepriesters protesteren, maar de landvoogd geeft niet toe: “ho guégrapha guégrapha”, luidt zijn antwoord in het Grieks.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
De lanssteek en de begrafenis
Overweldigd door wat hij gezien heeft, roept de leerling het getuigenis van zijn Meester in: «Ook Hij (Jezus) weet dat hij de waarheid zegt.» Uit de doorboorde zijde kwamen water én bloed. Tweeduizend jaar later weten ook wij dat Johannes de waarheid spreekt: we kunnen het verifiëren op de H. Lijkwade van Turijn.
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
«Hij zag en geloofde»
Wat «zag» Johannes in het Graf? De zorgvuldig opgerolde lijkwade, apart van de windsels. Wat «geloofde» hij? Dat Jezus uit de doden was opgestaan. De lijkwade die eerst het Lichaam van de dode Christus omwikkeld had, is nu verlaten door dat Lichaam dat tot leven gekomen is. Ongetwijfeld heeft Johannes de methodische manier van doen van Jezus herkend, die op dezelfde wijze zijn reisdeken opvouwde!
Commentaar op het Evangelie van Sint-Jan:
Het ongeloof van Thomas
«Zo ik in zijn handen de wonden der nagelen niet zie en mijn vinger niet leg in de plaats van de nagelen en mijn hand niet in zijn zijde steek, dan geloof ik het niet.» Nagels? Dit wrede detail vernemen we pas hier, want alle vier de evangelisten hebben het enkel over “kruisigen” en “de kruisdood” zonder te vermelden dat er spijkers geslagen werden door de handpalmen van Jezus, of beter zijn polsen, zoals op de H. Lijkwade van Turijn te zien is.